|
Karakter:
Zwartborst cubavinken kunnen in een ruime voliere met
andere soorten worden gehouden, echter niet met soortgenoten! De
mannetjes zijn namelijk onverdraagzaam tegenover andere mannelijke
soortgenoten. Met name in de broedtijd komt dit tot uiting.
Omgevingstemperatuur:
Het houden van zwartborst cubavinken hoeft, mits goed
geacclimatiseerd, geen problemen op te leveren
in ons land. Wel
ben ik van mening dat een volière waarin deze vogels worden
gehouden een goed afgesloten, droog en vorstvrij nachtverblijf dient te
bezitten.
Voeding:
Als voeding dient
een goede zaadmengeling voor tropische vogels en of volièrevogels, een
goed samengesteld eivoer/krachtvoer en bij voorkeur kiemzaad verstrekt
te worden. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding
tegemoet te komen kan het beste een insecten-/universeelvoer toegevoegd
worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer). Vooral in de
periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de
beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Extra dierlijke eiwitten
kunnen, naast het verstrekken van een goed samengesteld eivoer/universeelvoer,
verstrekt worden in de vorm van bijvoorbeeld (geknipte) meelwormen,
miereneieren, bladluizen, fruitvliegjes, spinnetjes, buffalowormpjes. Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk
dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en
drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet
ontbreken. Voor meer informatie over de voeding
klik hier.
Kweek:
Goede broedresultaten met
zwartborst cubavinken kunnen behaald worden in een goed begroeide volière. Als nestgelegenheid accepteren ze
ook wel
halfopen nestkastjes maar vaak wordt wel een
vrijstaand nest gebouwd in een dichte struik of begroeiing. Als bouwmateriaal gebruiken
de vogels veelal kokosvezel,
hooi, grashalmen, mos, veertjes, dierenhaar e.d. Als het nest klaar is
en door het popje wordt geaccepteerd mag na enkele dagen het eerste eitje verwacht
worden. Gemiddeld legt het popje 2 tot 3 eitjes. De eitjes worden alleen
door het popje bebroed. Na ongeveer 13 dagen komen de jongen uit de
eitjes. De jongen worden door beide oudervogels gevoerd. Op een leeftijd van ongeveer
2 weken vliegen ze uit. Na het uitvliegen worden de jongen, in
hoofdzaak door het mannetje, nog gedurende een aantal weken (bij)gevoerd.
A. van Kooten
|