Deze website wordt
u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras-
en grote parkieten bij de NBvV
|
Home |
Grasparkiet - Herkomst |
|
|
Wanneer er geen bruikbare nestholten
aanwezig zijn maken de popjes deze zelf in het zachte hout van de
eucalyptusboom. Dode eucalyptusbomen spelen in het leven van de
grasparkiet trouwens een zeer belangrijke rol. Niet alleen geven de
dode bomen broedgelegenheid aan de grasparkiet maar ook iets wat
levend hout mist, namelijk korstmos. Korstmos is een soort grijs-groene zwam
waaruit de wilde grasparkiet allerlei elementen haalt waardoor hij
in z'n natuurlijk milieu in top-conditie blijft. Enkele van de
elementen die het korstmos bevat zijn iodine en mangaan. Juist dit
soort observaties die door onderzoekers zijn opgetekent, over de in
het wild levende grasparkiet, kunnen bijdragen tot een juiste
verzorging door de liefhebber/kweker. Zelf heb ik diverse keren
kunnen waarnemen hoe mijn vogels allerlei elementen opnamen uit dode
boomstronken die ik aan hen verstrekte. Vooral met de bast van bomen
doe je grasparkieten ontzettend veel plezier. Doordat steeds meer
mensen (weer) overgaan tot het stoken van hout (allesbrander) is
hier vrij gemakkelijk aan te komen. Ook scharrelen de wilde
grasparkieten veel en graag over de bodem en "wroeten" dan naar
allerlei, voor hun, onmisbare elementen (mineralen) in de grond. Dit
gedrag kunnen we ook waarnemen bij de gecultiveerde grasparkieten in
onze voliére. Op gezette tijden zie ik grote groepen van m'n
grasparkieten "spitten" in de grond naar de voor hun zo
noodzakelijke mineralen.
Zoals reeds eerder vermeldt broeden grasparkieten voornamelijk in
holten van de eucalyptusbomen. Eén van de broedplaatsen van de
grasparkiet is het eucalyptenbos, de Malleeshrub in de staat
Victoria. Het is een vrij onherbergzame omgeving waar in de maanden
september en oktober nog overvloedig regen kan vallen.
Onder invloed van de warme temperaturen in dit gebied worden dan
vele vierkante kilometers woestijnzand omgetoverd in rijk bloeiende
landschappen van kangaroegras (ook wel Mitchell gras genoemd). Dit kangaroegras kan wel een lengte bereiken van ruim een meter.
Het zijn onder andere de rijpende zaden van dit gras die het
broedinstinct bij de vogels wakker maakt en hun in de best mogelijke
(broed)conditie brengt.
Natuurlijk voedsel is (natuurlijk) het allerbeste voor de
grasparkiet daarom trek ik er regelmatig met een heggeschaar op uit
om voor mijn grasparkieten allerlei gras- en onkruidsoorten te
knippen. Met behulp van touw maak ik hier dan grote bundels van en
hang ze in mijn voliere.
Eénmaal opgehangen is het één en al parkiet wat op en aan deze
bundels vol lekkers hangt. Dat ze er veel van opnemen is te zien en
te merken aan de zaadbak die voller blijft dan gewoonlijk. Trouwens
dat gras goed voor onze grasparkiet moet zijn, moge blijken uit z'n
naam, want zit daar niet het woord gras in?
Onder de ideale omstandigheden van rijpende kangaroegras worden alle
beschikbare holten en uitsparingen in dode en levende eucalyptesbomen door de vogels bezet en als broedkamer gebruikt. De
diepte van de holen kan sterk variëren, namelijk van 15 tot 40 cm.
De openingen naar het nest hebben een doorsnee van ca. 5 cm. Nadat
ze een geschikt nest hebben gevonden laat gezinsuitbreiding niet
lang op zich wachten. Veelal worden 4-8 witte eitjes gelegd, waarvan
de eerste na ca.18 dagen uitkomt. De eitjes zijn wit van kleur en
ovaal of rond van vorm. Na enkele weken krioelt het in zo'n omgeving
dan ook van jonge grasparkieten.
Als de jongen éénmaal goed kunnen vliegen, vliegen ze s'ochtends,
samen met de mannetjes, in grote zwermen uit op zoek naar voedsel.
Veelal zijn ze hier de hele morgen mee zoet en keren pas in de
middag terug naar de plaats van bestemming. s'Middags vertoeven ze
dan vaak in de bomen waar ze zoveel mogelijk de schaduw opzoeken.
Dit gedrag is trouwens ook waar te nemen bij onze grasparkieten in
de voliére. Mijn grasparkieten zie ik namelijk vrijwel nooit in de
zon zitten. Juist bij een heldere zonnige dag, wanneer je als
vogelliefhebber denkt dat de vogels wel in de buitenvoliére zullen
zitten, blijken ze vaak het binnenhok te hebben opgezocht.
Nee, echte zonaanbidders zijn grasparkieten niet.
Wanneer het gras uitgebloeid is en geen zaad meer draagt, trekken de
grasparkieten in grote zwermen noordwaarts. Even als de trekvogels
in ons land, sluiten zwermen grasparkieten zich vaak bij elkaar aan.
Deze trek naar het noorden begint meestal zo rond januari.
Hun zwervend bestaan, over open gebieden met verspreide boomgroei op
zoek naar voedsel en water, begint dan weer van voren of aan. Toch
is gebleken dat ze niet ieder jaar op dezelfde plaats terugkomen.
Hun instinct zal ze namelijk daar heen brengen waar hun voedsel, het
gras, rijkelijk bloeit en groeit en dat hoeft niet ieder jaar op
dezelfde plaats te zijn.
Voor wat betreft het broeden dient nog opgemerkt te worden dat de
grasparkiet zich weinig aan zal trekken van de tijd en de plaats.
Onder gunstige weersomstandigheden (na een goede regenperiode)
kunnen ze snel weer tot broeden overgaan.
A. van Kooten
|
|