Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Kleine cubavink (Tiaris canora)

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Kleine cubavink

Verspreiding:

Zoals de naam al doet vermoeden komt de kleine cubavink voornamelijk voor in Cuba.

Grootte:

De kleine cubavink meet ongeveer 9 tot 10 cm.

Geslachtsonderscheid:

Het mannetje bezit een zwart masker, het masker van het popje is bruinachtig van kleur. Verder is de tekening rond het masker bij het mannetje veel dieper geel van kleur als bij het popje. Een ander geslachtsverschil is het zingen van het mannetje, popjes zingen niet.

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 

 

 

Karakter:

De kleine cubavink is een prima vogeltje voor de gezelschapsvolière. Onderling willen de mannetjes nog wel eens ruzie maken. Het is daarom verstandig niet meer dan één paartje in de volière te houden. Het verdient sterk de voorkeur een paartje bij elkaar te houden en niet een enkele vogel. Een enkel gehouden vogel gedijt over het algemeen minder goed.

Omgevingstemperatuur:

De kleine cubavink kan in een buitenvolière worden gehouden mits de volière een vorst- en tochtvrij nachtverblijf bezit.

Voeding:

Als voeding dient een goede zaadmengeling voor tropische vogels en of volièrevogels, een goed samengesteld eivoer/krachtvoer en bij voorkeur kiemzaad verstrekt te worden. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding tegemoet te komen kan het beste een insecten-/universeelvoer toegevoegd worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer). Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Extra dierlijke eiwitten kunnen, naast het verstrekken van een goed samengesteld eivoer/universeelvoer, verstrekt worden in de vorm van bijvoorbeeld meelwormen, miereneieren, buffalowormpjes. Wees bij de verstrekking van dierlijke eiwitten wel voorzichtig omdat de vogels bij het verstrekken van teveel dierlijke eiwitten vaak de jongen in de steek laten en al weer met een volgend legsel beginnen. Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. Voor meer informatie over de voeding klik hier.

Kweek:

Ze bouwen hun nestjes in hier en daar opgehangen halfopen nestkastjes. Ook maken ze de nesten in struiken die in de kooi of volière staan. Als bouwmateriaal gebruiken ze droog gras, mos, donsveertjes, en uitgeplozen sisaltouw. Het nest wordt door beide partners gebouwd. Het is meestal kogelrond van vorm. Het popje legt doorgaans tussen de 2 en 3 lichtblauw gespikkelde eitjes in het nestje. De eitjes worden door beide vogels bebroed. De opfok van  de jongen is het meest succesvol als de vogels ook kunnen beschikken over levend voer zoals insecten, miereneieren en of meelwormen. Daarnaast dienen ze ook de beschikking te hebben over universeelvoer, opfok- en groenvoer en grit. De eitjes komen na 12 tot 13 dagen uit. de jongen worden dan door beide ouders gevoed. De jongen verlaten na ca. 19 dagen het nest en zijn na 3 weken zelfstandig. Als de jongen zelfstandig zijn is het verstandig ze uit te vangen omdat anders de kans groot is dat ze verjaagd worden door het mannetje.

A. van Kooten

 

 

Disclaimer

HOME

Vertel een vriend over deze site

 

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten