Gekoppelde factoren geven we in de symbolentaal aan
met een doorgetrokken deelstreep.
De volgende combinaties zijn mogelijk:
1. Lichtgroen:
2. Donkergroen:
3. Olijfgroen:
4. Hemelsblauw:
5. Kobalt:
6. Mauve:
Zoals u ongetwijfeld is opgevallen staan er twee
formules aangegeven bij de kleuren donkergroen en kobalt. Het
verschil zit hem in de plustekens die in de tweede formule is
gewisseld naar de andere kant van de deelstreep. Dit is niet zonder
reden gedaan. Bij splitvogels met de donkerfactor heeft de
positie van het plusteken namelijk nogal wat invloed op de uitkomst
van de paring.
Dit kan ik het beste weergeven in de volgende
voorbeelden:
Donkergroen, split voor blauw, kan op twee manieren
in een formule worden geschreven, namelijk:
A.
B.
Dat er tussen beide uitvoeringen van donkergroen/blauw
wel degelijk verschil bestaat, zien we als we deze beide types paren
aan bijvoorbeeld hemelsblauw, dus:
Beide paringen (a en b) staan hieronder met behulp
van het dambordsysteem uitgewerkt.

Uitkomst: vakje 1 + 3: 50% lichtgroen/blauw
vakje 2 +
4: 50% kobalt.

Uitkomst: vakje 1 + 4: 50% hemelsblauw
vakje 2 +
3: 50% donkergroen/blauw.
Zoals u ziet zijn de uitkomsten van deze paringen
verschillend!
Maar in de praktijk zal nu blijken, dat de uitkomsten
van deze paringen, zoals ze hier berekend zijn, niet helemaal
kloppen!
In de praktijk blijkt namelijk dat uit
paring a ook vogels gekweekt worden, die donkergroen/blauw
zijn en eveneens een aantal dat hemelsblauw is in plaats van
kobalt. Hetzelfde geldt voor paring b. Uit deze paring worden
vogels gekweekt die lichtgroen/blauw zijn en een aantal dat
kobalt is in plaats van hemelsblauw.
Met dit verschijnsel zijn we aangekomen bij het
begrip crossing-over.
A. van Kooten