Deze website wordt
u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras-
en grote parkieten bij de NBvV
|
Home |
Koningsparkiet (Alisterus scapularis) |
|
|
Het verschil tussen de beide ondersoorten wordt duidelijk als we het
woord minor vertalen, minor betekent namelijk 'klein'. Het enige
verschil tussen deze beide soorten is dan ook dat de laatste wat
kleiner is. In gevangenschap zijn beide soorten veelvuldig met
elkaar gekruist waardoor de onderlinge verschillen niet meer door
ons (kunnen) worden opgemerkt.
Verspreidingsgebied
De koningsparkiet komt voor in de kust- en berggebieden van oost-Australië en van noord Queensland tot zuid Victoria. In zijn
verspreidingsgebied is hij voornamelijk waar te nemen in eucalyptus
bossen en in het subtropisch regenwoud. Van nature is de
koningsparkiet dan ook een bosvogel.
Toch schuwt hij het niet om regelmatig in aangrenzende meer open,
licht beboste terreinen en in graanvelden en boomgaarden zijn
gezicht te laten zien. Vooral buiten het broedseizoen is laat de
koningsparkiet zich ook in de parken en tuinen van steden en dorpen
zien. Koningsparkieten vliegen gewoonlijk rond in paren of kleine
groepen. In de herfst verzamelen de jonge vogels zich in groepen van
twintig tot wel dertig stuks. Overdag zijn de vogels vaak te vinden
in bomen en struiken waar ze beschutting zoeken voor de zon en of op
zoek zijn naar voedsel. Ook komen ze regelmatig op de grond om te
drinken en voedsel te zoeken.
Voeding
In hun natuurlijke leefomgeving bestaat het voedsel van de
koningsparkiet uit vruchten, bessen, noten, zaden van gras(sen) en
planten, nestar, bloesems en bladknoppen. Ook dierlijk voedsel in de
vorm van insecten en larven van insecten worden gegeten.
Uit observaties van de vogels in het wild is naar voren gekomen dat
ze een voorkeur hebben voor de zaden van eucalyptussen en acacia's
en halfrijpe maïs.
Mijn koningsparkieten krijgen een zaadmengsel voor Grote parkieten
aangevuld met geweekte zaden, eivoer en enkele meelwormen. Verder
krijgen ze dagelijks fruit (bijv.: appel, peer) en groenvoer (vogelmier,
sla, andijvie, witlof of i.d.). Verder mag scherpe maagkiezel en
grit niet ontbreken in hun voedselmenu!
Uit ervaring weet ik inmiddels ook dat de vogels ontzettend graag
mogen knagen aan verse fruit- en of wilgentakken. De
koningsparkieten die ik bezit zijn hier de hele dag zo'n beetje zoet
mee. Het schors (cellulose) wat ze van de takken knagen wordt ook
gedeeltelijk opgegeten, hetgeen weer belangrijk is voor een goede
spijsvertering van de vogels.
Broedproces
Koningsparkieten zijn over het algemeen pas op hun 3e
levensjaar geslachtrijp. Uitzonderingen bevestigen echter de regel
want er zijn gevallen bekend waarbij poppen al op tweejarige
leeftijd jongen groot brachten. Ook komt het voor dat eerstejaars
poppen al eieren leggen. Mannen moeten minimaal 2 jaar en meestal 3
jaar zijn om überhaupt te kunnen bevruchten.
In Australië loopt het broedseizoen van september tot januari. In
het wild maken ze graag gebruik van hele diepe nesten in hoge bomen.
De nesten kunnen een diepte hebben die gelijk is aan het maaiveld.
Gewoonlijk worden 3 tot 6 eieren gelegd. De broedduur bedraagt ca.
20 dagen en de eieren worden alleen door de pop bebroed. De jongen
vliegen gewoonlijk op een leeftijd van 5 weken uit.
In gevangenschap zo is gebleken zijn koningsparkieten niet alleen
vrij kieskeurig in de keuze van een partner maar ook in de keuze van
het nestblok. Voor wat betreft de keuze van een partner is het
verstandig jonge vogels te kopen en deze reeds op jonge leeftijd bij
elkaar te plaatsen. Probleem hierbij kan zijn dat nog niet te zien
is wat een man of pop is. De meeste vogels zijn namelijk pas na (ruim)
2 jaar op kleur. Toch zijn er wel een paar aanwijzingen om het
geslacht van de vogels op jonge leeftijd te onderscheiden. Veel
jonge mannen laten al een vleugelstreep zien en vaak loopt het rood
bij de mannen hoger door op de borst. Verder is de snavel van een
jonge pop vaak donkerder dan die van een jonge man en is het blauw
op de stuit bij jonge poppen lichtblauw en bij de mannen meer
donkerblauw. De meeste mannen beginnen al binnen het jaar te
verkleuren. Er verschijnt dan hier en daar een rood veertje op de
borst en op de kop. Ook begint vaak de snavel al enigszins rood te
kleuren. Toch gaat het hele proces van verkleuren bij de man uiterst
langzaam. Pas na ruim 2 jaar zal hij zijn prachtige (volwassen)
kleurenkleed laten zien.
Wat betreft de kieskeurigheid van het nestblok het volgende. Het
komt regelmatig voor dat poppen de eieren zo van de stok laten
vallen en of de eieren gewoon ergens op de grond leggen. De oorzaak
hiervan is meestal dat de pop de beschikbaar gestelde broedblok(ken)
niet accepteert.
De meeste koningsparkieten hebben een voorkeur voor een staand blok
van ca. 2 meter hoog met een bodemoppervlak van ongeveer 25 x 25 cm.
het invlieggat dient een doorsnee te hebben van ca. 9 cm. Zorg
ervoor dat het nestblok in de buitenvlucht van de volière staat/hangt
en op een koele donkere plaats. Een ervaren kweker van
koningsparkieten wist me te vertellen dat het erg belangrijk is te
weten in wat voor nestblok de pop is groot gebracht. Hij had de
ervaring dat poppen voorkeur hebben voor een nestblok waar ze zelf
in zijn groot gebracht. Dus vergeet bij aanschaf van
koningsparkieten niet te vragen in wat voor nestblok de pop is groot
gebracht!
Zelf heb ik (in 2000) jonge koningsparkieten aangeschaft waarvan de
pop gewoon in een hangend nestblok van 60 cm.hoog en een
bodemoppervlak van 30 x 30 cm. is groot geworden.
Geef de vogels meerdere nestblokken van verschillende afmetingen ter
beschikking, het zal het broedsucces zeker vergroten. Indien een pop
de eieren zo van de stok op de grond laat vallen en of de eieren op
de grond legt mag het duidelijk zijn dat de nestkast haar niet aan
staat. In een dergelijk geval zul je als kweker de vogels een andere
nestkast(en) moeten aanbieden. De eieren worden door de pop om de
dag gelegd, meestal 5. Tijdens het broeden voert de man de pop
regelmatig in het nest. Tijdens de gehele broedperiode zal de man
steeds in de nabijheid van het nest verblijven. Zoals reeds eerder
opgemerkt komen de jongen na ongeveer 20 dagen uit het ei. In het
begin worden de jongen alleen door de pop gevoerd. Na enkele dagen
helpt de man bij het voeren. De jongen moeten geringd worden met
ringmaat 7 mm. Na ca. 35 dagen verlaten de jongen het nest waarna ze
nog enige tijd door de ouders worden gevoerd.
Mutaties
Bij de koningsparkiet kennen we tot op heden slechts enkele
mutaties. Eén daarvan is een gele. Het betreft hier echter geen lutino mutatie! Deze gele mutatie vererft autosomaal recessief.
De mutatie is nog heel erg zeldzaam. Naar hetgeen ik gelezen heb
moet het een schitterende vogel zijn. Bij deze vogel is de rode
kleur, rood gebleven en zijn alle groene veren geel geworden.
A. van Kooten
|
|