Psittacula longicauda
longicauda (Malakka langstaartparkiet)
Formaat:
Man 42 cm, Pop 37 cm
Ringmaat:
6 mm
Geslachtsonderscheid:
Beide geslachten zijn uiterlijk goed van elkaar te onderscheiden. De pop
heeft een donkergroene kin en schedel. Het donkerroze op de wangen is
minder intensief van kleur en loopt minder ver door als bij de man. De
staartpennen zijn bij de pop duidelijk korter als bij de man en verder
is de pop in het bezit van een zwarte boven- en ondersnavel.
Man:
De algehele lichaamskleur is groen. De kop is diep roze. De schedel is
donkergroen en de nek licht geelgroen. Op het voorhoofd bevindt zich een
blauwzwarte voorhoofdsband. De ogen zijn zwart met een bleke iris. De
bevedering van de keel is zwart. De kleur van de kop en de nek is strak
afgescheiden. De hals- en de borstbevedering is lichtgroen. De
bevedering van de buik is groen met een gele waas. De mantel en het
rugdek zijn licht geelgroen met een iets blauwe waas. De stuit is egaal
lichtgroen. De hand- en armpennen zijn groen met zwartgrijze toppen. De
buitenvlag is groen en de binnenvlag zwartgrijs. De kleur van de
vleugeldekveren is diep groen met een geelgroene waas. De middelste
staartpennen zijn violet. De overige staartpennen zijn diep blauw met
een groene buitenvlag. De onderstaartdekveren zijn geelgroen en de
bovenstaartdekveren lichtgroen. De bovensnavel is rood met een iets
lichtere punt. De ondersnavel is zwart. De poten zijn lichtgrijs met
grijze nagels.
Pop:
De pop lijkt erg veel op de man maar heeft een donkergroene kin en
schedel. Het donkerroze op de wangen is bij haar minder intensief van
kleur en loopt minder ver door als bij de man. De staartpennen zijn bij
de pop duidelijk korter als bij de man en verder is de pop in het bezit
van een zwarte boven- en ondersnavel.
Psittacula longicauda
modesta
(Roodkop langstaart parkiet)
Formaat:
Man 48 cm. – Pop 43 cm.
P.
l. modesta
lijkt op de
nominaatvorm maar zowel man als pop zijn groter. Vooral het lichaam zelf
is veel forser. De gehele kop is diep rozerood van kleur inclusief de
schedel met op het voorhoofd een groene waas en een duidelijke
teugelstreep. De wangen zijn diep rood en de achterkop is roodbruin met
een groene waas. De staart is bij deze ondersoort wel veel korter.
Het verschil tussen de pop van
P. l. modesta
en de nominaatvorm zit voornamelijk in het formaat en in de kopkleur.
P. l. modesta
heeft een roodbruine achterkop met groene waas.
P. l. modesta
komt niet in Europa voor.
Psittacula longicauda
nicobarica
(Nicobar langstaart parkiet)
Formaat:
48 cm.
P. l. nicobarica
lijkt op de
nominaatvorm maar zowel man als pop zijn groter. Bij de man neemt de
staart de helft van de totale lengte in beslag. De kop van
P. l. nicobarica
heeft diep rode wangen en een groengele achterkop en nek. De
kopbevedering toont een blauwe waas. De bevedering van de onderrug is
groenachtig van kleur. Poppen verschillen met de nominaatvorm door hun
diep rood gekleurde wangen.
P. l. nicobarica
komt niet in Europa voor.
Psittacula longicauda
tytleri
(Andamen langstaart parkiet)
Formaat:
44 cm.
P.
l. tytleri
verschilt vooral in grootte en kopkleur van de nominaatvorm. Het
achterhoofd, de wangen en het rugdek zijn geelgroen met een grijze waas.
De bevedering van de keel, de borst en de buik zijn blauw bewaasd.
Poppen hebben een dof oranjerode wangtekening.
P. l. tytleri
komt niet in Europa voor.
Psittacula longicauda
defontainei
(Natuna langstaart parkiet)
Formaat:
42 cm.
P.
l. defontainei
lijkt erg veel op de nominaatvorm, het formaat is ook gelijk aan dat van
P. l. longicauda.
De geringe verschillen zitten in de kleur van de wangen en de
kopbevedering. De wangen zijn bij
P. l. defontainei
iets dieper van kleur en laten daarbij een oranjerode waas zien. De
kopbevedering is iets geler. De poppen van
P. l. defontainei
hebben eveneens een iets diepere rode wangkleur dan die van de
nominaatvorm. P. l. defontainei
komt niet in Europa voor.
Herkomst en leefwijze van langstaartparkieten
Psittacula l. longicauda
heeft zijn verspreidingsgebied in Borneo ,Sumatra ,Maleisie ,Singapore
en Malakka. P. l. modesta
komt voor op het eiland Enggano in Indonesië. P. l. nicobarica
komt voor op de Nicobar eilandengroep en
P. l. tytleri
op de Andamanen eilanden.
P. l. defontainei
heeft zijn verspreidingsgebied op Natuna, Riau, Bintan, Belitung en
Karimata. Het leefgebied van langstaartparkieten omvat droge, dorre
landschappen, bosranden, moeras- en mangrovebossen, uitlopers van
regenwouden en gebieden met houtkap. Verder worden ze ook gezien in
plantagegebieden. Ze trekken zowel in kleine als grote groepen rond in
hun leefgebied. Het zijn bijzonder actieve vogels die de gehele dag door
al klauterend en schreeuwend van boom naar boom vliegen. Het voedsel
bestaat in hoofdzaak uit zaden, vruchten, bessen, noten, nectar,
bloesems en blad- en bloemknoppen. De broedperiode valt, al naar gelang
het woongebied, in februari tot juli. De vogels maken hun broedholten in
dode bomen en loofbomen.
De voeding van edelparkieten
n van de mogelijkheden hiervoor is een eetlepel volle
melkpoeder te mengen met een kilo eivoer/universeelvoer. Naast
bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de
beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook
vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. Om aan hun knaaglust
te voldoen is het raadzaam regelmatig verse berken-, wilgen- en of
fruitboomtakken te verstrekken.
Huisvesting van edelparkieten
De meeste edelparkieten zijn als winterhard te beschouwen, dit geldt
echter niet voor langstaartparkieten. Het zijn warmtebehoeftige vogels
en hier dient bij de huisvesting rekening mee gehouden te worden. De
buitenvolière dient een lengte van 4 á 5 meter te hebben en ± 1 meter
breed te zijn. Een goede afmeting voor het nachtverblijf is
1,5 meter lang, 1 meter breed en 2 meter hoog.
Gezien hun vechtlust, met name in het broedseizoen, is het noodzakelijk
dat de vogels paarsgewijs in aparte rennen gehouden worden.
Gezien de knaaglust van de vogels kan de buitenvolière het beste gemaakt
worden van metaal, bijvoorbeeld aluminium. Vergeet niet een portaal of
sluis aan te brengen in de volière. Langstaartparkieten zijn
vliegensvlug en een portaal of sluis zorgt ervoor dat de vogels er in
een onbewaakt moment niet van door gaan. Als volièregaas kan gekozen
worden voor gaas met een afmeting van 19,0 x 19, 0 x 1,45 mm. Indien
sprake is van meerdere buitenvolières dienen deze onderling van elkaar
gescheiden te zijn met dubbel gaas tenzij er ondoorzichtige tussenwanden
tussen de volières geplaatst zijn die onderling contact onmogelijk
maken. Dubbelgaas en ondoorzichtige wanden tussen de buitenvolières
voorkomt dat de vogels elkaar door het gaas kunnen verwonden. Wat dat
betreft komt verlies van nagels en tenen vrij vaak voor bij
edelparkieten! De vliegopening die toegang geeft tot het nachtverblijf
dient een afmeting te hebben van ongeveer 20 cm. Zorg ervoor dat deze
opening af te sluiten is d.m.v. een schuifluikje. Het is het
gemakkelijkst als dit schuifluikje te bedienen is aan de voorzijde van
de volière. Het is verstandig om de buitenvolières voor de helft te
overdekken, bijvoorbeeld met golfplaten. De vogels hebben op deze manier
altijd een droge plaats in de buitenvolière. Het biedt u tevens de
mogelijkheid om in de buitenvolière broedblokken op te hangen. Het niet
beschutte deel van de buitenvolière geeft de vogels de mogelijkheid om
bij regenval een douche te nemen.
Kweken met langstaartparkieten in de volière
Nestblok:
Als nestgelegenheid kan een nestblok verstrekt worden met een afmeting
van 60 cm hoog, een bodemoppervlak van 25 x 25 cm. en een invlieggat van