Deze website wordt
u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras-
en grote parkieten bij de NBvV
|
|
In het algemeen kan gesteld worden dat vogels binnen elke soort
dezelfde gedragspatronen vertonen. Dit gedrag is vooral waar te
nemen tijdens het verleidingsspel en bij de paring. Zo is het
liefdesspel van de meeste vogelsoorten gebaseerd op wederzijdse
herkenning. Geen herkenning betekent gewoonlijk dat het niet tot een
paring komt. Als voorbeeld kan hier de ooievaar dienen. Een witte
ooievaar paart niet met een zwarte ooievaar omdat beide een
verschillend begroetingsceremonieel hebben. De witte ooievaar heeft
een begroetingsceremonieel waarbij hij onder voortdurend geklepper
de kop tot op de rug naar achteren buigt, deze dan naar voren brengt
en weer naar beneden. Een andere witte ooievaar zal daarop in
gelijke zin antwoorden. De zwarte ooievaar daarentegen schudt zijn
kop van de ene naar de andere kant en maakt een fluisterend geluid.
Beginnen beide soorten nu met het begroetingsceremonieel dan zullen
zich steeds misverstanden voordoen met als gevolg dat het niet tot
een paring zal komen.
Gedrag in onze vogels is aangeboren. Zo stopt bijvoorbeeld het
Japans meeuwtje volkomen instinctief voedsel in de open bek van de
jongen van gouldamadines. Dit gedrag wordt dus totaal niet
beïnvloed door het feit dat het niet haar eigen jongen zijn.
In het algemeen letten vogels voortdurend op de gedragingen van hun
soortgenoten. Waarschijnlijk verraden vogels die op voedsel afgaan
hun bedoelingen door bepaalde kleinigheden in hun bewegingen.
Bewegingen die ons niet opvallen, maar zelfs op grote afstand door
soortgenoten worden opgemerkt en begrepen. Als voorbeeld kan hier
het strooien van brood achter in de tuin genoemd worden. Hoe snel
wemelt het niet van de vogels als het brood eenmaal door een vogel
is ontdekt?
Voor ons is het ook niet te begrijpen hoe de grootte van een
territorium door onze vogels wordt bepaald. Vogels 'denken'niet als
mensen. De grenzen van hun territorium zullen dan ook voor ons
zelden te zien zijn! Dat komt omdat een dergelijk territorium niet
de lijn volgt van een heg, sloot, een rij bomen of iets dergelijks.
Toch zal de grens die voor een vogel geldt even reëel voor hem/haar
zijn als het hek dat door ons is geplaatst om de grens (territorium)
aan te geven tussen onze tuin en dat van de buren.
Met het opeisen van een eigen territorium verzekeren vogels zich ook
van de betrekkelijke veiligheid dat ze zich kunnen voeden. Met alle
indringers van het eigen ras worden zonodig gevechten gevoerd met de
bedoeling ze te verjagen. Andere soorten daarentegen worden geduld.
Hiermee wordt bereikt dat de onderlinge strijd om eenzelfde soort
voedsel binnen de perken blijft. De voorkeur van andere soorten gaat
in de regel uit naar ander voedsel en naar een andere partner. Deze
territoriumdrang is heel goed waar te nemen in onze volière want is
het niet zo dat veel vogels van hetzelfde ras elkaar tijdens het
broedseizoen absoluut niet verdragen? Ik denk hier bijvoorbeeld aan
verschillende Australische parkieten en verschillende tropische
soorten.
In een goed samengestelde gezelschapsvolière heerst, wanneer er
tenminste geen sprake is van overbevolking, orde en zijn de vogels
in rangen verdeeld. Het agressiefste dier is het hoogst in rang. Een
positie die het verworven heeft door vechtlust. Wie het hoogst staat
aangeschreven heeft het recht één der andere, ondergeschikte dieren
te pikken, zonder dat deze iets terug zal doen. De tweede in
volgorde mag de hoogste niet aanvallen, maar wel alle andere, en zo
verder, de hele rij af, tot de laagst geplaatste. Dit gedrag is voor
ons als vogelliefhebber vooral waar te nemen bij de voederbak. Hier
zullen met name de sterksten het eerst mogen eten. Echter, bij
ziekte zal een 'hoog geplaatst' dier snel in aanzien dalen.
Trouwens het vechten tussen vogels kan soms zonder een 'echt gevecht'
worden beslist. Een voorbeeld hiervan is de kokmeeuw. Een kokmeeuw
treedt een ongewenste gast met iets opgeheven vleugels, naar boven
gestrekte hals, opgeheven nekveren en een naar voren gerichte snavel
tegemoet. In deze houding is het voor hem mogelijk de indringer,
zonodig, met z'n uitgespreide vleugels te (terug)slaan. De indringer
stelt zich ongeveer net zo op. Beide vogels lopen vervolgens een
eind naast elkaar voort of draaien om elkaar heen als boksers die
hun kans afwachten om een linkse directe uit te delen. Tot een
aanval komt het echter vrijwel nooit, want één van hen -gewoonlijk
de indringer- zal plotseling de kop, en dus zijn uitdagende snavel,
afwenden. Een teken van onderwerping voor de tegenpartij en het sein
om met het dreigen op te houden.
Indien u eens voor uw volière gaat zitten is het aan te bevelen
notities te maken van hetgeen u opvalt aan uw vogels. Als u dit
regelmatig doet kunt u na verloop van tijd uw notities eens nalezen
en mogelijk daarin bepaalde bijzonderheden ontdekken. Zo leverden de
aantekeningen die ik over een periode van 6 weken maakte over een
bij elkaar geplaatste pruimkop man en -pop mij tal van
bijzonderheden op over het gedrag tussen man en pop. De
aantekeningen lieten een beeld zien waarin met name de man in het
begin agressief gedrag (naar voren gerichte wijd open snavel)
vertoonde als de pop hem naderde. Opvallend voor mij was het
onderdanige gedrag hierop van de pop. Uit de aantekeningen kon ik
ook opmaken dat de ruimte tussen beide vogels op de zitstok, in de
loop van de tijd, steeds kleiner werd. In het begin wel 60
centimeter. Later nog slechts enkele centimeters. Ook viel het op
dat de pop in het begin slechts gevoerd werd door de man als ze
onder de zitstok, tegen het gaas hing. Later, na ca. 4 weken, voerde
hij haar ook als ze naast hem op de zitstok zat. Heel het agressieve
gedrag van de man was na ca. 4 weken volledig omgebogen naar
genegenheid en zorgzaamheid! Opvallend in de aantekeningen was ook
dat het popje al weken bereid was te paren, getuige haar paarhouding,
maar dat de man pas na enkele weken hier gehoor aan gaf.
Beschouwen we deze aantekeningen dan kunnen we hier al een aantal
dingen van leren. Door het observeren van beide vogels weet ik nu
dat het agressieve gedrag van de man t.o.v. de pop niet betekent dat
beide vogels niet bij elkaar passen! Ook is me duidelijk geworden
dat de pop eerder broedrijp is (of was?) dan de man. In hoeverre
bovenstaande bevindingen gelijk zijn in bijvoorbeeld een volgend
jaar en of ze ook opgaan voor andere paartjes pruimkoppen kan door
blijvende observaties worden verkregen.
Een ander ervaringsfeit die verkregen is door observatie is dat je
in een volière nooit twee rosella soorten naast elkaar moet laten
broeden. Door het voortdurende geruzie (territoriumdrang) en of het
aangetrokken voelen van één van de partners tot de buurman en -vrouw
is de kans op nakweek daardoor als zeer gering in te schatten.
Even iets anders. Bij ongeveer de helft van alle vogelsoorten lijken
mannetjes en vrouwtjes uiterlijk zeer sterk op elkaar. Alleen door
het gedrag is het verschil in geslacht vaak op te merken. Als een
vrouwtje in het territorium van het mannetje komt, begint het
mannetje in eerste instantie veelal te dreigen. Het vrouwtje
reageert hierop door zich onderdanig te gedragen (net als het gedrag
van de pruimkopparkiet pop!) . Het tegenovergestelde van wat een mannetje
zou doen. Het onderdanige gedrag van het vrouwtje zal het mannetje
kalmeren en hij zal al snel z'n dreighouding laten varen.
Veel vogels (o.a. roodborstjes, maar ook veel van onze
volièrevogels) kennen de gewoonte dat het mannetje een vrouwtje
tracht te winnen door haar voedsel aan te bieden. Het gaat hier
vooral om een gebaar. De bedoeling is niet om haar van voedsel te
voorzien, zoals dat wel het geval is als ze zit te broeden, maar die
van genegenheid. Juist in de paartijd is het wijfje hier erg
gevoelig voor.
In deze ceremonie gaat zij zelfs zover dat zij de roep van een
hongerig, om voedsel bedelend jong, nabootst. Ze gedraagt zich zo
onderdanig mogelijk. Door een jong na te doen, beeldt zij de periode
uit waarin de kans op een aanval het kleinst is, omdat jonge vogels
nu eenmaal ongevaarlijk zijn als medeminnaar en evenmin een
bedreiging vormen voor de machtspositie van een mannetje. Deze
ceremonie is een noodzakelijke voorwaarde voor zowel het mannetje
als het vrouwtje, om tot paring te komen. Ook tijdens de
broedperiode vertonen vele soorten vogels en bepaald gedrag bij het
elkaar aflossen op het nest. Dit heeft vooral ten doel de strijdlust
van de broedende vogel te kalmeren, die anders elke naderende vogel
(ook de paringsgenoot) zou aanvallen.
Veel meer nog dan alle hierboven beschreven gedragingen zijn wij als
vogelliefhebber natuurlijk geïnteresseerd in het gedrag van onze
vogels dat van invloed is op het broedproces. Want hoe vaak doen
zich geen broedstoornissen voor tijdens het broedproces, zoals het
niet klikken tussen beide vogels, onbevruchte eieren, niet voeren
van jongen, agressie van man en of pop tegen elkaar en of de jongen.
Wat zou het mooi zijn als we door observatie van het gedrag van onze
vogels er achter zouden kunnen komen wanneer de kans op
(kweek)succes het grootst is. Een voorbeeld hiervan wil ik u niet
onthouden. Ik las ooit in een vogelboek de bevindingen van een
kweker over de kweek met de Princess of Walesparkiet. Bij de
betreffende kweker waren steeds een aantal broedparen die de eieren
kapot maakten. Door observatie kwam de kweker er achter dat het
steeds de man(nen) waren die de eieren kapot maakten. Ook bleken het
juist de stellen te zijn waarvan de poppen het minst vast op de
eieren zaten. Doordat deze poppen naarmate ze langer aan het broeden
waren vaster op de eieren gingen zitten, viel het op dat de laatst
gelegde eieren (4 - 5e ei) meestal heel bleven. Uiteindelijk bleek
de oplossing gelegen in een kleiner invlieggat! Doordat de poppen
veelal kleiner zijn dan de mannen is het goed om het invlieggat zo
groot te maken dat de pop zich er als het ware door heen moet
wringen. Op deze manier zal het heel moeilijk zijn (zo niet
onmogelijk) voor de man om het nestblok binnen te komen. Gevolg
hiervan is dat hij geen kans meer heeft om de eieren kapot te maken.
Een duidelijk voorbeeld hoe door observatie het broedsucces in dit
geval werd vergroot.
A. van Kooten

Op zoek naar een betaalbaar boek over gedrag en opvoeding van
kromsnavels? |

Bestellen? Klik
op de afbeelding.
|
Gedrag
en opvoeding van kromsnavels
Dit boek
vertelt over de interactie tussen mens en vogel. Hoe u hem kunt
opvoeden en kunt voorkomen dat de vogel u opvoedt. Basisregels,
beloning, positieve bekrachtiging en straf. Veel tips over de
omgang, het spelen, tam maken en ook voeding. Ook de
lichaamstaal van de vogels ontbreekt niet. Verder vindt u
uitgebreide informatie hoe u de vogel het beste kunt hanteren,
waar hij het beste “op het baasje zit” en wat de beste manier is
om hem op uw hand te houden.
Een bijzonder goed boek met uitstekend fotomateriaal. Voor
iedereen die een kromsnavel heeft, of van plan is er een aan te
schaffen is het hebben en het lezen van dit boek een must. Uw
kromsnavels zullen u er dankbaar voor zijn. |
50 x 210 mm
64 blz
€
7,95 (excl.verzendkosten)
Inclusief
verzendkosten Nederland
€
9.70 Belgie
€
10.50
Boek
bestellen?
KLIK HIER |
Op zoek
naar een goed en betaalbaar boek over parkieten en papegaaien? |

(39,90 euro +
2,60 verzendkosten)
Bestellen? Klik
op de afbeelding. |
Het boek, Papegaaien en
parkieten, Handboek en naslag-werk
beschrijft vrijwel alle in de avicultuur voorkomende soorten en
ondersoorten van de leden van de subfamilie der Psittacinae,
kort gezegd kromsnavels of wel papegaaien en parkieten. Dit boek
is samengesteld op basis van de allernieuwste inzichten van de
taxonomie en kent daardoor enkele zeer verassende elementen:
wist u bijvoorbeeld dat de Cacatua goffini niet meer
wetenschappelijk erkend wordt en nu Cacatua goffiniana
heet?
Dankzij de medewerking van
vele experts en liefhebbers
uit binnen- en buitenland hebben de samenstellers een
standaardwerk kunnen maken met uitmuntende foto-grafie. Dit boek
slaat tevens een brug tussen weten-schappelijke ornithologie
(bestuderen en beschrijven van vogels in de vrije wildbaan) en
avicultuur (houden van vogels in gevangenschap). De geheel
vernieuwde indeling, beschrijvingen van herkomst en leefgebied
in combinatie met alle informatie over het verantwoord houden
van deze vogels maakt dit boek onmisbaar
voor elke vogelliefhebber.
Klik hier voor voorbeeldpagina's (19) van het Papegaaien en
Parkietenboek
(Even geduld - inladen kan even
duren)
Beschrijvingen van:
232 soorten
242 ondersoorten |
Foto's van:
302 soorten en ondersoorten
35 mutaties
779 foto's in totaal |
|
|
|