Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Paradijswida (Vidua paradisaea)

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Paradijswida of smalstaartparadijswida

Verspreiding:

De paradijswida heeft zijn verspreidingsgebied in Afrika waar hij voorkomt ten zuiden van de Sahara.

Grootte:

De grootte van deze vogels varieert omdat het mannetje in de broedperiode een zeer lange staart heeft. Het popje is ongever 15 cm. groot, terwijl het mannetje in zijn bruidskleed een grootte heeft van 37 - 40 cm. Van deze lengte maakt de staart dan ongeveer 20 - 25 cm. deel uit.

Geslachtsonderscheid:

Beide geslachten zijn goed te herkennen als het mannetje in broedconditie is. Buiten de broedperiode om is de man nauwelijks te onderscheiden van het popje. De pop is bruinachtig van kleur en bezit over de kop en het lichaam een donkerbruine streeptekening, een beetje zoals bij ons de mus.

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 
 
 

Karakter:

Paradijswida's zijn geschikt voor de gezelschapsvolière en kunnen samen met andere tropische vogels gehouden worden. Ze komen vooral in een dicht begroeide volière goed tot hun recht. Tijdens de broedperiode willen de mannetjes nog wel eens agressief hun territorium verdedigen. Ze verdrijven andere vogels dan met duikvluchten. Toch komt het vrijwel nooit tot echte gevechten. In verband met agressie tegenover soortgenoten is het af te raden meerdere mannetjes in één volière te houden. Eén man met meerdere poppen is geen probleem.

Omgevingstemperatuur:

Eenmaal geacclimatiseerd hoeft het houden van paradijswida's geen problemen op te leveren in ons land. Wel ben ik van mening dat een volière waarin deze vogels worden gehouden een goed afgesloten en droog nachtverblijf dient te bezitten. Ook verdient het aanbeveling de vogels niet beneden temperaturen van 5 °C te houden.  

Voeding:

Als voeding dient een goede zaadmengeling voor tropische vogels en of volièrevogels, een goed samengesteld eivoer/krachtvoer en bij voorkeur kiemzaad verstrekt te worden. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding tegemoet te komen kan het beste een insecten-/universeelvoer toegevoegd worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer). Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Extra dierlijke eiwitten kunnen, naast het verstrekken van een goed samengesteld eivoer/universeelvoer, verstrekt worden in de vorm van bijvoorbeeld (geknipte) meelwormen, miereneieren, bladluizen, fruitvliegjes, spinnetjes, buffalowormpjes. Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. Voor meer informatie over de voeding klik hier.

Kweek:

Wida's zijn polygaam d.w.z. dat ze gebruik maken van andere vogels om hun eieren uit te broeden en hun jongen op te voeden. Hier dient dus rekening mee gehouden te worden tijdens de kweek. Van Paradijswida's is bekend dat ze graag gebruik maken van de nesten  van de melba-astrilde. Het popje van de paradijswida legt haar eitjes in het nest van een melba-astrilde, waarbij ze een eitje van haar gastvrouw kapot maakt om er haar eigen eitjes voor in de plaats te leggen. De jonge paradijswida's werken de jonge melba-astrildes niet uit het nest. Alle jongen maken gewoon deel uit van het vogelgezin. Voor de kweek is het dus belangrijk dat paradijswida's samen met melba-astrildes worden gehouden in een goed begroeide, ruime gezelschapsvoliere. Een andere mogelijkheid is om de eigen eieren van de pleegouders te merken en daarna de eieren van de paradijswida over te leggen naar het nest van Japanse meeuwtjes. Japanse meeuwtjes zijn namelijk zeer goede pleegouders. Door bovenstaande zal duidelijk zijn dat paradijswida's niet de gemakkelijkste broedvogels zijn.

 

A. van Kooten

 

Disclaimer

HOME

Vertel een vriend over deze site

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten