Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Erfelijkheidsleer - Deel 14 - Geslachtsgebonden factoren

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Erfelijkheidsleer - Deel 14 - Geslachtsgebonden factoren

Zoals gezegd spreken we van een geslachtsgebonden vererving wanneer bepaalde erfelijke codes op het geslachtschromosoom liggen. Bij de grasparkiet zijn er een aantal erfelijke factoren die geslachtsgebonden vererven. De erfelijke code van zo'n factor ligt dan dus (min of meer toevallig) op het chromosoom dat het geslacht bepaalt. Met andere woorden, deze erfelijke factoren vererven met het geslacht mee en zijn dus gebonden aan het geslacht van de grasparkiet.   

Bij de grasparkiet vererven de volgende factoren geslachtsgebonden:

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 
 
 
 

 

 

- de ino-factor (albino en lutino)

- de opaline-factor

- de cinnamon-factor

- de bruinvleugel-factor

 

De mannelijke geslachtschromosomen, zo weet u nog, bestaan uit twee X-chromosomen en de pop heeft als geslachtschromosomen één X en één Y-chromosoom. Het bijzondere van geslachts-gebonden factoren is, dat deze liggen op het X-chromosoom, van zowel man als pop. Het Y-chromosoom van de pop daarentegen is "kaal" en kan daarom niet één van bovengenoemde factoren bezitten. Naast het feit dat de geslachtsgebonden factoren gekoppeld zijn aan het X-chromosoom vererven ze recessief.

Met deze kennis moet het voor u nu weer mogelijk zijn om, met behulp van het dambordsysteem, de uitkomsten te berekenen van paringen waarin deze geslachtsgebonden factoren een rol spelen. 

Als voorbeeld paren we een cinnamon man aan een normale pop.

Als voorbeeld hadden we echter even goed een albino-, lutino-, opaline- of bruinvleugelman kunnen nemen.

De man draagt in dit geval dus de cinnamon faktor op de beide X-chromosomen. Zou de man de cinnamon factor slechts op één X-chromosoom dragen dan zou de vogel de cinnamon factor immers niet zichtbaar, maar split bij zich dragen? De geslachtsgebonden factoren verervden immers recessief? 

In formule ziet de paring cinnamon man x normale pop er als volgt uit: 

(x)cin  x  (x)cin+
   (x)cin        (y)        

Met behulp van het dambordsysteem krijgen we dan als uitkomst:

We zien nu in de vakjes 1 en 2 , dat alle mannen uit deze paring split zijn voor de cinnamon factor. De vakjes 3 en 4 vertellen ons dat alle poppen uit deze combinatie cinnamon zijn!!

Uit bovenstaande paring blijkt iets heel belangrijks, namelijk dat een pop nooit split kan zijn voor een geslachtsgebonden factor.

In onderstaand schema staat de totale vererving van de cinnamon factor weergegeven.

 

      Man                                        Pop

1. Cinnamon             x                  Normaal

geeft:

50% split mannen en 50% cinnamon poppen

2. Split cinnamon      x               Cinnamon

geeft:

25% cinnamon mannen, 25% cinnamon poppen

25% split cinnamon mannen en 25% normale poppen

3. Cinnamon             x                Cinnamon

geeft:

50% cinnamon mannen en 50% cinnamon poppen

4. Split cinnamon      x               Normaal

geeft:

25% split mannen, 25% cinnamon poppen,

25% normale mannen en 25% normale poppen.   

De vererving van de andere geslachtsgebonden factoren (lutino, albino, opaline en bruinvleugel) is gelijk aan de cinnamon-factor. Als u in het bovenstaande schema in plaats van cinnamon, één van de overige geslachtsgebonden factoren invult, dan krijgt u voor de betreffende factor de juiste uitkomst. 

A. van Kooten

 

                                    Verwante links

Deel 1.   Erfelijkheidsleer

Deel 2.   De lichaamscel (van de grasparkiet)
Deel 3.   Chromosomen, de dragers van erfelijke eigenschappen

Deel 4.   De celdeling

Deel 5.   Autosomen- en geslachtschromosomen
Deel 6.   Dominant en recessief

Deel 7.   Symbolentaal (= nomenclatuur)

Deel 8.   Gekoppelde factoren 
Deel 9.   Onafhankelijk van elkaar verervende factoren
Deel 10. Allelomorfen

Deel 11. Mutatie

Deel 12. Multripele allelomorfe
Deel 13. Het dambordsysteem
Deel 15. Intermediaire vererving en de donkerfactor
Deel 16. Crossing-over
 

 

Disclaimer

Home

Vertel een vriend over deze site

 

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten