Verspreiding:
Australië.
Woongebied:
Open beboste gebieden en doornig struikgewas.
Omgevingstemperatuur:
Kunnen in een volière met een vorst- en tochtvrij nachtverblijf
overwinteren.
Bijzonderheden als
volièrevogel:
Gemakkelijke en vredelievende volièrevogel. Niet meer dan één
paartje in de gezelschapsvolière. Het aantal broedsels moet beperkt
gehouden worden tot 3 á 4 per jaar. Ze houden van een zonnige
volière. De eigen nestbouw van de vogels stelt niet veel voor. Ze
accepteren gemakkelijk een komvormig nestkastje. Het popje legt 2
eitjes die door beide vogels worden uitgebroed. De broedduur
bedraagt ongeveer 13 dagen. De jongen verlaten het nest na 10 dagen.
De jongen zijn na 2 maanden niet meer te onderscheiden van de
ouders.
Voeding:
Als voeding dient een goede zaadmengeling voor tropische vogels
en of volièrevogels, een goed samengesteld eivoer/krachtvoer en bij voorkeur kiemzaad
verstrekt te worden. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de
voeding tegemoet te komen kan het beste een insecten-/universeelvoer
toegevoegd worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer).
Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels
dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater
en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken.
Voor meer informatie over de voeding
klik hier.
A. van Kooten