|
Voorbereidingsperiode
Gedurende deze periode groeien de geslachtsorganen
geleidelijk onder invloed van de externe stimulatoren. Bij het
verlengen van de daglichtlengte verwekken we kunstmatig de
voorbereidingsperiode bij de vogels. De daglichtlengte is van grote
invloed op de groei van de geslachtsklieren, zowel van de mannen als
van de poppen. Zij nemen van ca. 50 tot 1500 maal toe in gewicht. De
geslachtsklieren zijn tijdens de rustperiode zeer klein en hebben
bij grasparkieten bijvoorbeeld een gewicht van ongeveer 1 milligram.
Wanneer de geslachtsklieren hun maximale grootte hebben bereikt en
zij op volle kracht geslachtshormonen produceren, wordt de
conditiepiek bereikt.
Houdt men de mannen en poppen gescheiden, dan zal de
voorbereidingsperiode zeer snel verlopen. Van grote invloed zijn in
deze tijd daglicht of kunstlichtlengte en de kwaliteit van het
kunstlicht. Tijdens de voorbereidingsperiode worden de vogels als
het ware in gereedheid gebracht om te paren en voor het leggen van
de eitjes.
Bevruchtingsperiode
In deze periode dient de paring plaats te vinden. Vogels
kunnen een dergelijke conditiepiek om de zes weken bereiken, maar is
in sterke mate beïnvloedbaar door het milieu waarin de vogel
verblijft.
Tijdens deze periode zijn zowel de man als de pop klaar voor de
paring en zal er meestal een goede bevruchting van de pop door de
man mogelijk zijn.
Tot zover een korte samenvatting van de drie perioden die elk jaar
plaatsvinden.
Hoe kunnen we zien dat onze vogels in broedconditie zijn?
Wel nu, mannetjes in broedconditie hebben felle, heldere ogen en
vertonen tegenover elkaar een imponerend gedrag. Vaak zien we bij de
mannetjes van kromsnavels dat de pupillen van de ogen snel groter en
kleiner worden, veelal een teken van opgewondenheid. Bij de
tropische vogels zien we vaak bij de mannetjes een bepaalde vorm van
“baltsgedrag” optreden.
De poppen van kromsnavels worden knaaglustig en knagen alle hout wat
ze te pakken kunnen krijgen stuk. Ze zijn levendiger dan anders en
vertonen een bepaalde onrust. Zij hangen en knagen aan het houtwerk,
maar het meeste kunnen we aan hun houding en hun ogen zien. Vooral
wanneer u met bijvoorbeeld uw nagel op het houtwerk tikt, is alles
één en al aandacht. Net als bij de mannen worden ook de pupillen bij
de poppen snel groter en kleiner. De ogen van de vogels staan fel in
de kop en stralen.
Zowel bij de poppen van kromsnavels als bij de poppen van tropische
soorten is er een opvallende interesse voor broedblokken c.q.
nestkastjes.
A. van Kooten
|