Man:
De kop is grijs met een paarse waas. Het voorhoofd is enigszins blauw
met een zwarte voorhoofdsband. De nek is heldergroen. De keel/baard is
zwart. De bevedering van de hals en borst is diep paars. De buik, het
onderlichaam en de dijen zijn groen. De mantel is donkergroen en de
stuit egaal groen. De hand- en armpennen zijn donkergroen met
grijszwarte toppen. De vleugeldekveren zijn donkergroen. Op de schouder
bevindt zich een geelgroene schoudervlek. De middelste staartpennen zijn
donkergroen overgaand in diepblauw met groene toppen. De overige
staartpennen zijn diepgroen. De onderzijde van de staart is grijs. De
onderstaartdekveren en bovenstaartdekveren zijn groen. De bovensnavel is
diep rood met een gele punt. De ondersnavel is zwart.
Pop:
De pop lijkt op de man maar heeft een lichtroze halsband en geheel
zwarte snavel. Verder is de kleur van de kop kobalt/violetachtig en het
voorhoofd helderder blauw.
Jongen:
De jongen lijken op de pop maar hebben een groene kop en kortere staart.
Herkomst en leefwijze van de Derbyanparkiet
De Derbyanparkiet komt voor in Zuidoost Azie, vanaf Noordoost-Assam door
Zuidoost Tibet tot Zuidwest China in de provincies Sichuan en Yunnan.
Hun woongebied omvat gemengde coniferenwouden met dennen- en eikenbomen
op 1200 tot 4000 meter hoogte. Af en toe verlaten ze hun woongebied om
lager gelegen landbouwgronden te bezoeken en zich daar te goed te doen
aan de verbouwde gewassen. Ze leven veelal in groepen van ca. 50 vogels
die het gehele jaar door met elkaar optrekken. Hun voedsel bestaat in
hoofdzaak uit zaden, vruchten, bessen en bladknoppen. Als
nestgelegenheid maken de vogels gebruik van holten in bomen waarbij ze
een voorkeur hebben voor populieren.
De voeding van edelparkieten
Als basisvoeding kan een zaadmengsel voor grote
parkieten en papegaaien gegeven worden. Om tot een volwaardige voeding
te komen kan aan het zaadmengsel een ‘krachtvoermengsel’ van geweekt
kiemzaad en eivoer/universeelvoer (1:1) toegevoegd worden. De verhouding
tussen het zaad en het krachtvoermengsel moet ongeveer één op één zijn.
Zolang er geen opgroeiende jongen zijn kan hier twee keer per week,
ondanks dat de vogels er ook vrij over moeten kunnen beschikken, scherpe
maagkiezel en oesterschelpengrit aan toegevoegd worden (1 afgestreken
theelepel per 2 vogels). Verder dienen dagelijks afwisselend
vruchten, bessen (rozenbottels, vuurdoorn, bramen, bosbessen e.d.) en
groenten te worden verstrekt. In de periode dat de vogels jongen hebben
is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten.
Het eiwitpercentage van het krachtvoer moet dan ongeveer op 20% liggen.
Omdat de meeste commerciële eivoeders dit eiwitgehalte niet halen is het
verstandig dit aan te vullen. Eé
n van de mogelijkheden hiervoor is een eetlepel volle
melkpoeder te mengen met een kilo eivoer/universeelvoer. Naast
bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de
beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook
vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. Om aan hun knaaglust
te voldoen is het raadzaam regelmatig verse berken-, wilgen- en of
fruitboomtakken te verstrekken.
Huisvesting van Derbyanparkieten
De buitenvolière dient een lengte van 4 á 5 meter te hebben en ± 1
meter breed te zijn. Een goede afmeting voor het nachtverblijf is
1,5 meter lang, 1 meter breed en 2 meter hoog.
Gezien hun vechtlust, met name in het broedseizoen, is het noodzakelijk
dat de vogels paarsgewijs in aparte rennen gehouden worden.
Gezien de knaaglust van de vogels kan de buitenvolière het beste gemaakt
worden van metaal, bijvoorbeeld aluminium. Vergeet niet een portaal of
sluis aan te brengen in de volière. Derbyanparkieten zijn vliegensvlug
en een portaal of sluis zorgt ervoor dat de vogels er in een onbewaakt
moment niet van door gaan. Als volièregaas kan gekozen worden voor gaas
met een afmeting van 19,0 x 19, 0 x 1,45 mm. Indien sprake is van
meerdere buitenvolières dienen deze onderling van elkaar gescheiden te
zijn met dubbel gaas tenzij er ondoorzichtige tussenwanden tussen de
volières geplaatst zijn die onderling contact onmogelijk maken.
Dubbelgaas en ondoorzichtige wanden tussen de buitenvolières voorkomt
dat de vogels elkaar door het gaas kunnen verwonden. Wat dat betreft
komt verlies van nagels en tenen vrij vaak voor bij edelparkieten! De
vliegopening die toegang geeft tot het nachtverblijf dient een afmeting
te hebben van ongeveer 20 cm. Zorg ervoor dat deze opening af te sluiten
is d.m.v. een schuifluikje. Het is het gemakkelijkst als dit
schuifluikje te bedienen is aan de voorzijde van de volière. Het is
verstandig om de buitenvolières voor de helft te overdekken,
bijvoorbeeld met golfplaten. De vogels hebben op deze manier altijd een
droge plaats in de buitenvolière. Het biedt u tevens de mogelijkheid om
in de buitenvolière broedblokken op te hangen. Het niet beschutte deel
van de buitenvolière geeft de vogels de mogelijkheid om bij regenval een
douche te nemen.
Kweken met Derbyanparkieten in de volière
Het nestblok dient dikwandig te zijn en kan het best gemaakt worden van
hardhout omdat de pop ook tijdens het broeden aan het nestblok blijft
knagen. Als het nestblok onvoldoende weerstand kan bieden aan de
knaaglust van de vogels zullen de eieren spoedig op de grond belanden.
Het broedproces is verder vergelijkbaar met halsbandparkieten, zie
aldaar.
Bijzonderheden
Derbyanparkieten zijn over het algemeen zeer luidruchtige vogels. Ze
hebben zeer krachtige snavels waarmee ze binnen de kortste keren een
houten volière kunnen slopen. De volière zal daarom van metaal moeten
zijn en er zullen, vanwege de knaaglust van de vogels, steeds voldoende
knaagtakken voorradig moeten zijn in de volière.
Derbyanparkieten kunnen als winterhard worden beschouwd.
A. van Kooten