Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Goudvoorhoofdparkiet  ( Aratinga aurea)

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Goudvoorhoofdparkiet

Ondersoorten:

De Goudvoorhoofdparkiet kent de volgende ondersoorten:

  1. Aratinga aurea aurea
  2. Aratinga aurea major

De ondersoort Aratinga aurea major is gelijk aan de nominaatvorm maar qua formaat ongeveer 4 cm. groter.

Grootte:

  1. Aratinga aurea aurea     - 26 cm.
  2. Aratinga aurea major     - 30 cm.
Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 

 

 

Geslachtsonderscheid:

Tussen beide geslachten is geen uiterlijk verschil. Om zekerheid te krijgen over het geslacht van de vogels is endoscopisch- en of DNA (veer)onderzoek noodzakelijk.

Huisvesting:

Het houden van Goudvoorhoofdparkieten hoeft geen problemen te geven in ons land. Het zijn over het algemeen sterke vogels. Een belangrijk aspect bij het houden van Aratinga’s is dat de meeste soorten elkaar, met name in de broedperiode, niet verdragen. Voor de huisvesting betekent dit dat Aratinga’s, paarsgewijs, in aparte rennen gehuisvest moeten worden. Bij de bouw van een volière verdient het aanbeveling de buitenvolière(s) te voorzien van een goed geïsoleerd nachtverblijf. Een goede afmeting voor een buitenvolière is 3 á 4 meter lang, 1 meter breed en 2 meter hoog. Het nachtverblijf dient een afmeting te hebben van 1,5 meter lang, 1 meter breed en 2 meter hoog. Omdat Goudvoorhoofdparkieten toch wel wat warmtegevoelig zijn dient het nachtverblijf vorstvrij te zijn. Verder is het van belang dat de vogels in de donkere maanden minimaal 12 uur licht krijgen. Gezien de knaaglust van Goudvoorhoofdparkieten kan de buitenvolière het beste gemaakt worden van metaal, bijvoorbeeld aluminium. Vergeet niet een portaal of sluis aan te brengen in de volière. Goudvoorhofdparkieten zijn over het algemeen vliegensvlug en een portaal of sluis zorgt ervoor dat de vogels in een onbewaakt moment niet kunnen ontsnappen. Met betrekking tot het ontsnappen van de vogels is het ook van belang dat er volièregaas gebruikt wordt dat voldoende weerstand kan bieden aan de sterke en krachtige snavels van deze parkieten. Een goede keuze in dezen is volièregaas met een afmeting van 19,0 x 19, 0 x 1,45 mm. Indien sprake is van meerdere buitenvolières dan dienen deze altijd onderling van elkaar gescheiden te zijn met dubbel gaas tenzij er ondoorzichtige tussenwanden tussen de volières geplaatst zijn die onderling contact onmogelijk maken. Dubbelgaas en ondoorzichtige wanden tussen de buitenvolières voorkomt dat de vogels elkaar door het gaas kunnen verwonden. Met name verwondingen aan de poten, zoals het afbijten van tenen en of nagels, willen onder aratinga’s nog wel eens voor komen. De vliegopening die toegang geeft tot het nachtverblijf dient een afmeting te hebben van ongeveer 20 cm. Zorg ervoor dat deze opening af te sluiten is d.m.v. een schuifluikje. Het is het gemakkelijkst als dit schuifluikje te bedienen is aan de voorzijde van de volière. Het is verstandig om de buitenvolières voor de helft te overdekken, bijvoorbeeld met golfplaten. De vogels hebben op deze manier altijd een droge plaats in de buitenvolière. Het biedt u tevens de mogelijkheid om in de buitenvolière broedblokken op te hangen. Het niet beschutte deel van de buitenvolière geeft de vogels de mogelijkheid om bij regenval een douche te nemen. De vloer van de volière kan het beste gemaakt worden van beton en of cementtegels. Hierover kan eventueel zand, schelpen of iets anders gestrooid worden.

Nestgelegenheid en nestmateriaal

Als nestgelegenheid hebben Goudvoorhoofdparkieten, net als de meeste aratinga’s, een duidelijke voorkeur voor uitgeholde natuurstammen. Toch worden van dik hout gemaakte nestkasten ook wel geaccepteerd door de meeste soorten. Het broedblok dient een bodemoppervlak te hebben van ongeveer 28 x 28 cm. en een hoogte van ca. 60 cm. Het invlieggat dient een doorsnede te hebben van 7 - 8 cm. Om de vogels te helpen bij het in- en uit gaan van het blok is het aan te raden de binnenzijde van het blok onder het invlieggat te voorzien van een strookje gaas en of krammen. Als nestmateriaal dient een mengsel van potgrond en houtspaanders in het blok te worden aangebracht. Ook kan een dik stuk vermolmd hout gegeven worden. Dit wordt dan door de vogels geheel stuk geknaagd waardoor een prima bodembedekking in het nestblok ontstaat. Het broedblok dient het gehele jaar door opgehangen te blijven omdat de vogels er gewoonlijk ook in slapen.

De voeding

Als voeding kan een grof zaadmengsel voor grote parkieten verstrekt worden. Dit zaadmengsel dient aangevuld te worden met een mengsel van 50% eivoer en 50% universeelvoer. Verder is het van belang dagelijks kiemzaad, fruit (o.a. appel, peer), bessen (o.a. rozenbottel, lijsterbes en vuurdoorn) en groenvoer (o.a. wortel en komkommer) te verstrekken. Voor een goede opname van het mengsel van eivoer/universeelvoer kan deze met het kiemzaad vermengd worden. De verhouding tussen het zaad en het geweekte kiemzaad/eivoer/universeelvoermengsel dient ongeveer één op één te zijn. Jendaya's eten verder graag halfrijpe maïskolven en vers geplukte gras- en onkruidzaden. Dagelijks dienen de vogels de beschikking te hebben over scherpe maagkiezel, oesterschelpen grit en vers drinkwater. In de broedtijd dient naast bovenstaande voeding ongelimiteerd eivoer verstrekt te worden. Voor meer informatie over voeding klik hier.

Herkomst en leefwijze:

De Goudvoorhoofdparkiet heeft zijn verspreidingsgebied in Brazilië, Peru, Bolivia en Argentinië. Ze komen hier zowel paarsgewijs, in kleine groepen als ook in zwermen van 20 tot 50 vogels voor. Ze leven overwegend in open landschappen en droge en halfdroge met boom- en struikbestanden begroeide gebieden. Ook komen ze voor in bewoonde gebieden, parken en tuinen. Regelmatig richten ze schade aan in landbouwgebieden waar ze zich dan tegoed doen aan de aldaar verbouwde landbouwgewassen. In het wild voeden ze zich met verschillende zaden, noten,bessen, vruchten en insecten en hun larven. In de broedperiode zonderen gevormde paren zich af om op zoek te gaan naar een geschikte broedplaats. Ze broeden in holten van bomen en takken maar ook wel in nesten van boomtermieten.

Kweek in gevangenschap:

De vogels beginnen zo rond rond april, mei met het broedproces. Vroeger komt echter ook voor! Over het algemeen hebben de vogels een voorkeur voor een natuurbroedblok.  Het bodemoppervlak van het broedblok dient een afmeting te hebben van ongeveer 28 x 28 cm. en een hoogte van 60 cm. Het invlieggat dient een diameter te hebben van 8 cm. Om de vogels te helpen bij het in- en uit gaan van het blok is het aan te raden de binnenzijde van het blok onder het invlieggat te voorzien van een strookje gaas en of krammen. Als nestmateriaal kan een mengsel van (vochtig) onbemeste potgrond en houtkrullen worden gegeven of een dikke laag vermolmd hout. De pop legt gewoonlijk 2 tot 3 eieren, soms ook 4. De eieren worden om de dag gelegd. Na een broedduur van ca. 23 dagen worden de jongen geboren. De jongen dienen op een leeftijd van 14 dagen te worden geringd met ringmaat 7 mm. De jongen blijven ongeveer 7 weken in het nest, alvorens ze uitvliegen. Drie weken na het uitvliegen zijn ze zelfstandig. In veel gevallen broeden de vogels maar 1x per jaar.

Bijzonderheden:

Goudvoorhoofdparkieten worden van alle aratingasoorten het meest in gevangenschap gehouden en gekweekt. Het zijn sterke vogels maar gevoelig voor kou. Ze moeten daarom kunnen beschikken over een tocht- en vorstvrij nachtverblijf. Nestkast(en) moeten het gehele jaar blijven hangen omdat de vogels hier in slapen. De vogels zijn op een leeftijd van 1,5 – 2 jaar broedrijp. Omdat ze niet veeleisend zijn is het een geschikte vogel voor beginnende vogelliefhebbers. In tegenstelling tot de meeste andere aratingasoorten zijn het geen echte schreeuwers. Goudvoorhoofdparkieten zijn vrij knaaglustig. Om hier aan tegemoet te komen dienen regelmatig verse wilgentakken en of takken van fruitbomen te worden verstrekt. De vogels baden graag, badwater dient dan ook steeds ter beschikking te staan.

Mutaties:

In gevangenschap hebben zich nog geen mutaties voorgedaan.

A. van Kooten

Verwante links

Aratinga - Inleiding
Blauwkopparkiet - Aratinga acuticaudata
Goudkapparkiet - Aratinga auricapilla
Jendayaparkiet - Aratinga jandaya
Zonparkiet - Aratinga solstitialis

 

 

 

Disclaimer

Home

Vertel een vriend over deze site

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten