Deze website wordt
u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras-
en grote parkieten bij de NBvV
|
|

|

|
Kooi- en volièrevogels (ca. 300) |
Broedconditie en broedproces |
Fotogalerijen |
Vogelziekten |
Medicijnen |
Kweekproblemen |
Ziekenkooi |
Vogeldierenartsen |
Voeding |
Bouw en inrichting volière |
Tips van vogelliefhebbers |
Vogels - koude volière |
Vogels - warme volière |
Downloads |
Kolibries Kolibries behoren ongetwijfeld tot de
mooiste en bijzonderste vogels op onze aarde. Mooi, vanwege de
metaalachtige weerschijn
van het verenkleed en de dikwijls ingewikkelde versieringen van dit
verenkleed, zoals lange staartpluimen, kragen en kuiven en bijzonder
vanwege hun gespecialiseerde manier van vliegen. In tegenstelling
tot andere vogels draait de kolibrie namelijk, bij elke vleugelslag,
met een korte elipsvormige beweging, de vleugels. Een ander
bijzonder aspect aan het vliegen van kolibries is, dat ze hun
vleugels stijver en meer uitgespreid houden dan andere vogels. De
naam `natuurlijke helikopters', die door één van de grootste experts
op het gebied van kolibries, Fernando Ortez, aan de kolibries is
gegeven, geeft deze gespecialiseerde manier van vliegen dan ook zeer
goed weer. |
Kleurplaten |
Vogelanimaties |
Vogelmarkten |
Vogelparken |
Richtprijzen vogels |
Vogelgeluiden |
Vogelboeken |
Erfelijkheidsleer vogels |
Links naar vogelwebsites |
Europese cultuurvogels |
Papegaai als huisdier - index |
Vogelwereld Curaçao |
|
|
Kenmerken:
Het verenkleed van het lichaam van kolibries is meestal glanzend
groen of blauw en de onderkant van de vleugels kastanje bruin.
Het grootste deel van de glanzende veren bevindt zich op keel en
kruin. De glanzende veren veranderen, afhankelijk van de lichtval,
steeds van kleur. Schitterende tinten van rood, roze, paars, blauw,
geel en groen zijn dan, meestal maar vanuit één gezichtspunt, waar
te nemen. Doordat de veren steeds veranderen van kleur is het voor
onderzoekers erg moeilijk om de verschillende soorten te
onderscheiden. Herkenning van kolibriesoorten vindt dan ook veelal
plaats via snavelvorm, staartvorm, en eventueel aanwezige kragen en
kuiven.
Bij sommige soorten is de onderkant van de staartveren brons of
paars glanzend, terwijl bij andere soorten de veren witte punten,
strepen of vlekken bezitten. Afhankelijk van de soort kan de staart
allerlei vormen hebben. Vaak heeft de staart de vorm van een brede
waaier, ook kan het een stompe vork of een lange schaarvorm zijn.
Het grootste deel van de zichtbare vleugel bestaat bij de kolibries
uit de verlengde grote slagpennen.
De kop van de kolibrie is in verhouding tot de rest van het lichaam
groot. Toch valt dit bij de meeste soorten niet op door de relatief
grote afmetingen van vleugels en staart.
Kolibries zijn over het algemeen klein, snel en uitzonderlijk actief.
De grootste soort, de reuzenkolibrie meet iets meer dan 20 cm,
terwijl de kleinste, de bijenkolibrie, niet veel groter is dan 4 cm.
Bij de meerderheid van de soorten bedraagt de lengte van het lichaam
niet meer dan 5 cm, terwijl het gewicht ongeveer 5 à 7 gram (!)
bedraagt.
De snavel van de kolibrie is lang en fijn. Een aantal soorten heeft
een licht naar onderen gebogen snavel, andere soorten een licht naar
boven gebogen snavel. De lengte van de snavel kan, afhankelijk van
de soort, variëren van ongeveer 2 cm tot ruim 10 cm. De
verschillende snavelvormen duiden op aanpassing aan verschillende
bloemen als voedselbron.
Kolibries spelen een bijzonder belangrijke rol bij de bestuiving van
planten en dragen zodoende in hoge mate bij tot het in stand houden
van verschillende plantensoorten. Bij het zoeken naar nectar raken
ze namelijk met de kopveren de stuifmeeldraden aan en dragen
zodoende de pollen van bloem naar bloem.
Kolibries hebben een lange en dunne tong die tot voorbij de
snavelpunt kan worden uitgestoken. De tong heeft omgerolde zijkanten,
die een soort van dubbele buis vormen, waarin de nectar wordt
opgezogen.
Soorten en voorkomen:
Er bestaan maar liefs zo'n 320 soorten kolibries, die
verspreidt over de landen in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika
voorkomen.
U zult begrijpen dat het ondoenlijk is om 320 verschillende soorten
kolibries in één artikel te behandelen.
Daarbij gebiedt de eerlijkheid me nog te vertellen, dat ik kolibries
nimmer in hun natuurlijke omgeving heb mogen aanschouwen. Mijn
kennis beperkt zich slechts tot datgene wat ik uit de literatuur heb
opgetekend en gezien heb op videofilms over kolibries. Natuurlijk
heb ik ze al meerdere malen in levende lijve mogen aanschouwen. Zo
zijn ze bijvoorbeeld te zien in `het NOORDER DIERENPARK' in Emmen en
ook wel op grote landelijke tentoonstellingen.
Veel kolibries zijn bosbewoners, maar ze kunnen in allerlei biotopen,
van het open land tot op grote hoogten in bergstreken voorkomen. In
sommige streken leiden ze een zwervend bestaan of zijn ze onderhevig
aan seizoensbewegingen om zodoende voordeel te trekken uit de
bloeiseizoenen van verschillende planten.
Veel kolibriesoorten zijn trekvogels. De soorten die hiertoe behoren
trekken veelal naar Noord-Amerika om daar te nestelen in de
zuidelijke delen van Canada of Alaska.
Kolibriesoorten uit de tropische en subtropische bergstreken zijn
daarentegen vaak zeer plaatselijk verspreid.
In de Verenigde Staten komen kolibries bijna overal voor. Zo komen
ze voor in het hooggebergte, in de jungle, in bossen, op vlaktes en
zelfs in de woestijn.
Kolibries zijn vrijwel nergens bang voor omdat ze nauwelijks
vijanden hebben. De meeste soorten kennen ook ten aanzien van de
mens geen angst. Zomerhuisbewoners bij de grote meren, in de buurt
van Georgië Bay, maken van dit gedrag gebruik door de daar
voorkomende kolibrie, het Robijnkeeltje, uit de bossen te lokken met
speciaal opgehangen flessen waarin rood suikerwater zit. Het
suikerwater wordt in een rode kleur aangeboden omdat gebleken is dat
het robijnkeeltje voor deze kleur een duidelijke voorkeur heeft. Het
robijnkeeltje is de enige kolibriesoort, die ten oosten van de Missippi voorkomt. Trouwens over het robijnkeeltje valt nog iets
zeer bijzonders te vertellen want, ondanks dat kolibries doorgaans
geen lange afstandstrekkers zijn, presteert het robijnkeeltje het om
met en topsnelheid van 50 km/u de Golf van Mexico ) over te vliegen.
Als u daarbij bedenkt dat `De Golf van Mexico' toch al gauw een
lengte heeft van ruim 1000 km en kolibries, vanwege hun hoge energie
verbruik, om de 15 à 20 minuten moeten eten dan zal u duidelijk
worden met wat voor raadsels dit vogeltje de deskundigen weet op te
zadelen.
Van de kolibries is de Reuzenkolibrie (Patagona gigas) uit de Andes
de grootste. De reuzenkolibrie meet iets meer dan 20 cm, waarbij
opgemerkt moet worden dat meer dan de helft hiervan staart is. De
reuzenkolibrie is dus ongeveer zo groot als een merel, alleen wel
veel slanker. Voeden doet de reuzenkolibrie zich met de nectar van
de Agane. De Agane is een plant met veel kelken en dus veel nectar.
Eén van de kleinste kolibries, de Bijenkolibrie (Mellisuga helenae)
uit Cuba, is niet groter dan 5 cm. Daarbij meet het lichaam ongeveer
2,5 cm en wordt de rest van z'n lengte gevuld door de snavel en de
staart.
De allerkleinste kolibrie vinden we echter hoog in het Andes
gebergte in Ecuador, Zuid-Amerika. Het is de Estella-kolibrie die
niet groter is dan 4 cm. In z'n algemeenheid geldt voor kolibries,
hoe kleiner de soort des te sneller de vleugelslag. Bij de
reuzenkolibrie ligt deze snelheid zo rond de 8-10 slagen per seconde,
terwijl bij kleine kolibries de frequentie stijgt tot ongeveer 80-85
slagen per seconde.
In de Verenigde Staten ligt de `kolibriehoofdstad' bij uitstek, de
`Mile Hi Ranch'. De `Mile Hi Ranch' ligt in de Ramsey Canyon op
ongeveer 16 km afstand van de grens met Mexico.
Op deze plaats worden regelmatig 16 of meer trekkende
kolibriesoorten aangetroffen. Van de soorten die hier voorkomen is
het Zwartkeeltje veruit de luidruchtigste en de Rivoli kolibrie één
van de fraaiste en grootste. Andere soorten die rond `Mile Hi Ranch'
voorkomen zijn o.a. de Violetkruin-amazilies, de Breedstaartkolibrie
en de Blauwkeelbergjuweel. Van de Blauwkeelbergjuweel schijnt een
bioloog ooit eens gezegd te hebben, dat deze roofvogels durft aan te
vallen.
Een ander kolibrieparadijs vinden we in Costa Rica, nabij de vulkaan
de Paos. In dit gebied, waar het vrij veel regent, komen o.a. de
Langsnavel-zonzoeker, de Groene-violetkolibrie, de Cerisekolibrie,
de violette sabelvleugelkolibrie, de Heremietkolibrie, de
Smaragdkolibrie met z'n kenmerkende gaffelstaart en z'n gewicht van
2,5 gram, en de zeer kleurrijke Tzacati-amazilia voor. Na de regen,
als de zon doorbreekt, komen deze kolibriesoorten te voorschijn om
nectar te zuigen uit o.a. Bananenbomen en Heliconia bloemen. Andere
planten die door de kolibries bezocht worden zijn de Lobelia laxiflora, een plant met licht oranje bloemen, de Hamelia patens,
een struikachtige plant met oranjerode buisbloemen en de Inga brenessi, een boom die lichtgele bloemen draagt. Eén van de
zeldzaamste kolibries is de Zwaardkolibrie, die voorkomt in Ecuador,
Zuid-Amerika en z'n biotoop (=natuurlijke omgeving) heeft in Quenca.
Een andere kolibriesoort die voorkomt in Ecuador is de Gould-violetoorkolibrie.
Deze soort heeft z'n biotoop in de bossen rondom de evenaar en bouwt
daar ook z'n nest. De Gould-violetoorkolibrie voedt zich o.a. met
nectar uit de Puya-bloem.
Ook de schitterende Victoria-sylfe met z'n zeer mooie en lange
staart is een bewoner van Ecuador.
Op de Nederlandse Antillen is de kolibrie eveneens vertegenwoordigd.
Zo vinden we bijvoorbeeld de rode kolibrie op Bonaire en de groene
kolibrie, ook wel "blenci" genoemd, op Curaçao.
Huisvesting:
Het houden van kolibries stelt bijzondere (hoge) eisen aan
de huisvesting. Zoals reeds eerder beschreven komen ze uit Noord-,
Midden- en Zuid-Amerika. Het natte en koude klimaat in ons land is
dus zeker niet ideaal voor hun. De volière zal hier dan ook op
aangepast moeten worden. Concreet betekent dit dat ze gehuisvest
dienen te zijn in een verblijf met een temperatuur van 18 C tot 22
C. Daarbij vragen kolibries een ruim verblijf, dat per paar vogels,
een lengte dient te hebben van 3 tot 4 meter, een breedte van 1
meter en een hoogte van 2 tot 3 meter.
De temperatuur dient zoveel mogelijk constant te zijn, hetgeen het
beste te verwezenlijken is door te kiezen voor een
verwarmingssysteem met thermostaat.
Als verlichting kan gebruik gemaakt worden van Tl-buizen, die per
dag ongeveer 12 tot 14 uur moeten branden.
De luchtvochtigheid in het verblijf dient te liggen tussen de 60 en
70%.
Verder dienen in het verblijf planten (bij voorkeur bloemdragend) en
bloemen geplaatst te worden. Kies voor planten met fel gekleurde
bloemen. Kolibries blijken namelijk een sterke voorkeur te hebben
voor felle kleuren. Onderzoekers maken, bij het zoeken naar
kolibries, van dit gegeven gebruik door vooral daar te zoeken waar
zich fel gekleurde bloemen bevinden.
Als zitstokjes kunnen het beste "levende" dunne takjes worden
aangeboden, die echter gemakkelijk vervangen moeten kunnen worden.
Kolibries houden van baden, reden waarom we in het verblijf platte
ondiepe schalen met water dienen neer te zetten.
Als bodembedekking kan gebruik gemaakt worden van kattenbakstrooisel.
Uit bovenstaande zal u duidelijk geworden zijn, dat vooral vitrines
en plantenkassen ideale onderkomens zijn om kolibries in te houden.
Aanschaf:
Met betrekking tot de aanschaf van kolibries zou ik het volgende
willen opmerken.
Verdiep u, alvorens u overgaat tot de aanschaf van kolibries, in de
vraag: `Hoe hou ik kolibries?'
Vooral wanneer u nog helemaal geen ervaring heeft en nog nooit
suikervogels en of nectarvogels heeft gehouden is de kans op
mislukkingen niet te onderschatten.
Mocht u overwegen om kolibries aan te schaffen dan kunt u naar mijn
mening het beste informatie inwinnen bij de Speciaalclub voor
liefhebbers van insecten- en vruchtenetende vogels. Binnen deze Speciaalclub van de N.B.v.V., die zo'n 500 leden telt, is de kennis
aanwezig om u te begeleiden en te helpen bij de eventuele aanschaf
van kolibries.
Karakter van de vogel:
Kolibries zijn over het algemeen vrij agressief en leven veelal op
zich zelf, dit ondanks hun nietige verschijningsvorm.
Dit "karaktertrekje" wordt veroorzaakt doordat kolibries een
zogenaamde voedingsterritorium bezitten. Dat wil zeggen dat ze een
bepaald gebied "bezitten" waarbinnen ze hun voedsel zoeken en waarin
geen indringers worden geduld. Gebeurt dit wel dan wordt het
voedingsterritorium op agressieve wijze verdedigd. De Amazilie-kolibrie, die voorkomt in Costa Rica (4), blijkt dit
territoriumgedrag in extreme mate te bezitten. Woorden als angst en
vrees komen in het woordenboek van de kolibrie niet voor. Het zal u
duidelijk zijn dat het karakter van deze vogels van grote invloed
zal zijn op de huisvesting in gevangenschap.
Het broedproces:
In het broedproces vervult het popje vrijwel al het werk.
Ongetwijfeld heeft het karakter van de vogels hier mee te maken.
Immers, zoals reeds eerder opgemerkt, leefden ze op zich zelf?
In de paartijd baltsen de mannetjes met weinig spectaculaire
bewegingen voor het popje.
Toch is het baltsen van de vogels schitterend om te zien door de
glanzende kleuren van het verenkleed van het mannetje en de dikwijls
mooie en ingewikkelde versieringen van dit verenkleed, zoals
bijvoorbeeld de reeds eerder genoemde kuiven, kragen en
staartpluimen.
Zoals gezegd zorgt het vrouwtje voor vrijwel alle werk, zij bouwt
het nest, bebroed de eieren en zorgt voor de jongen.
Voor het bouwen van het nest gebruikt het popje fijne materialen
zoals vruchtpluis, mos, haartjes, fijne vezeltjes en korstmos wat
tezamen bijeengehouden wordt door spinnenwebben.
Nesten van kolibries behoren tot de wonderen van de natuur. Zo heeft
men eens een nest uitgeplozen en berekent dat de draden spinrag uit
één nest aan elkaar geknoopt reiken van Alaska tot 't puntje van
Zuid-Amerika en weer terug.
Sommige nesten zijn mooi glad en komvormig en bevestigd op een tak,
andere zijn overkoepeld en sommige zijn hangend of in hangplanten
gebouwd.
De Heremietkolibrie bouwt haar nestje bijvoorbeeld hangend aan 't
eind van een dun palmblad terwijl het robijnkeeltje haar nest op
twijgen bouwt. Heel vaak wordt tijdens het broeden aan het nest
doorgebouwd.
Een deskundige op het gebied van kolibries, de heer J. Baxter,
ontdekte tijdens één van z'n onderzoeken dat een popje twee nesten
tegelijkertijd verzorgde. Terwijl ze in het ene broedde vloog ze
ongeveer om de 20 minuten naar 't andere nest om daar jongen in te
voeren.
Vrijwel alle kolibriesoorten leggen 2 twee witte stomp ellipsvormige
eieren ter grote van een erwt, die in verhouding tot het lichaam erg
groot zijn.
De eitjes worden ongeveer 14 dagen bebroed. De jongen worden naakt
geboren. Het popje voedt de jongen door haar snavel in de keel van
de jongen te steken en voedsel op te braken.
Wanneer je als liefhebber een dergelijk tafereel waarneemt lopen de
rillingen over je rug. Bij het voeden van de jongen door de pop heb
je namelijk het idee, dat de snavel er wel aan de onderkant moet
uitkomen. Het popje voedt de jongen in de vlucht. Per uur worden de
jongen zo'n 4 à 5 keer gevoed. Al naar gelang het aanbod aan voedsel
vliegen de jongen tussen de 2e en de 4e week uit en kunnen vrijwel
meteen vliegen. De jongen beginnen dan ook al zeer vroeg met "vliegoefeningen"
in het nest.
Jonge kolibries lijken vrijwel altijd op het popje.
Dicht bij huis, in de tropische vlindertuin van het Noorder
Dierenpark in Emmen, is het in 1990 gelukt, om als eerste plaats ter
wereld, kolibries van de soort Amazilia amazilia te kweken.
De jongen van deze soort bleken bij de geboorte een gewicht te
hebben van 0,4 gram. Gemiddeld bleken ze ongeveer 1 gram in de vier
dagen in gewicht toe te nemen. De voeding van de jongen bestond uit
nectar, kleine insecten en jonge spinnetjes. Doordat de bloemen in
de vlinderkas onvoldoende nectar aan de vogels boden werd tevens een
soort van "kunstnectar" verstrekt.
De heer G.M. Essenberg memoreert in zijn artikel over kolibries (`Onze
Vogels' 45e jaargang no.9 1984) aan een (Duits) fokverslag van de Phaethornis ruber ruber, een zeer agressieve kolibriesoort.
Deze kolibriesoort bouwde in gevangenschap op een hoogte van 2 meter
in een Dracanea draco, aan een bestaand spinnenweb een nest van fijn
hondenhaar, plantenvezels, fijne wortels, varendelen, boompluis e.d.
In het nest werden twee jongen geboren, waarvan er één in leven
bleef. Het jong werd grootgebracht met zeer veel insecten en
fruitvliegjes (vliegende).
Voeding:
Als het licht is moeten kolibries in hun natuurlijke
omgeving om de 10-15 minuten eten. De voeding bestaat daarbij
overwegend uit nectar en diverse soorten kleine insecten.
Ook in gevangenschap zal de voeding van kolibries daarom dienen te
bestaan uit nectar, vliegende (fruit)vliegjes, mugjes, kleine
spinnetjes en andere kleine insecten.
In gevangenschap zal een kunstmatig nagemaakte nectardrank verstrekt
dienen te worden, die alle noodzakelijke voedingsstoffen moet
bevatten. Voorbeelden van nectarvoeders, die in de handel
verkrijgbaar zijn, zijn: Avinectar, Sucre Vital, Complete nectar
diner en Nectarrokol. Deze voeders dienen als dagvoeding. Voor de
avond en vroege ochtend dient een lichte honingoplossing verstrekt
te worden. Om de kans op bederf van de dagvoeding zo gering mogelijk
te houden moet deze zo rond de middag nogmaals vers gegeven worden.
Als levend voer kunnen het beste vliegende fruitvliegjes gegeven
worden. De vliegjes dienen beslist te vliegen omdat een kolibrie
niet op de grond komt om te eten, trouwens kolibries komen (vrijwel)
nooit op de grond. Daarom ook heeft men lange tijd verondersteld dat
ze ook nooit op takken zaten. Terugkomend op de fruitvliegjes, deze
zijn over het algemeen gemakkelijk te kweken.
De tuitjes van de drinkbuisjes waaruit de vogels de nectar moeten
drinken dienen altijd fel van kleur te zijn, bij voorkeur rood of
oranje. Kolibries hebben immers een voorkeur voor felle kleuren?
Bij overgang van het ene merk nektarvoer naar een andere merk
nectarvoer mogen deze nooit door elkaar gemengd worden. Als u van
plan bent om van voeding te veranderen dan kunt u dat het beste doen
door nectarbuisjes op te hangen met het oude merk en met het nieuwe
merk. Door het aantal buisjes met het nieuwe voer geleidelijk (in
7-10 dagen) op te voeren is de kans op eventuele problemen zeer
gering.
Het om de 10-15 minuten moeten eten geeft al aan dat de kolibrie een
bijzonder hoge verbranding heeft.
Ter vergelijking het volgende. Als een mens net zo hard zou werken
als een kolibrie dan verbrandt ie in één dag meer dan 100.000
calorieën.
De bouw van het lichaam alsmede de organen, zoals bijvoorbeeld het
hart en de longen, zijn helemaal aangepast aan de verhoogde
arbeidsprestatie van de vleugels. Zo maakt het hart een veertigste
deel uit van het totale lichaamsgewicht. Daarmee hebben kolibries de
grootste hartmassa van alle vogels, en ook de 1000 tot 1200
hartslagen per seconde betekent in de vogelwereld een eenmalige
topprestatie. Daarbij hebben kolibries een ademfrequentie, die tot
vijf ademhalingen per seconde bedraagt.
Dat is bijvoorbeeld het dubbele in vergelijking met zangvogels.
s'Nachts kunnen kolibries niet om de 10-15 minuten eten.
Kolibries bezitten dan ook het vermogen om tijdens de slaap hun
dagelijkse energieverbruik terug te brengen met 95%.
Tijdens de slaap verstijven ze namelijk helemaal, waarbij de
stofwisseling en hartslag alsmede de lichaamstemperatuur daalt.
Tijdens de slaap stoppen ze de snavel niet in de rugveren maar gaan
op een tak zitten met uitstaande lichaamsveren en de snavel onder
een hoek naar boven gestoken.
Kolibries worden 8-10 jaar oud. Gelet op hun formaat, overtreffen ze
daarmee alle warmbloedige dieren.
Kolibries worden door de Indianen in Midden-Amerika -
Zonnestraaltjes of ook wel Vlechten van de morgenster genoemd.
Typeringen, die deze webpagina niet beter zouden kunnen afsluiten.
A. van Kooten
|
|