Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Lijnenteelt

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Lijnenteelt

De enige weg om tot kwaliteitsverbetering (rasverbetering) van onze kweekstammen te komen is door op de juiste wijze gebruik te maken van de inteeltmethode. Alvorens men tot de inteeltmethode overgaat is het wenselijk een goede kennis te hebben van onze vogels. Voor een beginnende liefhebber is het beter om eerst willekeurig wat te kweken met vogels, om zodoende wat meer ervaring op te doen. Tevens is het voor elke vogelliefhebber wenselijk om kennis op te doen over de erfelijkheidsleer. Door gebrek aan ervaring en geen of onvoldoende kennis hebben van de erfelijkheidsleer kan de inteeltmethode ook tot achteruitgang van de vogels leiden. Denk in dit kader bijvoorbeeld bij de kanaries aan de lethale (=dodelijke) faktor die zich voordoet bij de paring intensief x intensief. Kennis van dit soort erfelijke faktoren kan dan veel ellende voorkomen. Wanneer men eenmaal wat meer bedreven is in het kweken met vogels en eventuele fouten aan de vogels kan onderscheiden dan kan men overgaan tot een juiste toepassing van de inteeltmethode. De in het schema weergegeven vorm van inteelt noemt men lijnenteelt. Het schema helpt u om tot een juiste toepassing van de inteeltmethode te komen. In het schema zijn drie verschillende erfelijke lijnen weergegeven, te weten:
- de vaderlijn
- de moederlijn
- een combinatie van beiden.

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 
   
 

De vaderlijn

Wanneer u de beschikking heeft over een mooie forse man, die goed van type, kleur, tekening en van een goede afstamming afkomstig is (een vogel uit goede ouders dus) en u heeft zelf geen pop van deze kwaliteit, dan kan met behulp van de lijnenteelt zoveel mogelijk geprobeerd worden de kwaliteiten van deze man terug te krijgen.
Op het schema ziet u de man (stamvader) aangegeven met een zwart balkje en de pop (stammoeder) met een wit balkje. De jongen uit paring 1, zo laat het schema zien, bezitten 50% bloed van de man en 50% bloed van de pop. In het schema worden deze jongen aangegeven met een balkje met de letter A die voor de helft zwart en voor de helft wit is gekleurd.
Om nu te voorkomen dat we in kwaliteit achteruit zouden gaan moeten we er op letten de jongen niet terug te paren aan de moeder (De pop was immers niet zo goed als de man!!!).
We volgen in het schema de lijn van de vader (stamvader) en paren hem vervolgens met z'n beste dochter (zie in het schema onder paring 2). De jongen uit deze paring, aangegeven met het balkje met de letter B, zullen dan al 75% van het ideaal van de oorspronkelijke man (stamvader) hebben. In het derde jaar paren we dezelfde man (stamvader) met de beste dochter uit paring 5. Zoals uit het schema valt op te maken levert deze combinatie, aangegeven met het balkje met de letter D, al 87,5% van het ideaal op van de oorspronkelijke man (stamvader).

Indien we paring 6 in het schema eens wat nader bekijken dan zien we hoe het niet moet, als we tenminste uitgaan van het standpunt dat we het ideaal beeld van de vader willen benaderen. Uit deze paring, aangegeven met het balkje met de letter E, komen namelijk jongen voort die nog maar 12,5% bloed van de oorspronkelijke man bezitten. Met deze paring raken we dus verder verwijderd van het hetgeen we nastreven.

De moederlijn
Een tweede mogelijkheid is de lijn van de moeder te volgen indien deze van een goede kwaliteit zou zijn. Zie hiervoor in het schema paring 1, paring 3 en paring 6. De jongen uit paring 6, aangegeven met het balkje met de letter E, zullen de goede kwaliteiten van de pop bezitten.

Combinatie van de vader- en de moederlijn
Als blijkt dat uit een combinatie van twee normale vogels jongen worden geboren die duidelijk beter zijn als de ouders, dan kunnen we gebruik maken van een combinatie van de vader- en moederlijn.

Wanneer we in het schema kijken naar de uitkomst van paring 1, die in dit geval dus betere jongen geeft, dan zullen we de vader (stamvader) moeten paren met z'n beste dochter (in het schema paring 2) en de pop moeten paren aan haar beste zoon (in het schema paring 3). De jongen die hier uit voortkomen zullen respectievelijk 75% bloed van de man (in het schema aangegeven met het balkje met de letter B) en 75% bloed van de pop (in het schema aangegeven met het balkje met de letter C) bezitten.
Door vervolgens paring 4 (neef x nicht) uit te voeren krijgen we jongen (in het schema aangegeven met het balkje met de letter A) die weer even goed zijn als de eerste jongen uit paring 1 (in het schema eveneens aangegeven met het balkje met de letter A).
Zouden we de kweekvogels uit paring 4, aangegeven met het balkje met de letter A, terug paren aan de oorspronkelijke ouders (stamvader en stammoeder) dan krijgen we jongen die 87,5% bloed hebben van de ouders (zie uitkomst paring 6 en 7).

De uitkomst van paring 7 laat zien dat, indien de jongen uit paring 5 en 6 onderling worden gepaard, we opnieuw de ideale vogel verkrijgen (in het schema aangegeven met het balkje met de letter A).  
Als u de inteeltmethode volgens bovenstaande aanwijzingen toepast hoeft u niet bang te zijn voor achteruitgang van uw vogels.

A. van Kooten

 

 

Verwante links

Broedconditie beïnvloeden
Juiste broedconditie deel 1
Juiste broedconditie deel 2
Broedplek bij vogels
Indicatie broedblokken
Nestkastjes en nestmateriaal
Fysieke vererving
Kweken in broedkooien
Kweekprogramma - Kweekboek
Voetringen voor vogels
Ringen van vogels

 

 

 

Disclaimer

HOME

Vertel een vriend over deze site

 

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten