Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Erfelijkheidsleer - Deel 12 - Multripele allelomorfe

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Erfelijkheidsleer - Deel 12 - Multripele allelomorfe

Weer een hele mond vol, zult u wel denken! Maar u weet al wat met het begrip allelomorfe wordt bedoeld, namelijk de erfelijke factoren, die beiden op een overeenkomende plaats, maar ieder in een andere chromosoom van het homologen chromosomenpaar liggen.

In één van de voorgaande hoofdstukken heeft u kunnen lezen wat een mutatie was. Een mutatie was een spontane verandering in de chemische structuur van een erfelijke factor (= gen). Met bovenstaande in uw achterhoofd zal het niet zo moeilijk meer zijn om te begrijpen wat met multripele allelomorfe wordt bedoeld.

Met een multripele allelomorfe bedoelen we eenzelfde erfelijke factor die meerdere mutaties heeft ondergaan. Een voorbeeld van een erfelijke factor waarbij zich een multripele allelomorfe heeft voorgedaan is de zwarte ondulatietekening van de grasparkiet. De wildvorm van de grasparkiet toont een zuivere zwarte ondulatietekening.

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 
 
 

Door een mutatie van de erfelijke factor, die verantwoordelijk is voor de zwarte ondulatietekening, heeft er een reductie (= vermindering) van het melanine in de bevedering plaatsgevonden. Melanine is een kleurstof die voorkomt in de veren van de grasparkiet (zie hoofdstuk: Vederstructuur van de grasparkiet).

Door deze reductie ontstond in plaats van een zwarte ondulatietekening een grijze ondulatietekening. Deze vogels zijn bekend onder de naam grijsvleugels. Bij diezelfde erfelijke factor trad later, door een andere mutatie, een nog sterkere reductie op van het melanine en kregen we een zeer vage ondulatietekening. Deze vogels kennen we onder de naam "diepovergoten".

Een multripele allelomorfe heeft een volgorde van dominantie (= overheersing), deze is: c+ is dominant over cgw en c, maar cgw is dominant over c.

Ter verduidelijking zal ik bovenstaande "erfelijkheidstaal" nog even verklaren.

De wildfactor, in dit geval de zwarte ondulatietekening, wordt in de symbolentaal aangeduid met c+. De grijsvleugelreductie krijgt het symbool cgw (gw = greywing = engels voor grijs-vleugel) en de sterkste reductievorm geven we het symbool c.

Aan de c-tjes is te zien dat we te maken hebben met mutaties van dezelfde factor. Uit de symbolen valt ook op te maken dat de mutaties recessief zijn ten opzichte van de wildvorm. Recessief, zo zult u nog wel weten, betekent dat de erfelijke factor zich alleen maar kan voordoen, als geen andere erfelijke eigenschappen overheersen.

A. van Kooten

 

                                    Verwante links

Deel 1.   Erfelijkheidsleer

Deel 2.   De lichaamscel (van de grasparkiet)
Deel 3.   Chromosomen, de dragers van erfelijke eigenschappen

Deel 4.   De celdeling

Deel 5.   Autosomen- en geslachtschromosomen
Deel 6.   Dominant en recessief

Deel 7.   Symbolentaal (= nomenclatuur)

Deel 8.   Gekoppelde factoren 
Deel 9.   Onafhankelijk van elkaar verervende factoren
Deel 10. Allelomorfen

Deel 11. Mutatie

Deel 13. Het dambordsysteem
Deel 14. Geslachtsgebonden factoren bij de grasparkiet
Deel 15. Intermediaire vererving en de donkerfactor
Deel 16. Crossing-over

 

 

 

 

Disclaimer

Home

Vertel een vriend over deze site

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten