Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Bont boertje of senegalpapegaai (Pocephalus senegalus)

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Bont boertje of senegalpapegaai

De Senegal papegaai (Poicephalus senegalus senegalus) is bij de meeste vogelliefhebbers beter bekend onder de naam Bont Boertje. Deze naam hebben ze ongetwijfeld te danken aan hun verenkleed die een bonte tekening van groen en geeloranje/oranjerood laat zien. Zoals de wetenschappelijke naam reeds doet vermoeden kunnen we het Bont Boertje in z'n natuurlijk leefmilieu vinden in en rond Senegal.

GESCHIEDENIS

Aangenomen wordt dat reeds in 1886 in Engeland de eerste broedresultaten met het Bont Boertje zijn behaald maar geheel betrouwbaar schijnen deze gegevens niet te zijn. Meer betrouwbaar zijn de gegevens die bekend zijn uit Denemarken waarin 1957 melding gemaakt werd van een succesvolle kweek met het bont boertje. Het betrof hier een paartje dat in een papegaaienkooi in de huiskamer één jong groot bracht. Het betreffende jong werd geboren uit één van de drie eieren die werden gelegd in een aan de buitenkant van de kooi opgehangen nestkast.

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 
 
 
 

 

 

 

 

In 1958 werd er wederom succesvol gekweekt. Dit keer in een buitenvolière op de Keston Bird Farm. Hier werden drie jonge Bonte Boertjes grootgebracht. De betreffende jongen werden vooral gevoerd met in melk geweekt brood, gekookte aardappelen en wortels.

DE VERSCHILLENDE SOORTEN

Zoals bij zoveel andere vogels onderscheiden we ook bij het Bont Boertje een aantal ondersoorten, te weten:

1. Poicephalus senegalus senegalus    (Senegal papegaai of wel Bont Boertje)
2. Poicephalus senegalus mesotypus    (Oranjebuik Senegal papegaai)
3. Poicephalus senegalus versteri        (Roodbuik Senegal papegaai)

VERSPREIDINGSGEBIED VAN DE SOORTEN

1. Poicephalus senegalus senegalus (Senegal papegaai)
Deze soort komt voor in Senegal, Gambia, Guinee-Bissau en Guinee.

2. Poicephalus senegalus mesotypus (Oranjebuik Senegal papegaai)
Deze soort komt voor in het oosten en noordoosten van Nigeria, het noordelijk deel van Kameroen en het zuidwesten van Tsjaad.

3. Poicephalus senegalus versteri (Roodbuik Senegal papegaai)
Deze soort kunnen we vinden van Ivoorkust en Oost-Ghana tot het westen van Nigeria.

BESCHRIJVING VAN DE SOORTEN

1. Poicephalus senegalus senegalus (Senegal papegaai)
De "gewone" Senegal papegaai heeft een grijze kop. Dit grijs is op de wangen lichter van tint dan op voorhoofd en schedel.
De bovenzijde, de borst en de vleugels zijn groen, terwijl de buik en de onderzijde van de vleugels geel tot geeloranje gekleurd zijn. De staart is bruinachtig groen van kleur, de snavel grijszwart, de poten grijsbruin en de irissen van de ogen geel.
De "gewone" Senegal papegaai heeft een grootte van ± 23 cm. De grootte van de mannen en poppen verschilt maar weinig. Bij in het wild gevangen exemplaren bedroeg dit verschil minder dan 1 cm.

2. Poicephalus senegalus mesotypus (Oranjebuik Senegal papegaai)
Bij de Oranjebuik Senegal papegaai is de groene kleur in z'n geheel bleker dan bij de "gewone" Senegal papagaai. Ook zien we vaak dat het groen van de borst doorloopt tot op de buik. De buik en de onderzijde van de vleugels zijn overwegend oranje van kleur. De mannen van deze soort kunnen een grootte bereiken van 23 á 24 cm.

3. Poicephalus senegalus versteri (Roodbuik Senegal papegaai)
De Roodbuik senegal papegaai is in z'n geheel donkerder groen van kleur. De kleur van de buik en onderzijde van de vleugels is niet geeloranje zoals bij de "gewone" Senegal papegaai maar veel meer oranjerood.
De mannen van de Roodbuik Senegal papegaai kunnen een grootte bereiken van ca. 24 á 25 cm.. De poppen daarentegen zijn veelal kleiner van stuk, ± 22 á 23 cm. Zoals blijkt uit bovenstaande gegevens is de Roodbuik Senegal papegaai de grootste van de 3 soorten. Mannelijke exemplaren kunnen, zoals gezegd, een grootte bereiken van ± 25 cm. Vrouwelijke exemplaren zijn overwegend kleiner van stuk, namelijk om en nabij de 22 cm.

OPMERKINGEN MET BETREKKING TOT HET GESLACHTSONDERSCHEID    

In het algemeen hebben de mannen van alle drie de soorten een grotere kop en zijn ze veelal een stuk zwaarder gebouwd.
Toch worden door ervaren kwekers ook andere eigenschappen genoemd die het verschil in sekse zouden aangeven. Zo zou de kleurintensiteit en de uitgestrektheid van de oranjegelebevedering alsmede het totale verenkleed bij mannelijke exemplaren helderder van kleur zijn. Zelfs bij jonge vogels zou men hier de mannen al vaak aan kunnen herkennen.
Verder zou bij de mannelijke exemplaren het geel vaak doorlopen tot boven de vleugel. Een ander kenmerk die aan mannen wordt toegeschreven is dat ze rustiger zijn dan de poppen.

GEIMPORTEERDE SENEGAL PAPEGAAIEN
Een aantal jaren geleden kwam ik via een dierenasiel in het bezit van een aantal geïmporteerde Senegal papegaaien. De vogels waren samen met nog veel meer andere dieren, wegens een betalingsschuld weggehaald bij een "liefhebber". Daar er op het gebied van vogels weinig kennis aanwezig was in het asiel werd mij gevraagd de vogels te komen bekijken. Al voor de telefoon werd het me duidelijk dat het hier om Senegal papegaaien moest gaan, hetgeen bij mijn bezoek aan het asiel bevestigd werd.
Toen mij gevraagd werd of ik de vogels niet wilde kopen tegen de geldende waarde besloot ik ze "op te vangen".
Al snel viel één van de dieren me op omdat het een duidelijk veel rodere buik had dan de andere vogels. Dit was dus een  Roodbuik Senegal Papegaai. Maar ook de andere dieren bleken onderling enigszins van elkaar te verschillen. Zo bleken er vogels te zijn waarbij de groene kleur veel verder doorliep op de geel/oranje borst. Ook leek het alsof de algemene groene lichaamskleur van deze vogels iets lichter van tint was. Naast de kleurverschillen viel het me op dat er ook duidelijk verschil was in kop- en lichaamsgrootte.

NATUURLIJK LEEFMILIEU

De Senegal papegaai bewoont vooral open savannen waarop zich her en der wat bomen, met name apebroodbomen (adansonia digitata), bevinden. Omdat ze zeer graag mogen baden vertoeven ze vaak in de nabijheid van water (rivieren). Senegalpapagaaien worden regelmatig alleen, in paartjes of in kleine groepen van 10 tot 20 vogels gesignaleerd. Deze kleine groepen willen zich nog wel eens verenigen tot één grote zwerm die dan van boerderij naar boerderij trekt om zich daar te goed te doen aan gemorst graan.
Maar ook het bezoek aan graanvelden, waarbij ze aanzienlijke schade kunnen veroorzaken, schuwen ze niet. Senegal papegaaien zijn vooral gek op vijgen en zaden van verschillende bomen en struiken.


KARAKTER VAN DE VOGEL

In hun natuurlijke leefomgeving zijn de dieren moeilijk te benaderen en erg schuw. In het wild gevangen vogels zijn over het algemeen bijzonder wild en nerveus. Dit is er dan ook de reden van waarom ze vroeger moeilijk te verkopen waren en relatief goedkoop aangeboden werden. Trouwens ook tegenwoordig zijn deze papegaaitjes nog behoorlijk betaalbaar (rond de 50 tot 100 euro per stuk) voor de echte liefhebber. Met betrekking tot dit wilde en nerveuze gedrag dient echter opgemerkt te worden dat ze in gevangenschap, en dit geldt met name voor de jongen, vrij snel vertrouwd raken met hun verzorger. De vogels kunnen dan een grote aanhankelijkheid tonen, hetgeen zich dan bijvoorbeeld uit in het naar de verzorger toekomen (vliegen) en het uit de hand eten bij de verzorger.Opvallend is wel dat ze tijdens het broedproces deze aanhankelijkheid verliezen en ronduit agressief worden als ze jongen hebben. Het zijn geen echte lawaaischoppers. Het geluid dat ze produceren bestaat veelal uit een serie van korte schreeuwen die vervolgens worden afgewisseld met vrij hoge fluittonen.  

BROEDPROCES

In het wild broedt het Senegal papegaai na de regentijd, van september tot november. Hun nestholten bouwen ze graag in hoge bomen waarbij hun voorkeur uitgaat naar apebroodbomen. De vogels zijn op een leeftijd van ± 4 á 5 jaar geslachtsrijp.  Mannen in broedconditie laten hun vleugels trillend afhangen langs het lichaam. Tijdens dit gedrag gaat de snavel snel open en dicht en maakt hij een vrij zacht geluid welke aangenaam klinkt. Bij de paring houdt hij de vleugels aan weerszijden van de pop zodat hij goed z'n evenwicht kan bewaren. Bij gelegenheid voert hij het popje tijdens de paring terwijl hij af en toe van houding verandert.
Tijdens de paring maakt het popje een vrij hoog jankend geluid wat gedurende vrijwel de gehele paring blijft klinken.
Het totale paringsritueel neemt per keer al gauw 3 minuten in beslag. In gevangenschap broeden ze graag in een, in een donkere hoek weggehangen, broedblok met een afmeting van 25x25x35 cm. En een invlieggat van 8 cm. Maar ook in grotere broedblokken (25x25x50) wordt prima gebroed zo is gebleken. In gevangenschap worden meestal in augustus gemiddeld 3 eieren door de pop gelegd. De eieren worden door de pop om de dag gelegd. De broedduur bedraagt ± 26 dagen. Tijdens het broeden van de pop verblijft de man ook veelal in het nestblok. De jongen hebben bij de geboorte een lichte donsbevedering. Na ± 10 dagen openen ze voor het eerst de ogen. De jongen moeten op ± de 12e dag worden geringd met een ring van 7 mm. Na ca. 3 weken worden de eerste veerstoppels op het lichaam zichtbaar en na 4 weken zijn ook de kop- en staartpennen duidelijk zichtbaar. Na ± 6 weken worden de oranje gekleurde veerstoppels op de borst zichtbaar en na ± 7 weken vliegen de eerste jongen uit. Het duurt dan nog ca. 4 weken alvorens de jongen zelfstandig zijn. De pop begint meestal na 8 weken met een nieuw legsel. In dit kader is het van belang dat de jongen zo snel mogelijk bij de ouders worden weg genomen omdat ze de vervelende gewoonte hebben steeds weer terug te keren in het ouderlijk nest en heel vaak daarbij het nieuwe legsel beschadigen!! Dit probleem kan zoveel mogelijk worden voorkomen door de jongen een week voor het uitvliegen uit het broedblok te halen en hun in de broedkooi te wennen aan het zelf eten van (zachte) zaden zoals bijvoorbeeld gekiemde zaden, trosgierst en gekookte en of half rijpe maïs. Veelal zijn ze dan na ± 2 weken al in staat ook wat hardere zaden tot zich te nemen. Indien dit eenmaal het geval is kunnen ze, op een leeftijd van ca. 9 tot 10 weken, bij de ouders worden weggenomen. Een bijkomend voordeel van bovenstaande handelswijze is dat de jongen veelal niet terugkeren op het nest.
Jonge vogels zijn goed herkenbaar doordat hun verenkleed beduidend "fletser" is dan dat van de volwassen vogels. Verder bezitten de jongen een zwarte iris die, net als bij de oudere dieren, na ca. 8 maanden geel van kleur wordt.
De kweker kan gedurende een lange tijd plezier beleven aan een goed broedkoppel. In gevangenschap kunnen Senegal papagaaien namelijk gemakkelijk een leeftijd bereiken van ruim 30 jaar!  Met betrekking tot de kweek zou ik nog willen opmerken dat het onverstandig is om de ondersoorten onderling te kruisen daar dit de egaliteit van de kleur niet ten goede komt. Dit blijkt vooral zichtbaar te worden in de geeloranje veervelden van betreffende vogels.

VOEDING

Zoals reeds eerder opgemerkt voeden ze zich in het wild o.a. met granen, vijgen en zaden van verschillende bomen en struiken.
In gevangenschap doen de vogels het prima op een zaadmengsel voor grote parkieten die wordt aangevuld met eivoer, geweekte zonnebloempitten, gekookte of halfrijpe maïs, trosgierst, verse vruchten, pinda's, brood, vogelmuur, haver, appel, rauwe wortel, alsmede verschillende rijpe onkruiden. Indien de vogels jongen hebben dient al naar behoefte meer eivoer, brood, gekookte maïs, appel, rauwe wortel, trosgierst e.d.te worden verstrekt.

HANDOPFOK

Door allerlei oorzaken kan het voorkomen dat de jongen niet meer gevoerd worden door de ouders. Zo kan het voor komen dat door onervarenheid van de oudervogels de jongen niet gevoerd worden. Een paartje dat nog nooit eerder jongen heeft grootgebracht laat soms zijn eerste jongen verhongeren. Veelal is de pop dan (nog) niet in staat om melk uit de voormaag af te scheiden, hetgeen trouwens door het (indringend) bedelen cq. piepen van oudere jongen gestimuleerd kan worden. Ook bij te sterke afkoeling en of ziekte van een jong(en) komt het voor dat jongen niet meer gevoerd worden. In een dergelijk geval is het jong te zwak om het kopje te heffen om voedsel in ontvangst te nemen. Een andere oorzaak kan zijn dat zich iets storends in de directe omgeving van de vogels heeft voorgedaan, bijvoorbeeld door katten of muizen. Maar ook bepaalde weersomstandigheden of heel veel lawaai in de nabijheid van de volière kan oorzaak zijn van het niet meer voeren van de jongen. Indien zich onverhoopt dergelijke problemen voordoen zijn we, indien er geen pleegkoppels voor handen zijn, aangewezen op het grootbrengen van de jongen met de hand.
Een voeding die hiervoor wel gebruikt is, is de volgende:
-    4 delen Bambix
-    2 delen Almiron AB
-    2 delen CÉDÉ eivoer
-    1 deel insectenvoer
-    1 deel Carvan Cevitam
-    1 deel vloeibare honing
-    1/4 deel druivensuiker
-    1 mestpuntje gistcal.

Opgemerkt dient te worden dat er natuurlijk ook prima "handopfokvoeders" voor papegaaien in de handel zijn. Het voeren van de jongen dient in ieder geval 8x per dag plaats te vinden tussen 6 uur s'ochtends en middernacht. Dit betekent dat de jongen gemiddeld om de 2 uur gevoerd moeten worden. Het voedsel kan worden toegediend met een theelepeltje die enigszins in een V-vorm is gemaakt. In het begin dient de temperatuur waarbij de jongen worden grootgebracht zo rond de 31 oC te liggen. Naarmate ze ouder worden en groeien kan de temperatuur teruggebracht worden evenals het aantal voederbeurten. Op de bodem van de kooi waarin we de jongen grootbrengen kunnen we gepelde zonnepitten, trosgierst, gekiemde zaden, verschillende soorten fruit, gekookte maïs e.d. verstrekken om hen voor te bereiden op de uiteindelijke voeding.

HUISVESTING

De vogels kunnen in relatief kleine kooien gehouden worden. Verschillende kwekers hebben prima broedresultaten bereikt met deze vogels in metalen kistkooien van 100 cm. lang, 40 á 50 cm. diep en 50 cm. hoog. Bewust gebruik ik hier het woord metaal want uit eigen ervaring weet ik dat een uit hout bestaande huisvesting binnen de kortste keren "gesloopt" wordt door deze vogels.
Gezien de afmeting van de kooi betekent dit dus dat ook vogelliefhebbers die wat minder ruim gehuisvest zijn de mogelijkheid hebben om papegaaien te houden! Natuurlijk dien ik hier bij op te merken dat wanneer de ruimte het toelaat een buitenvolière met nachthok voor deze vogels zeker niet nagelaten moet worden. Dit verblijf zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een nachtverblijf van 90x45x90 cm. en een buitenvlucht van 200 cm hoog, 150 cm. diep en 90 cm breed. Vreemd genoeg is gebleken dat indien de vogels in grotere volières worden gehouden dit het kweken niet bevorderd.

A. van Kooten

 

 

Verwante links

Bruinkoppapegaai - Poicephalus cryptoxanthus
Meyerpapegaai - Poicephalus meyeri
Senegalpapegaai - Poicephalus senegalus

 

Disclaimer

Home

Vertel een vriend over deze site

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten