Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Erfelijkheidsleer - Deel 16 - Crossing-over

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Erfelijkheidsleer - Deel 16 - Crossing-over

Crossing-over is het verschijnsel, waarbij de chromosomen tijdens de reduktiedeling breken en daarna verkeerd aan elkaar groeien. Om dit te verduidelijken moeten we even terug naar de reduktiedeling (zie hoofdstuk: De celdeling). Bij de reduktiedeling heeft u kunnen lezen dat de paren chromosomen (= homologen chromosomen), nadat ze onderling "deeltjes chromosomen" hebben uitgewisseld, uit elkaar gaan en naar de polen van de cel bewegen. Welnu, bij het uitwisselen van "deeltjes chromosomen" kan het voorkomen dat een chromosoom breekt en dat daarna de gebroken helften, verkeerd aan elkaar groeien. Zo kan het gebeuren, dat de faktoren b+ (lichtgroen) en b (blauw) vóór de reduktiedeling gekoppeld waren aan respectievelijk de faktoren D+ (geen donkerfactor) en D (donkerfactor), maar dat door de crossing-over beide laatste factoren in omgekeerde volgorde, dus verkeerd, aan de b+ en b groeien.

Ter verduidelijking staat hieronder het begrip crossing-over schematisch weergegeven.

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 
 
 
 

Homologe chromosomen hebben zich samengevoegd tot paren. Duidelijk is de breuk te zien van de chromatiden.

 

Uitwisseling van "deeltjes chromosomen" De uiteinden van de aangrenzende chromatiden zijn vastgeraakt aan de tegenoverliggende chromatide.

 

De chromosomen gaan uit elkaar, maar als gevolg van crossing-over zijn de factoren b+, D+, b en D opnieuw gerangschikt.

Met betrekking tot de donkerfactor kunnen we globaal stellen dat crossing-over bij bijvoorbeeld grasparkieten in ongeveer 14% van de paringen voorkomt. Het aantal "verkeerde" uitkomsten per kleur is dan dus 7%.

Erffactoren (= genen) die ver van elkaar liggen hebben, zo zult u begrijpen, een veel grotere kans om door crossing-over ontkoppeld te raken, dan genen die vlak naast elkaar liggen.

A. van Kooten

 

                                    Verwante links

Deel 1.   Erfelijkheidsleer

Deel 2.   De lichaamscel (van de grasparkiet)
Deel 3.   Chromosomen, de dragers van erfelijke eigenschappen

Deel 4.   De celdeling

Deel 5.   Autosomen- en geslachtschromosomen
Deel 6.   Dominant en recessief

Deel 7.   Symbolentaal (= nomenclatuur)

Deel 8.   Gekoppelde factoren 
Deel 9.   Onafhankelijk van elkaar verervende factoren
Deel 10. Allelomorfen

Deel 11. Mutatie

Deel 12. Multripele allelomorfe
Deel 13. Het dambordsysteem
Deel 14. Geslachtsgebonden factoren bij de grasparkiet
Deel 15. Intermediaire vererving en de donkerfactor
 

 

Disclaimer

Home

Vertel een vriend over deze site

 

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten