De wangen en de keel zijn blauw. De rug is rozerood met zwarte veren die
geelrood zijn omzoomd. De schouders zijn overwegend zwart, de grote
vleugelslagpennen blauw en de stuit rood. De staart is blauw van kleur,
waarbij de middelste staartveren een groene weerschijn vertonen. De ogen
van de Adelaїde rosella's zijn donkerbruin van
kleur, de snavel donkerblauwachtig grijs en de poten grijsbruin. De jongen van dit ras zijn in het nest veelal grauwgroen van kleur
en pas na 12 maanden volledig op kleur. Bij de Noordelijke Adelaїde schemert bij beide geslachten nog
slechts heel weinig rood in de borst. De zwarte rugveren zijn
heldergeel omzoomd. Bij dit ras waar vrijwel al het rood is
verdwenen is de buik dan ook zuiver geel van kleur.
Grootte
De grootte van de Adelaїde rosella varieërt van 30 - 35 cm.
Geslachtsonderscheid
Over het algemeen heeft de man een forsere kop en grotere snavel dan
de pop.
Verspreidingsgebied
De Adelaїde rosella (Pl. elegans adelaide) komt in grote aantallen
voor in de directe omgeving van de stad Adelaide, de heuvels ten
noorden ervan en de zuidelijke Flinders Ranges. Het is niet moeilijk
te raden hoe deze vogel aan zijn naam is gekomen. De Noordelijke Adelaїde rosella, waarbij nog slecht een heel weinig
geel in de borst voorkomt, vinden we, hoe kan het anders, ten
noorden van de stad Adelaїde.
Leefomgeving
De Adelaїde rosella is vaak te vinden in de directe omgeving -
tuinen en parken - van mensen. Verder komen ze verspreid voor in
open bosgebieden en open savannen. In hun natuurlijke leefomgeving trekken de verschillende rosella-soorten
over het algemeen paarsgewijs met elkaar op, ook na de broedtijd.
Een aantal soorten waaronder de rosella en de Adelaїde rosella komen
buiten de broedperiode in kleine groepjes voor (De rosella zelfs in
zwermen).
Voeding
In hun natuurlijke leefomgeving bestaat de voeding vooral uit zaden
van grassen en allerlei wilde planten. Verder voeden ze zich met
vruchten, bloemsemnectar, bladknoppen, en diverse soorten insecten
en hun larven. Door hun voorkeur voor bloesem van fruitbomen kunnen
ze aanzienlijke schade toebrengen aan boomgaarden. Ook zoeken ze
regelmatig boerderijen op om zich daar te goed te doen aan gemorst
graan op erven, stoppelvelden en in hooibergen.
De voeding in gevangenschap
In gevangenschap dient de voeding te bestaan uit een goede
zaadmengeling voor grote parkieten, onkruidzaden en vruchten. In de
periode dat de vogels jongen hebben moeten ze ook ruimschoots de
beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Naast het verstrekken
van eivoer is het verstandig universeelvoer en of meelwormen, als
bijvoeding te verstrekken (bijvoorbeeld 2 meelwormen per jong per
dag). Bij een tekort aan dierlijke eiwitten zien we ook vaak dat de
vogels hun jongen onvoldoende voeden en uiteindelijk zelfs in de
steek laten. Hetzelfde gedrag zien we bij europese wildzangvogels,
die ook hun jongen in de steek laten wanneer er onvoldoende
dierlijke eiwitten voor handen zijn.
Dagelijks vers en fris bad- en drinkwater is noodzakelijk, terwijl
ook maagkiezel en grit niet op het menu mogen ontbreken.
Karakter
Voor de meeste rosella-soorten geldt dat ze van nature erg
vechtlustig zijn, vooral tegenover soortgenoten. Door het
vechtlustig karakter dient u als kweker bij het samenstellen van de
paren er daarom goed op te letten of de vogels elkaar verdragen.
Enige tijd de vogels gadeslaan is hierbij een vereiste omdat de
gevechten zo hevig kunnen zijn dat direct ingrijpen noodzakelijk is.
Het is ook erg belangrijk om niet direct, bij verlies van een
partner, een andere partner te geven. In een dergelijk geval kunt u
de vogels het beste aan elkaar laten wennen door ze in naast elkaar
liggende rennen te plaatsen. Verder is het belangrijk om bij het
samenstellen van paren altijd het mannetje in de voličre van de pop
te plaatsen en niet omgekeerd!V oor het verkrijgen van goede
broedresultaten is het verder van belang nooit rosella-soorten naast
elkaar te plaatsen, maar de aangrenzende ren(nen) te bevolken met
niet verwante soorten.
Huisvesting
Het houden van de Adelaїde rosella hoeft geen problemen te geven in
ons land. Ook in Australië trotseren ze immers koud en vochtig weer.
Hoewel ik weet dat veel kwekers de vogels in een voličre houden
zonder echt nachthok (wel goed beschut en voorzien van een dak en
dichte achterzijde en zijkanten en een afgeschermde voorzijde) ben
ik toch van mening dat een voličre waarin rosella-soorten worden
gehouden een goed afgesloten en droog nachtverblijf dient te
bezitten. De ren dient een lengte van 3 á 4 meter te hebben en ± 1
meter breed te zijn. Zelf houd ik de vogels in rennen van 5 meter
lang en 1.00 m. breed. Daarnaast bezitten alle rennen bij mij een
apart nachtverblijf.
Broedproces
Zie bij Rosella.
Ringen
De jongen van de Adelaїde rosella dienen met ringmaat 6 mm. te
worden geringd.
Noot: In het verleden zijn beide ondersoorten van de Adelaїde rosella met
elkaar gekruist. Het is daarom de vraag of er in ons land nog wel
zuivere Adelaїde rosella’s voor komen.
A. van Kooten