Man en pop:
De kop is violetblauw met een lichte streeptekening. De nek is voorzien
van een lichtgroene nekband. De rug en de vleugels zijn donkergroen. De
buik is violetblauw naar de flanken toe overgaand in oranje. De
bevedering van de borst varieert van geel naar helder rood. De
onderstaartdekveren zijn geeloranje. De vogels hebben een rode snavel en
grijze poten.
Herkomst en leefwijze van de lori van de blauwe bergen
De lori van de blauwe bergen komt voor in Oost- en Zuidoost Australie,Tasmanie
en op Kangoeroe eiland.
In hun verspreidingsgebied bewonen ze gebieden met boombestanden, open
regenwouden, savannen en plantages. Ook komen ze voor in parken van
woongebieden. Ze komen zowel paarsgewijs, in kleine groepen als ook in
grote zwermen voor. Hun voedsel bestaat in hoofdzaak uit nektar,
bloesem, vruchten, bessen, zaden, pollen en insecten en hun larven.
De voeding
Lories stellen hele andere eisen aan de
voeding dan de meeste andere kromsnavels. Gelukkig zijn er heden
ten dage diverse volwaardige kant en klaar
voeders voor lories en andere zachtvoereters in de handel. In de meeste
gevallen zijn de vogels hier dan ook prima op te houden. Betreffende
voeders kunnen variëren van korrelig tot poedervormig en moeten worden
aangelengd met water. Tegenwoordig zijn er ook pellets in de handel die
speciaal voor lories zijn ontwikkeld.
F. Beswerda,een goede vriend van mij, was één van de eerste kwekers in
Nederland die succesvol kweekte met lories. Na jarenlang
geëxperimenteerd te hebben met de voeding voor zijn lories ontwikkelde
hij uiteindelijk een recept waarmee hij zeer goede kweekresultaten
behaalde en haalt. Dit recept bestaat uit twee gelijke delen en ziet er
als volgt uit:
1. Een
moes van fruit en groente. Deze wordt gemaakt van appels, peren,
aardbeien, ananas, wortelen, komkommers en andere groente- en
fruitsoorten die op dat moment beschikbaar zijn (geen bananen en
sinaasappelen, deze kunnen namelijk darmstoornissen veroorzaken).
2. Een
mengsel van nutrix rijstebloem, bambix, eivoer en insectenvoer, waaraan
vervolgens nog een theekopje roosvicè, twee theelepeltjes gistocal, een
half theelepeltje zeewier, een dessertlepel multivitamine, een theekopje
druivensuiker en een flinke hoeveelheid honing wordt toegevoegd.**
Bovenstaand mengsel wordt vervolgens aangelengd met water tot dat het de
dikte heeft bereikt van yoghurt. Het voer kan in grotere porties worden
aangemaakt en in de diepvries bewaard.
** Voor ´mengsel 2´ kan eventueel ook een kant en klaar lorivoer
gebruikt worden.
Bovenstaande voeding kan eventueel dagelijks nog worden aangevuld met
een weinig zonnebloempitten en trosgierst (wordt niet door alle soorten
gegeten).
Naast bovenstaande voeding kunnen, indien voorradig, wilgentakken en
onrijpe gras- en onkruidzaden aan de vogels gegeven worden.
Verder is belangrijk om het voedsel van lories in vrij zware voerbakjes
aan te bieden. Dit voorkomt dat de vogels ze omgooien en of er mee gaan
spelen, wat ze graag doen! Verder is het van belang dat het voer niet te
dik is. Bij het oplikken van het lorivoer met de penseeltong steken ze
de snavel vrij diep in het voer. Hierbij komt voer op de bevedering wat
ze vervolgens verwijderen door met de kop te schudden. Bij een te dik
voer zullen de resten van de kop ´vliegen´ en overal in de volière
terecht komen. Daarnaast zullen er bij een te dik voer voedselresten aan
de snavel blijven kleven, die op den duur een korst kunnen vormen op en
boven de snavel. Dit kan op zijn beurt weer aanleiding geven tot
vervelende schimmelinfecties bij de vogels.
Huisvesting van lories
Een volière voor lories dient een minimale lengte te bezitten van 3
á
4 meter, een breedte van 1 meter en een hoogte van ca. 2 meter. Een
langere volière is niet echt nodig omdat lories geen typische vliegers
zijn. Ze houden meer van klauteren, springen en klimmen. De volière
dient daarom klimbomen, dikke stukken touw en ander speelgerei te
bevatten. Verder moet
het
verblijf gemakkelijk schoon te houden zijn, dit in verband met de dunne
ontlasting van de vogels. Dit betekent dat de de wanden en de vloeren
het beste van gladde materialen, bijvoorbeeld trespa of tegeltjes kan
zijn vervaardigd.
Kweken met de lori van de blauwe bergen in de volière
Vergelijkbaar met de groenneklori, zie aldaar.
Bijzonderheden
Bij T. h. moluccanus
hebben zich inmiddels als een groot aantal mutaties voorgedaan.
Voorbeelden hiervan zijn de mutaties fallow type 1 en 2, dilute, lutino
en bont.
A. van Kooten