Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Ambon koningsparkiet  (Alisterus amboinensis)

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Ambon koningsparkiet

Formaat: 33 - 36 cm.

Ringmaat: 7 mm.

Geslachtsonderscheid: beide geslachten lijken op elkaar.

Ondersoorten

  • Alisterus amboinensis amboinensis       -           Ambon-koningsparkiet
  • Alisterus amboinensis buruensis           -           Buru-koningsparkiet
  • Alisterus amboinensis dorsalis              -           Salawati-koningsparkiet
  • Alisterus amboinensis hypophonius       -           Halmahera-koningsparkiet
  • Alisterus amboinensis sulaensis            -           Sula-koningsparkiet
  • Alisterus amboinensis versicolor            -           Peleng-koningsparkiet
Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
Vogelboeken
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 

Herkomst en leefwijze

De genoemde ondersoorten komen slechts voor in het westelijk deel van Nieuw-Guinea en op een aantal Indonesische eilanden ten westen daarvan. Hun verspreidingsgebied is dan ook erg beperkt. Alle ondersoorten zijn overwegend rood met violetblauwe veerpartijen op de rug en groene vleugels. De Halmahera-koningsparkiet is hierop een uitzondering; deze ondersoort heeft donkerblauwe bovenvleugeldekveren en zwartblauwe vleugels. De Buru-koningsparkiet is met zijn 36 cm de grootste en de Peleng- en Salawati-koningsparkieten zijn met hun 33 cm de kleinsten.

Ambon-koningsparkieten leven in hun verspreidingsgebied in bosrijke laaglandgebieden en op lager gelegen berghellingen. Ze komen hier alleen of in paren voor op zoek naar voedsel in bomen en struiken. Dit bestaat in hoofdzaak uit zaden, vruchten, bessen en bladknoppen. Het zijn vogels die weinig op de grond komen. Ambon-koningsparkieten zijn zeldzaam in de avicultuur.

Voeding

Als basisvoeding kan aan Ambon koningsparkieten een goede zaadmengeling voor grote parkieten gegeven worden. Om tot een volwaardige voeding te komen kan aan het zaadmengsel een ‘krachtvoermengsel’ van geweekt kiemzaad en eivoer/universeelvoer (1:1) toegevoegd worden. De verhouding tussen het zaad en het krachtvoermengsel moet ongeveer één op één zijn. Zolang er geen opgroeiende jongen zijn kan hier twee keer per week, ondanks dat de vogels er ook vrij over moeten kunnen beschikken, scherpe maagkiezel en oesterschelpengrit aan toegevoegd worden (een afgestreken theelepel per twee vogels). Verder dienen dagelijks afwisselend vruchten en groenten te worden verstrekt. In de periode waarin de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Het eiwitpercentage van het krachtvoer moet dan ongeveer op 20% liggen. Omdat de meeste commerciële eivoeders dit eiwitgehalte niet halen, is het verstandig dit aan te vullen. Extra dierlijke eiwitten kunnen eventueel verstrekt worden in de vorm van bijvoorbeeld universeelvoer of meelwormen. Geef echter niet meer dan ongeveer vier meelwormen per jong per dag. Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken

Huisvesting

In de broedperiode hebben gevormde paren behoefte aan een eigen territorium en dulden ze geen andere soorten en soortgenoten in hun nabijheid. In deze periode dienen ze daarom paarsgewijs, in aparte rennen gehuisvest te worden. Bij de bouw van een volière verdient het aanbeveling de buitenvolière(s) te voorzien van een goed geïsoleerd nachtverblijf. Een goede afmeting voor een buitenvolière voor koningsparkieten is 4 á 5 m lang, 1 m breed en 2 m hoog. Het nachtverblijf dient een minimale afmeting te hebben van 1 m lang, 1 m breed en 2 m hoog. Het nachtverblijf dient tocht- en vorstvrij te zijn. De buitenvolière kan het best gemaakt worden van metaal, bijvoorbeeld aluminium. Vergeet niet een portaal of sluis aan te brengen in de volière. Dit voorkomt dat de vogels in een onbewaakt moment kunnen ontsnappen. Indien sprake is van meerdere buitenvolières dienen deze altijd onderling van elkaar gescheiden te zijn door dubbel gaas, tenzij er ondoorzichtige tussenwanden tussen de volières geplaatst zijn die onderling contact onmogelijk maken. Dubbel gaas en ondoorzichtige wanden voorkomen dat de vogels elkaar kunnen verwonden. Zorg er verder voor dat in de naast gelegen rennen andere soorten worden gehuisvest zodat de vogels tijdens het broedseizoen hun energie niet kunnen verspelen aan ruzies met soortgenoten. De vliegopening die toegang geeft tot het nachtverblijf dient een afmeting te hebben van ongeveer 20 cm. Zorg ervoor dat deze opening af te sluiten is d.m.v. een schuifluikje. Het is het gemakkelijkst als dit schuifluikje te bedienen is aan de voorzijde van de volière. Het is verstandig om de buitenvolières voor de helft te overdekken, bijvoorbeeld met golfplaten. De vogels hebben op deze manier altijd een droge plaats in de buitenvolière. Het biedt u tevens de mogelijkheid om in de buitenvolière broedblokken op te hangen. Het niet beschutte deel geeft de vogels de mogelijkheid om bij regenval een douche te nemen. De vloer van de volière kan het best gemaakt worden van beton of cementtegels. Hierover kan eventueel zand, schelpen of iets anders gestrooid worden.

Kweek

Koningsparkieten hebben over het algemeen voorkeur voor een staand blok van circa 1,5 tot 2 m hoog met een bodemoppervlak van ongeveer 25 x 25 cm. Het invlieggat dient een doorsnee te hebben van circa 9 cm. Zorg ervoor dat het nestblok op een koele donkere plaats in de buitenvlucht van de volière staat of hangt. Het is erg belangrijk te weten in wat voor nestblok de pop is grootgebracht. De ervaring leert dat poppen voorkeur hebben voor een nestblok waar ze zelf in zijn geboren. Let daar dus op bij de aanschaf van jonge Ambon koningsparkieten! Geef de vogels meerdere nestblokken van verschillende afmetingen ter beschikking; dit zal de kans op succes zeker vergroten. Zorg er voor dat er naast zelf gemaakte nestblokken ook natuurbroedblokken aanwezig zijn. Om de vogels te helpen bij het in- en uit gaan van het blok is het noodzakelijk de binnenzijde van het blok onder het invlieggat te voorzien van een strook gaas of krammen.

Als nestmateriaal dient een mengsel van potgrond en houtspaanders in het blok te worden aangebracht. Ook kunnen stukken vermolmd hout gegeven worden. Deze worden dan door de pop geheel stuk geknaagd waardoor een prima bodembedekking in het nestblok ontstaat.

Ambon koningsparkieten zijn over het algemeen pas in hun derde levensjaar geslachtrijp. In gevangenschap is gebleken dat Ambon koningsparkieten niet alleen vrij kieskeurig zijn in de keuze van een partner maar ook in die van het nestblok. Voor wat betreft de keuze van een partner is het verstandig jonge vogels te kopen en deze reeds op jonge leeftijd bij elkaar te plaatsen. De pop legt de eieren om de dag; het zijn er meestal vijf. Poppen die voor het eerst leggen, leggen er meestal minder. De pop begint meestal na het tweede ei te broeden.  Tijdens de gehele broedperiode vertoeft de man veel in de nabijheid van het nest. De jongen komen na ongeveer 20 dagen uit het ei. In het begin worden ze alleen door de pop gevoerd. Na enkele dagen helpt de man daarbij. De jongen moeten rond de twaalde dag worden geringd. Op een leeftijd van 40 tot 50 dagen verlaten de jongen het nest waarna ze nog twee tot drie weken door de ouders worden gevoerd.

A. van Kooten

 

Verwante links

Koningsparkiet
 

Disclaimer

HOME

Vertel een vriend over deze site

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten