Deze website wordt
u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras-
en grote parkieten bij de NBvV
|
|
Oorspronkelijk werden de vitamines aangeduid met de letters van het
alfabet. Uit nader onderzoek kwam echter naar voren dat een aantal
vitamines uit verschillende stoffen bestond die ieder een specifieke
werking hadden. Toen dit eenmaal bekend was ging men ertoe over om
achter de letter een cijfer te plaatsen. Zo ontstonden onder andere de
aanduidingen vitamine B1, vitamine B2 enz..
Er ontstond echter verwarring toen een aantal onderzoekers het
vitamine dat zij ondekten een naam gaf die de chemische samenstelling
of de funktie aanduidde. Hierdoor kregen sommige vitamines meer namen.
Thans streeft men ernaar internationaal tot een eenheid van benaming
te komen. Ik zal de vitamines, daar waar mogelijk aanduiden met hun
oude naam. De officiële naam is in zo'n geval tussen haakjes
geplaatst.
VITAMINE A (RETINOL)
Vitamine A is een in vet oplosbare stof die gevoelig is voor zuurstof
en licht en onder invloed daarvan onwerkzaam wordt. Levertraan, een
bron van vitamine A dient daarom in donkere flessen te worden bewaard.
Een tekort aan vitamine A kan bij de grasparkiet onder andere blijken
uit de volgende aandoeningen: afschilfering van de bovenste laag van
de huid (epitheel) bij aanraking, aantasting van de slijmvliezen van
mond, keel en luchtwegen wat zich uit in talloze witte stippen in de
mond die tot in de krop kunnen voorkomen.
Bij een tekort aan vitamine A is de weerstand tegen infekties
verminderd. Ook de produktiviteit van de geslachtsklieren van zowel de
man als de pop zijn verminderd, onbevruchte eieren zullen hiervan het
gevolg zijn. Jonge vogels groeien langzaam of sterven.
Kenmerkend zijn verschijnselen aan de ogen: zwelling van bindvlies,
tranen en een vertroebeling van het hoornvlies.
De gewenste hoeveelheid vitamine A per kg. voer bedraagt 5000-10000 IE
(= internationale eenheid). Wanneer een vogel niet de beschikking
heeft over dierlijk voedsel dient het gehalte aan vitamine A verhoogt
te worden tot 12000 IE.
Vitamine A komt uitsluitend voor in dierlijke voedingsmiddelen zoals
melk, eidooier en in levertraan. Ondanks dat het uitsluitend in
dierlijke voedingsmiddelen voorkomt is het verstrekken van groenvoer
toch erg belangrijk omdat hier namelijk het zogenaamde provitamine A
in zit, waaruit het vogellichaam zelf vitamine A kan maken.
Een provitamine is een stof die in een vitamine omgezet kan worden en
pas dan zijn vitaminerende werking heeft.
VITAMINE B-COMPLEX
Tot het vitamine B-complex behoren een hele reeks van vitaminen die
allemaal in water oplosbaar zijn.
De belangrijkste zal ik hieronder behandelen.
VITAMINE B1 (THIAMINE)
Vitamine B1 is erg belangrijk voor het goed funktioneren van spieren
en zenuwen alsmede voor de groei van jonge vogels, voor het behoud van
de eetlust en voor het in stand houden van de conditie van het
spijsverteringskanaal. Ook speelt vitamine B1 een belangrijke rol bij
de eindafbraak van koolhydraten en bij de vorming van vet uit
koolhydraten.
Een gebrek aan vitamine B1 geeft zenuwverlammingen, gewichtsverlies,
eetlustvermindering en zwakte bij vogels.
De gewenste hoeveelheid vitamine B1 per kg. voer bedraagt ca. 1-2 mg.
Vitamine B1 komt voor in vele plantaardige- en dierlijke produkten,
zoals granen, gekiemde zaden, groenvoer, melkpoeders, gist en vismeel.
VITAMINE B2 (RIBOFLAVINE)
Vitamine B2 speelt een rol bij de stofwisseling van eiwitten, vetten
en koolhydraten. Het is eveneens nodig voor het goed funktioneren van
het zenuwgestel van en vogel en voor een goede ontwikkeling van het
embryo in het ei.
Bij een tekort aan vitamine B2 zien we uiteenlopende ziekten waaronder
onder andere vergroeiing van tenen en afwijkende donsveren bij jonge
vogels.
Bij een hoeveelheid van 3-5 mg. vitamine B2 per kilo voer zal een
tekort niet gauw optreden.
Vitamine B2 zit onder andere in granen, zaden, gekiemde zaden,
melkpoeders, vismeel, gist en vismeel.
VITAMINE B3 (PANTOTHEENZUUR)
Vitamine B3 is onder andere van belang voor de huid en voor de
voortplanting. Afwijkingen in de vorm van ruwe veren, kale koppen,
ontstoken ogen en ruwe poten zouden op een vitamine B3 tekort kunnen
wijzen.
De gewenste hoeveelheid Vitamine B3 per kg. voer bedraagt 7-12 mg.
Bronnen waar Vitamine B3 in voorkomt zijn groenvoer, gekiemde zaden,
levertraan, granen en zaden.
VITAMINE B4 (NICOTINEZUURAMIDE)
Vitamine B4 is onder andere nodig voor de stofwisseling van vogels
alsmede voor de vorming van vetzuren. Verder speelt het een rol bij de
ontwikkeling van de veren en bij de groei van een vogel.
Een tekort aan vitamine B4 kan zich ondermeer uitten in een vertraging
van de groei en een slechte ontwikkeling van de veren. Ook
ontstekingen aan het spijsverteringskanaal kunnen worden veroorzaakt
door een vitamine B4 tekort.
De gewenste hoeveelheid Vitamine B4 per kg. voer bedraagt 25-40 mg.
In groenvoer, tarwe en gerst zitten belangrijke hoeveelheden vitamine
B4.
VITAMINE B6 (PYRIDOXINE)
Vitamine B6 is als onderdeel van verschillende enzymen bij talrijke
stofwisselingsprocessen betrokken. Zo is het onder andere nodig voor
de stofwisseling van eiwitten (opname van aminozuren) en vetzuren.
Een tekort uit zich bij jonge vogels in een verminderde eetlust en
daardoor een verminderde groei.
Een verhoogde opname van eiwitten of koolhydraten zal dus de behoefte
aan vitamine B6 doen verhogen.
De gewenste hoeveelheid Vitamine B6 per kg. voer bedraagt ca. 3-5 mg.
Vitamine B6-houdende produkten zijn gist, gekiemde zaden, eigeel en
melkprodukten.
VITAMINE B10 (FOLIUMZUUR)
Vitamine B10 is onder andere nodig voor de groei, de vorming van
bloed, de ontwikkeling van de veren. Vitamine B10 is eveneens van
invloed op de broedresultaten.
Een tekort aan vitamine B10 heeft tot gevolg dat de groei van de jonge
vogels wordt vertraagd. Verder geeft een tekort een depigmentering van
de veren, dat wil zeggen dat de veren hun kleur verliezen.
De gewenste hoeveelheid Vitamine B10 per kg. voer bedraagt 0,5-1,0 mg.
Goede bronnen van vitamine B10 zijn sojameel, vismeel, melkpoeders en
granen.
VITAMINE B12 (COBALAMINE)
Vitamine B12 is de enige vitamine die een metaal bevat, namelijk
cobalt. Vitamine B12 is voor de omzetting van bepaalde aminozuren in
andere aminozuren (zie bij eiwitten) uitermate belangrijk.
Verder speelt vitamine B12 een rol bij de vorming van de
bloedlichaampjes. Een vitamine B12 gebrek zal slechte broedresultaten
tot gevolg hebben en eventueel uitgekomen jongen zullen spoedig
sterven.
De gewenste hoeveelheid Vitamine B12 per kg. voer bedraagt 0,010-0,015
mg.
Vitamine B12 komt in geringe hoeveelheden voor in melk en eidooier.
Verder zit het in antibiotica, zoals penicilline, streptomycine en
terramycine. Het is ook aanwezig in de uitwerpselen van vogels en
daarom pikken vogels wel aan eigen uitwerpselen of aan die van andere
vogels.
BIOTINE
Biotine speelt een rol bij de vet- en koolhydraatstof- wisseling. Bij
gebrek aan biotine treden huidafwijkingen op. Een verschijnsel dat
vooral rondom de snavel optreedt.
Na enige tijd kan het zich uitbreiden naar de ogen. In ernstige
gevallen kleven de ogen dicht als gevolg van uitvloeiend vocht.
Een vogel kan zelf een klein beetje Biotine aanmaken in de darm. De
gewenste hoeveelheid Biotine per kg. voer bedraagt 0,10-0,15 mg.
Biotine komt in behoorlijke hoeveelheden voor in eidooier, melkpoeder,
granen en peulvruchten.
VITAMINE C (ASCORBINEZUUR)
Vitamine C kan door het vogellichaam zelf worden gemaakt. Het speelt
onder andere een rol bij de vorming van de hormonen van de
bijnierschors. Onder normale omstandigheden zal niet snel een vitamine
C tekort ontstaan omdat een vogel die in voldoende mate zelf kan
maken. Dit is niet het geval indien de vogels in een uitzonderlijke
positie komen te verkeren, zoals bij vervoer, ziekte of
vergiftigingen.
De gewenste hoeveelheid Vitamine C per kg. voer bedraagt 50-100 mg.
Groenvoer en vruchten zijn goede leveranciers van vitamine C.
CHOLINE
Choline speelt een rol bij de afzet van vetten in de lever en bij het
transport van vetzuren uit de lever. Bij een tekort aan deze vitamine
ontstaat leververvetting. Bij het opvoeren van het vetgehalte van het
voer of bij een verhoogde opname van vetrijke zaden dient het
cholinegehalte hierop aangepast te worden. In de praktijk gebeurt dit
natuurlijk niet met als gevolg dus een leververvetting. De
leververvetting heeft op zijn beurt weer een lichamelijke
achteruitgang van de vogel tot gevolg.
De gewenste hoeveelheid Choline per kg. voer bedraagt 500-1500 mg.
Goede bronnen van choline zijn melkpoeders, granen, biergist
zonnebloempitten en diverse andere zaden.
VITAMINE D (CALCIFEROL)
Net als bij vitamine B is ook bij vitamine D sprake van een complex.
Voor de vogelvoeding is echter alleen vitamine D3 van belang. Vitamine
D3 wordt uitsluitend in dierlijke produkten aangetroffen.
Evenals bij vitamine A kent ook vitamine D3 een provitamine, namelijk
het 7-dehydrocholesterol dat ook van dierlijke produkten afkomstig is.
De omzetting van dit provitamine vindt plaats op de onbevederde
huiddelen van een vogel, zoals bijvoorbeeld op de poten. Dit gebeurt
onder invloed van de ultraviolette stralen van de zon. Het is daarom
noodzakelijk dat vogels ook regelmatig met de zon in aanraking komen.
Tegenwoordig zijn er echter ook lampen in de handel waarin
ultraviolette stralen voorkomen.
Vitamine D3 is nodig voor de calcium- en fosforstofwisseling. Het
bevordert namelijk de opname van deze mineralen in de darmen van een
vogel. Calcium en fosfor zijn vooral nodig bij de beenvorming en de
opbouw van het skelet van jonge vogels. Ook de sterkte van het
eischaal wordt beinvloed door de aanwezige vitamine D3 en calcium.
Een tekort aan vitamine D zal slecht groeien van de beenderen,
misvormingen van beenderen, het leggen van windeieren (eieren zonder
kalkschaal), vergroeiing van de tenen en doorgezakte poten tot gevolg
hebben. Een overdosering van vitamine D3 heeft ontkalking van het
skelet tot gevolg.
Bij dit proces wordt dus kalk aan de botten van een vogel onttrokken
waardoor, als gevolg van het week worden van de beenderen, spontane
breuken kunnen ontstaan. Bij grasparkieten wordt het optreden van
hangvleugels ook wel in verband gebracht met een overdosering van
vitamine D.
De gewenste hoeveelheid Vitamine D3 per kg. voer bedraagt 500-1000 IE.
Indien de grasparkiet geen dierlijk voedsel tot zijn beschikking
heeft, dient het gehalte aan Vitamine D3 verhoogt te worden tot 2000
IE.
Goede bronnen van Vitamine D3 zijn kabeljauwlevertraan en brood
gedoopt in melk. Granen en zaden bevatten dus geen vitamine D3.
VITAMINE E (TOCOFEROL)
Vitamine E is voor een vogel van belang voor de vruchtbaarheid, de
groei en de stofwisseling.
Indien er een absoluut tekort is aan vitamine E kunnen er
evenwichtsstoornissen optreden. Deze gaan gepaard met ongecontroleerde
bewegingen van de kop. Eveneens kan bij een tekort steriliteit
optreden. Vooral vogels met grote legsels hebben behoefte aan vitamine
E.
De gewenste hoeveelheid vitamine E per kg. voer bedraagt 5-10 IE.
Indien een vogel geen beschikking heeft over dierlijk voedsel, dient
het gehalte aan vitamine E verhoogt te worden tot 40 IE.
Vitamine E vinden we onder andere in tarwekiemolie, mais, en gerst.
Vitamine K
Vitamine K speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling. Het is
nodig voor de vorming van het zogenaamde protrombine in de lever.
Tekorten veroorzaken een vertraagde bloedstolling.
De gewenste hoeveelheid vitamine K per kg. voer bedraagt 1-2 mg.
Vitamine K komt veel voor in groene plantendelen (in vruchten en zaden
veel minder), wortelen, sojabonen en enkele granen.
In dierlijke produkten wordt het bijna niet gevonden.
A. van Kooten
|
|