Karakter:
Over het algemeen raakt de
wijnborstamazone papegaai niet zo snel vertrouwd met zijn verzorger(s)
als andere amazonepapegaaien. Ook zijn ze vaak wat wantrouwender van
aard.
Geslachtsrijpheid
Wijnborstamazones zijn over het algemeen op een leeftijd van 3
tot 5 jaar geslachtsrijp. Er zijn echter gevallen bekend van vogels
in gevangenschap die na 2 jaar al vruchtbaar bleken. In het wild
beginnen ze echter meestal te broeden op een leeftijd die zo rond de
5 jaar ligt. Het feit dat ze geslachtsrijp zijn wil echter nog niet
zeggen dat ze dan ook tot broeden overgaan. Nee, in veel gevallen
moet de kweker over een behoorlijke portie geduld beschikken. Zo
zijn gevallen bekend waarbij de vogels pas na 7 jaar of langer (en
soms helemaal niet) tot broeden overgingen. De oorzaak hiervan is in
vele gevallen niet te achterhalen, hoewel ik zelf vermoed dat
omgevingsfactoren en de
voeding hier een (zeer) belangrijke rol in speelt.
Omgevingstemperatuur:
De voeding in
gevangenschap
De dagelijkse
voeding voor amazonepapegaaien en dus ook voor wijnborstamazones
dient grofweg uit drie (gelijke)
delen te bestaan:
-
een goed zaadmengsel
voor papegaaien.
-
een mengsel van
kiemzaad, eivoer en universeelvoer. Geef dit in een verhouding
van 2 delen kiemzaad (droog!), 2 delen eivoer en 1 deel universeelvoer. Nadat het kiemzaad is geweekt
kan hier het eivoer en het universeelvoer door gemengd worden.
Verder is het verstandig twee keer per week,
ondanks dat de vogels er ook vrij over moeten kunnen beschikken, scherpe
maagkiezel en oesterschelpengrit door het kiemzaad te mengen.
-
een mengsel van
fruit (appel, peer, sinaasappel) en groenvoer (o.a. wortel, tomaat,
witlof e.d.).
Ook kan
bijvoorbeeld 2
keer per week een nat gemaakt en uitgekneed snee bruinbrood gegeven
worden.
Vooral als er jongen zijn wordt hier graag van gegeten. Verder
dienen de vogels dagelijks vers drinkwater aangeboden te krijgen waaraan
eenmaal per week een mutivitamine kan worden toegevoegd.
Kweek:
Een goed onderkomen
voor deze papegaaien is bijvoorbeeld een binnenvolière van 2x1x2 meter (lxbxh)
met daarin een nestkast met een bodemoppervlak van 25 x 25 cm. en
een hoogte van 60 cm. Bij voorkeur heeft de binnenvoliere nog een
buitenvoliere met een afmeting van bijvoorbeeld 3x1,5x2,5 meter. Als nestmateriaal
dient een
mengsel van potgrond en houtspaanders in het blok te worden
aangebracht. Als de vogels broedrijp beginnen te worden, meestal zo rond
maart/april, begint
het gedrag van beide vogels te veranderen. Beide vogels worden dan
luidruchtiger en agressiever. Vaak al bij het benaderen van de volière zullen de
vogels agressief reageren op de verzorger(s).
Om de verzorger(s) te imponeren gaat dit veelal gepaard met het
uitvoeren van schijnaanvallen en in extremere gevallen springen de
vogels tegen de tralies van de volière. In deze periode zal de
man ook de pop beginnen te voeren, hetgeen een duidelijk teken van
broedrijpheid is. Beide vogels zullen nu ook duidelijke interesse gaan
tonen voor het broedblok in de volière en het duurt dan vaak niet lang
of de vogels zitten regelmatig met hun beiden in het broedblok. Vaak is
bij de pop aan een dikker wordend achterlijf te zien dat er eieren op
komst zijn. De eieren worden om de dag
gelegd, gemiddeld ongeveer 4. Veelal begint de pop na het leggen van het 2e ei
te broeden. Ze zal dan ook niet te vaak meer uit het nestblok komen. Als
de eieren bevrucht zijn zal na ongeveer 29 dagen het eerste jong geboren
worden. Voor de verzorger(s) wordt het nu nog moeilijker om de vogels te
benaderen. Op een leeftijd van 14 dagen moeten de jongen geringd worden met een
vaste voetring van 11 mm. Naarmate de jongen
ouder worden, lijken de ouderdieren nog agressiever te worden.
Vooral als de jongen in de hand worden genomen door de verzorger(s)
zal de opwinding cq.
agressie groot zijn. Belangrijk in deze periode is het
verstrekken van voldoende voedsel want naarmate de jongen groeien
dient er steeds meer voedsel verstrekt te worden. Op een leeftijd
van ongeveer 60 dagen vliegen de jongen uit om daarna nog 4 tot 6 weken (bij)gevoerd te worden door de ouders
alvorens ze zelfstandig zijn.
A. van Kooten