Huisvesting
Halsbandparkieten zijn zeer sterke vogels die prima tegen ons klimaat
kunnen. In Nederland zijn er zelfs al populaties (ontsnapte vogels) die
in het wild leven en zich prima redden. Wel is het erg belangrijk dat de
vogels in de winter, als het vriest, kunnen beschikken over een
vorstvrij nachthok. Omdat ze vleespoten hebben is de kans groot dat deze
bevriezen als ze s’ nachts aan het gaas gaan hangen. Als dit het geval
is zullen de tenen uiteindelijk afsterven, hetgeen erg verminkend voor
de vogel is. Zorg er ook voor dat de zitstokken voldoende dik zijn,
zodat de tenen bij het zitten goed afgedekt worden door het verenkleed.
De vlucht van de volière dient een afmeting te hebben van ca. 3 meter
lang, 1 meter breed en 2 meter hoog. Door hun enorme knaaglust is een
houten volière niet aan te bevelen. Beter is het om de volière van
bijvoorbeeld aluminium te maken. Verder is het belangrijk om naast
elkaar gelegen vluchten te voorzien van dubbel gaas. Hiermee wordt
voorkomen dat naast elkaar gehuisveste paren elkaar in de poten kunnen
bijten.
Het samenstellen van kweekparen
Er zijn binnen de soort inmiddels zoveel mutaties dat er bijna geen
zuiver verervende vogels meer zijn. Ik pleit er daarom voor om zoveel
mogelijk te trachten paren samen te stellen die zuiver verervend zijn.
Door de vogels reeds op jonge leeftijd te koppelen kunnen veel problemen
(niet klikken!) worden voorkomen. Dit betekent echter dat we de vogels
zullen moeten laten seksen om er zeker van te zijn dat we met een man en
of pop te maken hebben. De vogels goed observeren (man en pop gedrag!)
wil hierin ook nog wel eens helpen. Seksen blijft echter de zekerste
manier.
Voeding
De voeding die ik verstrek bestaat uit een zaadmengsel voor grote
parkieten. Naast dit zaadmengsel krijgen de vogels elke dag een mengsel
van geweekt kiemzaad en eivoer/universeelvoer (één op één). De
verhouding tussen het zaad en het geweekte kiemzaad/eivoer/universeelvoermengsel
is één op één. Twee keer per week meng ik, ondanks dat de vogels er ook
vrij over kunnen beschikken, scherpe maagkiezel en oesterschelpen grit
door het kiemzaad. Natuurlijk krijgen de vogels ook regelmatig fruit en
groenvoer. De vogels, ook de jongen, doen het op deze voeding prima.
De kweek
Halsbandparkieten beginnen meestal al vroeg met het broedproces. Vaak
zijn in januari al paringen waar te nemen tussen de vogels. Toch is het
af te raden om dan al broedblokken te verstrekken. Beter is het om dit
proces wat te rekken en de blokken niet eerder te geven dan in maart (afhankelijk
van het weer!!). Nestblokken met een afmeting van 25x25x60 cm. voldoen
over het algemeen goed. Het invlieggat dient een diameter te hebben van ca. 7 cm. Om de vogels te helpen bij het in- en uit gaan van het blok is
het aan te raden de binnenzijde van het blok onder het invlieggat te
voorzien van een strookje gaas en of krammen. Als nestmateriaal kan een
mengsel van (vochtig) onbemeste potgrond en houtkrullen worden gegeven
(ca. 4 – 5 cm dik). De pop legt meestal 3 tot 5 eieren die om de dag
worden gelegd. Na een broedduur van ca. 24 dagen worden de (kale) jongen
geboren. Op een leeftijd van ongeveer 8 -10 dagen moeten de jongen
worden geringd met een 6,5 millimeter geharde voetring. Op een leeftijd
van 7 weken vliegen ze uit waarna ze nog 2 tot 3 weken door de ouders
worden (bij)gevoerd). Meerdere legsels zijn mogelijk.
Mutaties
Bij de halsbandparkiet kennen we door de grote hoeveelheid mutaties al
meer dan honderd kleurslagen. Deze grote variëteit aan kleurslagen is
mogelijk door de vele combinaties van mutaties die in één en dezelfde
vogel zijn te kweken. Zoals reeds eerder opgemerkt zijn er bijna geen
zuiver verervende vogels meer zodat uit een nest met 5 jongen, 5
verschillende kleurslagen kunnen komen.
A. van Kooten