Een ander belangrijk aspect in beide
eerst genoemde landen is dat hier de electriciteit
en de telegrafie (nog) via palen boven de grond is aangebracht. Met
name de palen waarover de electriciteit- en telefoondraden worden
geleid geven de ooievaar een prima mogelijkheid om er zijn nest op
te bouwen.
BESCHRIJVING
Hoewel ik me realiseer dat vrijwel een
ieder in Nederland de ooievaar wel kent geef ik volledigheidshalve
toch nog even een korte beschrijving van deze prachtige vogel. De
ooievaar is een grote, langpotige vogel die gemakkelijk herkenbaar
is door z'n grootte van ca. 110 cm. en zijn witte verenkleed met
gitzwarte slagpennen en lange, helderrode snavel en poten. Een ander
belangrijk kenmerk zien we tijdens het vliegen. In tegenstelling tot
de in ons land zeer talrijk voorkomende reiger vliegt de ooievaar
niet met een "ingetrokken hals" maar met een lange uitgestrekte hals.
GESCHIEDENIS
Op basis van fossielen die zijn gevonden
wordt geschat dat de ooievaar al ca. 50 miljoen jaar op onze aarde
leeft.
Al sinds de middeleeuwen is de ooievaar,
vooral bij de Germaanse volken, een zeer populaire (geluks)vogel.
Ongetwijfeld zal dit met z'n status als "baby brenger" te maken
hebben. Immers, waar kun je een getrouwd stel gelukkiger mee maken
dan met de komst van een baby? En daarbij was het natuurlijk voor
preutse ouders een prima mogelijkheid de waarheid over het krijgen
van kinderen (nog even) te verzwijgen tegenover de andere kinderen.
De populariteit van de ooievaar ging zelfs zover dat veel mensen
ertoe overgingen speciale 'nestelplaatsen' voor de ooievaars op te
richten. Vaak was dit een wagenwiel boven op een hoge paal. Het
bijgeloof rondom deze geweldig mooie vogel heeft er zeker ook toe
bijgedragen dat een zo grote opvallende vogel nog steeds in een
groot aantal landen zo algemeen voorkomt.
VERSPREIDINGSGEBIED
Voor wat betreft het verspreidingsgebied
van de ooievaar moeten we helaas vaststellen dat ze in Europa sterk
in aantal zijn afgenomen. Hoewel in menige literatuur te lezen valt
dat ze in Nederland voorkomen moeten we concluderen dat dit de
laatste jaren, althans waar het 'wilde exemplaren' betreft, niet
meer het geval is. Een bittere pil als we bedenken dat de ooievaar
vroeger zo talrijk was dat op elk huis bijna wel een ooievaarsnest
lag. Zoals gezegd zijn het tegenwoordig, zeker in Nederland,
zeldzame vogels. Met name de moderne dakconstructies bieden geen
plaats meer voor ooievaarsnesten. Maar de belangrijkste oorzaak voor
de achteruitgang is de uitbreiding aan bewoond gebied. Door deze
grootschalige uitbreiding werden grote waterrijke gebieden in
Nederland (en andere Europese landen) gedraineerd met als gevolg dat
er voor de ooievaar nog onvoldoende mogelijkheden overbleven om aan
voldoende voedsel te komen. Verderop in de tekst zal namelijk
duidelijk worden dat het type voedsel waar de ooievaar van leeft in
waterrijke gebieden voorkomt.
Globaal komt de ooievaar nog voor van
Europa tot in Azië. Naar het zuiden broedt hij nog in Spanje en
Portugal, Noord-Afrika en in enkele gebieden rond de Middelandse
Zee, maar niet meer in Italië en Frankrijk. Als dwaalgast komt de
ooievaar nog voor in Engeland, Noorwegen en Finland.
DE OOIEVAAR IN NEDERLAND
Als we het over de ooievaar in Nederland
hebben dan hebben we het over buitenstations die in het kader van
het ooievaarsproject door 'de Vogelbescherming' zijn opgericht. Hier
wordt getracht de ooievaar voor Nederland te behouden. Inmiddels
vliegen er door de inspanningen van deze buitenstations weer ruim
1000 ooievaars in ons land rond!
OOIEVAARS IN ROEMENIË
De eerste mogelijkheid die zich voor mij
voordeed om een ooievaar op het nest te fotograferen was in de
plaats Agnita. Agnita is een vrij grote stad in Roemenië die precies
in het midden van Roemenië ligt. Het exacte middelpunt wordt in de
stad zelfs aangegeven met een merkteken. Het betreffende nest was
gebouwd op een 'elektriciteitspaal' en getuige de dikte van het nest
was hij al jaren in gebruik. Deze wetenswaardigheid werd me door één
van m'n vrienden in Roemenië verteld. Elk jaar namelijk, zo vertelde
hij, worden de nesten door de vogels gefatsoeneerd met grote
hoeveelheden takken. Dit gesleep met takken was trouwens al op ruime
afstand van het nest te zien. Overal kon je namelijk op de grond
grote hoeveelheden gevallen takken waarnemen, die trouwens wanneer
ze eenmaal gevallen zijn nimmer meer door de vogels worden opgepakt.
Een ander opvallend aspect wat mij opviel bij het kijken naar het
nest was dat er nogal wat mussen hun nest hadden gebouwd in het nest
van dit ooievaarsstel. Iets wat ik trouwens later ook bij veel
andere ooievaarsnesten heb kunnen waarnemen. Het tweede nest dat ik
kon fotograferen was in de plaats Avrig op ca. 50 km. van Agnita.
Ook hier betrof het een nest op een elektriciteitspaal. Hier had ik
zelfs de mogelijkheid om beide vogels op het nest te fotograferen.
Ook hier viel het gevallen nestmateriaal weer op. Tot op een afstand
van wel 50 meter lagen wijd verspreid overal takken op de grond.
PAARGEDRAG VAN DE OOIEVAAR
Een belangrijk deel van het liefdesspel
van vogels en dieren in het algemeen bestaat in een wederzijdse
herkenning. Als deze herkenning er niet is zal het gewoonlijk niet
tot paargedrag en paring komen. De witte ooievaar heeft een
begroetingsceremonieel waarbij de vogel onder voortdurend geklepper
met de snavel (een andere vorm van geluid kunnen ze niet maken omdat
ze stom zijn!!) de kop tot op z'n rug naar achteren buigt, deze dan
weer naar voren brengt en weer naar beneden. Het tegengeslacht zal
op dit gedrag in gelijke zin antwoorden zodat uiteindelijk beide
vogels zullen kunnen overgaan tot paring. Een dergelijke paring kan
niet tot stand komen wanneer beide vogels geen herkenning in elkaar
vinden. Zo gaat bijvoorbeeld de zwarte ooievaar bij een begroeting
heel anders te werk. De zwarte ooievaar schudt zijn kop van de ene
kant naar de andere en maakt daarbij een fluisterend geluid. Wordt
nu een zwarte ooievaar bij een witte gezet dan zullen zich bij het
paargedrag regelmatig misverstanden voordoen met als gevolg dat
beide vogels geen huwelijkskandidaat in elkaar zullen zien en dus
niet tot paring zullen overgaan.
BROEDPROCES
De mannetjes ooievaars keren als eerste
terug uit Afrika. Ze gaan als ze eerder hebben gebroed terug naar
het oude nest en proberen daar door geklepper een wijfje te lokken.
Gaat een wijfje op zijn advances in - en dat zal vaak het wijfje
zijn dat het vorig jaar ook met dezelfde man dit nest heeft bewoond
-,dan tilt hij na beeindiging van 'de klepper ceremonie' een tak
uit het nest en biedt haar die aan. Als zij de tak accepteerd vindt
meestal kort hierop de paring plaats. Ooievaars nestelen doorgaans
op palen, gebouwen, bomen en soms ook op rotsen. Het nest bestaat
zoals reeds opgemerkt uit een zwaar rond platform van allerlei grote
en kleine takken. In het nest worden meestal 3 tot 6 witte eieren
gelegd, die ca. 34 dagen worden bebroed. De jongen worden vrijwel
naakt geboren, maar hebben al gauw nestdons. Jonge ooievaars groeien
bijzonder snel.Toch duurt het enige jaren alvorens ze paarrijp zijn.
De eieren worden door beide oudervogels bebroed. Het wijfje broedt
s'nachts het mannetje overdag. Indien de vogels op het nest zijn en
al eieren hebben valt het op dat beide vogels steeds (nog) blijven
werken aan het nest. Ooievaars zijn weinig schuw zo viel me op. Als
ik onder aan een nest stond te kijken en te fotograferen en of met
iemand stond te praten werden de vogels daar niet anders van.
VOEDING
Op één van de avonden ben ik met m'n
Roemeense vriend eens met een natuurboek rond de tafel gaan zitten
en heeft hij mij aan de hand van plaatjes en latijnse namen verteld
wat de ooievaar zoal op het menu heeft staan in Roemenië. Het
voedsel van de ooievaar in Roemenië bestaat voor het grootste deel
uit:
1. Slangen
Met name de ringslang (natrix natrix) en
de geblokte ringslang (natrix tessellata) worden door de ooievaar
gegeten.
2. Kikkers
Vooral de boomkikker (hyla arborea) met
z'n gifgroene kleur en de geelbuikvuurpad (bombina variegata) met
z'n prachtig getekende buik zijn talrijk in Roemenië en worden
derhalve het meest gegeten door de ooievaars. Maar ook de middelste
groene kikker (rana esculenta) en de overwegend bruine springkikker
(rana dalmatina) worden graag door hem genuttigd.
3. Hagedissen
Van de hagedissen die in Roemenië
voorkomen zijn het vooral de overwegend groen gekleurde
smaragdhagedis (lacerta viridis) en de mooie zwart getekende bruin-
tot groenachtig gekleurde zandhagedis (lacerta agilis) die veel
gevangen en gegeten worden door de ooievaar.
Naast slangen, kikkers en hagedissen
worden verder nog aardwormen (lumbricus terrestris),
verschillende soorten insekten (voornamelijk sprinkhanen),
jonge waterschildpadden (emys orbicularis), muizen en
mollen gegeten. Indien ooievaars jongen hebben is het keihard
werken voor de vogels. Zo is uit onderzoek duidelijk geworden dat
een ooievaarsgezin met 4 jongen ongeveer 4 kilogram aan voeding
nodig heeft. Zo heeft men in dit onderzoek een ooievaar gadegeslagen
die op een stuk bouwland, dat werd omgeploegd in één uur tijd 44
muizen ving. Een andere ooievaar werkte op een dag meer dan 750
kleine en grote kevers naar binnen, 1315 sprinkhanen en 730
bladwespellarven.
DE OOIEVAAR ALS TREKVOGEL
De ooievaar is een zogenaamde trekvogel.
Trekvogels zijn vogels die elk jaar uit hun broedgebied naar hun
overwinteringsgebied vliegen en weer terug. Tot deze vogels behoort
dus ook de ooievaar. De ooievaar is een trekvogel die z'n weg vooral
zwevend in plaats van vliegend aflegd. Kenmerkend voor dergelijke
vogels is dat ze gebruik maken van specifieke trekbanen. Ooievaars
maken gebruik van het gegeven dat warme lucht opstijgt. De
opstijgende warme lucht wordt thermiek genoemd. Deze thermiek, als
het ware kolommen opstijgende lucht, is boven het land het sterkst
ontwikkeld, zodat ooievaars dan ook bij voorkeur over land trekken.
Als ze zeeen moeten oversteken, doen ze dit op punten waar de
oversteek het smalst is, zoals bij de Straat van Gibraltar en de
Bosporus bij Istanbul. Zo kan het voor komen dat aan de Bosporus op
goede dagen duizenden ooievaars langskomen. Een dergelijk schouwspel
zal ongetwijfeld iedere vogelliefhebber diep onder de indruk doen
geraken. Zoals gezegd maken ooievaars gebruik van thermiek. Bij
bepaalde weersomstandigheden vormen zich kolommen opstijgende (warme)
luchtbellen waarin de vogels zich al cirkelend tot grote hoogte
omhoog laten voeren, om daarna in de trekrichting af te glijden.
Ooievaars kunnen op deze manier tientallen kilometers afleggen
zonder ook maar één keer met de vleugels te slaan. De meeste
ooievaars trekken naar het zuiden, westen en oosten van tropisch
Afrika en naar het Midden Oosten om daar te overwinteren. De
grootste afstand tussen de overwinteringsgebieden en de Europese
broedgebieden kan wel 10.000 km. bedragen. Onderweg rusten ze
bijvoorkeur in waterrijke gebieden. Zouden ze dit niet doen dan was
het onmogelijk om deze reis jaarlijks te ondernemen. Tijden de trek
hebben ze met vele moeilijkheden te kampen. Zo zijn er de
hoogspanningsleidingen die, met name wanneer de weersomstandigheden
het niet toelaten hoog te vliegen, vele slachtoffers maken. Maar ook
woestijnen zijn gevaarlijke gebieden. Dit is vooral het geval
wanneer de ooievaars bijvoorbeeld door tegenwind worden opgehouden,
terwijl hun voedselreserves al bijna uitgeput zijn. En dan zijn er
nog de drommen jagers in de Zuideuropese landen die jaarlijks (met
heel veel enthousiasme) miljoenen trekvogels afschieten. De omvang
ervan tart bijna elke beschrijving. Alleen al in Italië worden elk
jaar ruw geschat 200 miljoen trekvogels gedood!! Maar ook landen als
Griekenland, Turkije, Malta, Frankrijk en Cyprus vermoorden
jaarlijks miljoenen trekvogels. Eigenlijk is dit ontzettend wrang
als je bedenkt dat de meeste trekvogels in landen als bijvoorbeeld
Duitsland, Nederland en Groot Brittannië speciale bescherming
genieten. Hier lijkt me dan ook voor belangenorganisaties nog veel
internationaal werk te doen!
A. van Kooten