Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Karmozijnastrilde (Pyrenestes sanquineus)

 
 

Foto J. Hakvoort

Foto J. Hakvoort

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Karmozijnastrilde

Soorten:

Bij de karmozijnastrilde worden 2 ondersoorten beschreven, te weten:

  1. Pyrenestes sanquineus sanquineus

  2. Pyrenestes sanquineus coccineus

Verspreiding:

Pyrenestes sanquineus sanquineus heeft zijn verspreidingsgebied van Senegal tot Ivoorkust. Pyrenestes sanquineus coccineus heeft zijn verspreidingsgebied van Sierra Leone tot Gabon.

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 

 

 

Grootte:

De karmozijnastrilde is 14 cm. groot.

Geslachtsonderscheid:

Er is een duidelijk uiterlijk verschil tussen de geslachten. Het popje is veel matter van kleur en heeft minder uitgebreide rode veerpartijen.

Karakter:

Karmozijnastrildes zijn over het algemeen schuw van aard.

Omgevingstemperatuur:

Karmozijnastrildes houden van warmte. Daarom moeten ze zich 's winters tijdens de avond- en nachturen kunnen terugtrekken in een verwarmd (binnen)verblijf. In het algemeen geldt voor karmozijnastrildes dat ze zich het beste voelen bij een temperatuur van 18 tot  23 °C. Goed geacclimatiseerde vogels kunnen bij lagere temperaturen gehouden worden. Kouder dan 15°C is echter af te raden.

Voeding:

Als voeding dient een goede zaadmengeling voor tropische vogels, een goed samengesteld eivoer/krachtvoer en gekiemd verstrekt te worden. Daarnaast onkruidzaden en paddi. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding tegemoet te komen kan het beste een insecten-/universeelvoer toegevoegd worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer). Extra dierlijke eiwitten kunnen, naast het verstrekken van een goed samengesteld eivoer/universeelvoer, verstrekt worden in de vorm van bijvoorbeeld (geknipte) meelwormen, miereneieren, enchytraeën, buffalowormpjes. Vooral als er jongen zijn is het van belang dat ze over levend voer kunnen beschikken. Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. Voor meer informatie over de voeding klik hier.

Kweek:

Goede broedresultaten met karmozijnastrildes zijn behaald in broedkooien, vluchtjes van 2x1x2 (hxbxd) en of apart in een goed begroeide volière. Als nestgelegenheid accepteren ze halfopen nestkastjes maar ook wordt wel een vrijstaand nest gebouwd in een dichte struik of begroeiing. Het nest dat door het mannetje wordt gebouwd is bolvormig. Als bouwmateriaal gebruikt hij hiervoor kokosvezel, hooi, grashalmen, mos, veertjes, dierenhaar e.d.  Als het nest klaar is en door het popje wordt geaccepteerd mag na enkele dagen het eerste eitje verwacht worden. Gemiddeld legt het popje 3 tot 5 eitjes. De eitjes worden afwisselend door beide oudervogels bebroed. Na ongeveer 18 dagen komen de jongen uit de rozegekleurde eitjes. De jongen zijn bij de geboorte kaal en geelachtig van kleur en bezitten zes grote witte, wratachtige papillen in de snavelhoeken. Op een leeftijd van 7 dagen moeten de jongen geringd worden met ringmaat 2,5 mm. Op een leeftijd van ongeveer 3 weken vliegen ze uit. Ze zijn dan overwegend bruinzwart van kleur. De jongen worden na het uitvliegen door beide oudervogels nog gedurende een aantal weken (bij)gevoerd.

Mutaties:

Geen

A. van Kooten

 

 

Disclaimer

HOME

Vertel een vriend over deze site

 

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten