Verveling, eenzaamheid
Veel kromsnavels hebben aandacht nodig. Indien in
de belevingswereld van de vogel dit te weinig is zal hij/zij proberen
deze aandacht te krijgen door te gaan verenplukken.
Een mogelijke oplossing is het bijplaatsen van een
partner. De kooi dient dan natuurlijk wel voldoende plaats te bieden aan
twee vogels. Hoewel het bijplaatsen van een partner de vogel zeker zal
afleiden biedt het echter geen garantie dat de vogel ophoudt met
verenplukken.
Kortwieken
Indien de kromsnavel is gekortwiekt kunnen de
restanten van de afgeknipte veren in het vel gaan prikken bij een
opgevouwde vleugel. Dit gaat de vogel irriteren hetgeen uiteindelijk
aanleiding kan zijn tot het verenplukken. Bij het kortwieken is het dan ook erg belangrijk
dat de stompjes van de afgeknipte veren zo kort gehouden worden dat ze
nog onder de nog aanwezige dekveertjes verborgen blijven.
Geirriteerde huid
Een geïrriteerde huid kan door velerlei factoren,
zoals een verkeerde voeding, ruistoornissen, ontstoken veerfollikels,
verwonding, ontstaan. De kromsnavel zal bij een geïrriteerde huid met
zijn snavel of zijn poten gaan krabben. Door dit krabben wordt de
‘gezonde’ huid rondom de geïrriteerde plaats ook meegenomen en raakt
daarbij ook geïrriteerd. Uiteindelijk zal de vogel, afhankelijk van de
mate van irritatie, steeds meer veren rond de geïrriteerde plaats gaan
weg plukken. Dit gedrag kan in het slechtste geval tot een gewoonte
verworden.
Het mag duidelijk zijn dat als de verzorger merkt
dat de vogel last heeft van een geïrriteerde huid, de vogel zo snel
mogelijk behandeld moet worden door een
(vogel)dierenarts.
Oplossing(en)
Alvorens een kromsnavel wordt aangeschaft dient de
verzorger zich af te vragen of hij/zij de vogel voldoende (blijvende)
aandacht kan bieden. Bedenk in dit geval bijvoorbeeld dat veel
papegaaien 50 jaar of ouder worden!
Een goed uigebalanceerde voeding is onontbeerlijk
voor een goede gezondheid en goede conditie van de bevedering van de
vogel. Het verdient daarom aanbeveling dat de verzorger goed op de
hoogte is van de eisen die gesteld worden aan een
goede voeding.
In hun natuurlijke leefomgeving nemen vogels
regelmatig een bad om hun veren in goede conditie te houden. De
verzorger dient er dan ook voor te zorgen dat de vogel regelmatig kan
baden en of 1 tot 2 keer per dag met een met water gevulde plantenspuit
wordt besproeid.
Om het verenplukken daadwerkelijk tegen te gaan kan
de vogel een kraag om gedaan worden. Wel dient hier bij bedacht te
worden dat de oorzaak er niet mee wordt weggenomen. Meestal zit de vogel
nadat de kraag is omgedaan na zo’n 6 weken weer volledig in de veren.
Het is dan echter verstandig om de kraag enkele weken langer te laten
zitten met als doel de vogel het verenplukken te laten vergeten. In
ongeveer 50% van de gevallen lukt het dan de vogel op te laten houden
met verenplukken. De overige 50% van de vogels zal opnieuw beginnen met
verenplukken. Ook vogels die op houden te plukken blijven risico vogels.
Ingeval de vogel weer in een stress situatie komt zal hij/zij veelal
weer gaan verenplukken.
Helaas bestaan er goede geen medicijnen die tegen
het verenplukken helpen.
Om de vogel het idee te geven dat hij niet alleen
is maar dat er mensen in de beurt zijn kan in een andere ruimte dan
waar de vogels is gehuisvest de radio aangezet worden. Zorg er voor
dat de radio is afgestemd op praatprogramma’s. Zet de radio niet aan in
dezelfde ruimte als waar de vogel is gehuisvest hij/zij zal namelijk al
heel snel in de gaten hebben dat het hier geen “echte mensen’ betreft.
Verder is er nog een mogelijkheid om de veren van
de vogel in te spuiten met een bitterspray. De vieze smaak moet de vogel
er dan van weerhouden om te gaan verenplukken. In een enkel geval wil
dit wel eens succesvol zijn. Een dergelijke spray is te verkrijgen bij
de dierenarts.
Als niets helpt
Als alles wat hier boven staat niet heeft geholpen
dan rest niets anders dan te accepteren dat de vogel kaal is. Vooral als
de veerfollikels beschadigd zijn geraakt door het verenplukken zal de
kaalheid blijvend zijn. Voor de vogel zelf is het kaal zijn vaak geen
probleem. Het probleem van het accepteren ligt veel meer bij de
verzorger(s).
A. van Kooten