Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Agapornis personatus

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Agapornis personatus

Geschiedenis

De Agapornis personatus wordt in 1887 ontdekt en beschreven. Het duurt tot 1925 alvorens de soort in Europa wordt geimporteerd. Een jaar later, in 1926, worden al de eerste broedresulaten in gevangenschap gemeld.

Herkomst en leefmilieu

Het verspreidingsgebied van de Agapornis personatus is het Irangi district van Noordoost - Tanzania. Hun leefgebied bevindt zich zo'n 60 km. ten zuidoosten van het leefgebied van de Agapornis fischerie. Bijzonder is dat het leefgebied van beide soorten elkaar raken noch overlappen.  Hun woongebied is de droge savanne, grasland met hier en daar wat bomen en struiken.Ze voeden zich hoofdzakelijk met verschillende graszaden en bessen. Om aan dit voedsel te komen brengen ze een groot deel van de dag door op de grond, een gewoonte die we ook in onze volières kunnen waarnemen.  

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
Vogelboeken
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao

 

 

 

Beschrijving van de soort

Man en pop: De man en de pop zijn uiterlijk gelijk. De Agapornis personatus is ongeveer 14 cm groot en heeft een diepzwarte kop die op de achterkop overgaat in olijfbruin. Om de hals, van voren uitlopend tot op het bovenste deel van de borst, loopt een diepgele kraag. De borst is geel evenals de vleugelbochten. De algehele lichaamskleur is groen.De stuit van de vogel is donkergroen met een zijdeachtige glans. Rond de bruine ogen vinden we de kenmerkende witte oogring. De snavel is dieprood. De poten zijn grijs en de nagels donkergrijs.
Jongen: De jongen zijn bleker van kleur. De kleur van de kop is i.p.v. diepzwart meer bruinachtig zwart. Op de bovensnavel van jonge vogels zit een zwarte vlek.

Broedproces in het wild en in gevangenschap

In hun geboorteland valt de broedtijd tussen maart en april. Ze nestelen doorgaans in holten van apebroodbomen maar ook wel in holten van schuren en gebouwen, onder daken en in  oude zwaluwnesten . Het nestelen gebeurt veelal in kolonieverband.Net als de Agapornis fischerie gebruiken ze als nestmateriaal stroken boomschors, takjes, grashalmen en lange twijgen. De pop vervoert de bouwstoffen in haar snavel. Van het bouwmateriaal wordt een bolvormig nest met een sluipgang gebouwd. In gevangenschap kunnen ze het best paarsgewijs in ruime broedkooien worden gehuisvest, hoewel er ook goede resultaten zijn behaald met meerdere paren in grote volières. Belangrijk hierbij is dat er voor de verschillende paartjes ruim voldoende nestblokken beschikbaar zijn. Als nestgelegenheid kan een broedblok met een afmeting van ongeveer 25 cm. hoog en een bodemoppervlak van 15 x 15 cm. gegeven worden. Horizontale broedblokken met een afmeting van 40 cm.breed, 18 cm. lang en een hoogte van 18 cm. voldoen ook prima.  Als nestmateriaal kunnen verse (wilgen)takken, strohalmen, halmen van trosgierst e.d. gegeven worden. Van de takken bijt de pop stroken schors die ze in haar bek stopt en naar het nest brengt. Ze bouwt een komvormig nest. Om de dag worden 4 tot 6 eitjes gelegd die ongeveer 23 dagen worden bebroed. De jongen hebben bij het uitkomen een oranjerode donsbevedering die naarmate ze ouder worden veranderd in donkergrijs. Na de achtste dag kunnen de jongen geringd worden met ringmaat 4,5 mm.. Als ze uitvliegen, na ca. 6 weken, worden ze nog ongeveer twee weken door de ouders gevoerd. Het is verstandig de jongen, als ze zelfstandig zijn, apart te zetten. De ouders kunnen dan ongestoord verder broeden. Het verdient aanbeveling de vogels niet meer dan twee legsels te laten grootbrengen. Over het algemeen kan gesteld worden dat de Agapornis personata stress gevoeliger is dan de fischerie. Dit geldt in het bijzonder voor de jongen. Uitvangen dient zeer voorzichtig te gebeuren en alleen dan als het strikt noodzakelijk is. Verder is het verstandig geen al te jonge personata's aan te schaffen. Bij aanschaf dienen de vogels minstens 10  maanden oud te zijn wil men niet het risico lopen dat de jonge vogels na enkele dagen in hun nieuwe omgeving sterven.

Voeding in gevangenschap

Als voeding kan aan de vogels een zaadmengsel voor agapornissen gegeven worden, aangevuld met eivoer, kiemzaad, kleine stukjes fruit, bessen, groenvoer en trosgierst. Verder mogen grit en scherpe maagkiezel niet ontbreken.

Mutaties

Bij de Agapornis personatus hebben zich al heel wat mutaties voorgedaan. Zo kennen we de pastel-, blauw- en violetfactor alsmede de donkerfactoren en sinds kort in Amerika de fallowfactor. Verder kennen we nog de inofactor die via de Agapornis lilianae is  ingekweekt en de gezoomde factor die via de Agapornis fischerie is ingekweekt.

A. van Kooten

 

Verwante links

Agapornis canus
Agapornis fischerie
Agapornis lilianae
Agapornis nigrigenus
Agapornis pullarius
Agapornis taranta
Agapornis roseicollis
Agapornis swindernianus
 

Disclaimer

HOME

Vertel een vriend over deze site

 

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten