Grootte:
Het formaat van de grote
geelkuifkaketoe varieert van 44 tot 50 cm. In de loop van de tijd zijn
in Europa de ondersoorten veelvuldig met elkaar verpaart. Er is daarom
een grote variëteit
in formaat bij de grote geelkuifkaketoe.
Geslachtsonderscheid:
Het geslachtsonderscheid is
te zien aan de ogen. Bij de mannen is de kleur van de iris zwart en bij
de poppen roodbruin.
Karakter:
Grote geelkuifkaketoes zijn
zeer sociale dieren. Wanneer dergelijke vogels alleen gehouden worden
zullen ze daarom ook veel aandacht moeten hebben. Als dit niet gebeurt
zal de betreffende vogel al snel allerlei gedragsstoornissen gaan
vertonen, zoals schreeuwen, vernielzucht en veren plukken. Door de vogel
een partner te geven kan dit zoveel mogelijk worden voorkomen.
De grote geelkuifkaketoe kan
erg tam worden en geldt onder de kaketoes als
één van de beste imitatoren. Indien heel
veel aandacht aan de vogel wordt geschonken kunnen ze ook allerlei
kunstjes leren.
Omgevingstemperatuur:
Het is noodzakelijk de
vogels 's winters vorstvrij te huisvesten, bij voorkeur niet onder de 5
°C.
Voeding:
De dagelijkse
voeding voor kaketoes en dus ook voor grote geelkuifkaketoes dient
grofweg uit drie (gelijke) delen te bestaan:
-
een goed
zaadmengsel voor kaketoes/papegaaien.
-
een mengsel van
kiemzaad, eivoer en universeelvoer. Geef dit in een verhouding van 2
delen kiemzaad (droog!), 2 delen eivoer en 1 deel universeelvoer.
Nadat het kiemzaad is geweekt kan hier het eivoer en het universeelvoer door gemengd worden. Verder is het verstandig twee
keer per week, ondanks dat de vogels er ook vrij over moeten kunnen
beschikken, scherpe maagkiezel en oesterschelpengrit door het
kiemzaad te mengen.
-
een mengsel van
fruit (appel, peer, sinaasappel) en groenvoer (o.a. wortel, tomaat,
witlof e.d.).
Geef de vogels zeker ook
regelmatig wilgentakken en of takken van fruitbomen (onbespoten!) zodat
aan hun knaagbehoefte wordt voldaan. Wordt dit nagelaten dan zullen ze
met zekerheid de kooi waarin ze zitten daar waar mogelijk gaan slopen.
Kweek:
Grote geelkuifkaketoes zijn
pas op een leeftijd van 5 - 6 jaar geslachtsrijp. Het kweken met deze
soort is niet gemakkelijk. Eén van
de moeilijkheden is een goed harmonieërend
paar samen te stellen. De vogels dienen
minimaal de beschikking te hebben over een metalen volière van 6
m. x 2 m. x 2 m. en een aansluitend nachtverblijf van bijvoorbeeld 1 m.
x 1 m. x 2 m. (lxbxh). Het (hardhouten) broedblok/slaapnest moet
dikwandig uitgevoerd zijn en een afmeting hebben van 40 cm. x 40 cm. x
100 cm. Het invlieggat dient een diameter te hebben van ongeveer 25 cm.
Het verdient sterk de aanbeveling om de randen van het broedblok met
bandijzer te verstevigen zodat het slopen van het nest zolang mogelijk
wordt uitgesteld. De pop legt gemiddeld 2 - 3 eieren die afwisselend
door haar en de man worden bebroed. Na ongeveer 29 dagen komen de jongen
uit het ei. Gemiddeld blijven de jongen 9 tot 10 weken in het broedblok
alvorens ze uitvliegen. Ze worden dan nog een aantal weken door de
ouders (bij)gevoerd voordat ze zelfstandig zijn. Grote geelkuifkaketoes
zijn over het algemeen gevoelig voor nestcontrole(s), het is daarom van
belang de vogels zo weinig mogelijk te storen tijdens het broeden. Ook
worden de vogels, net als bijvoorbeeld amazone papegaaien, erg agressief
tijdens de broedperiode.
A. van Kooten
|