Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Spitsstaartamadine (Poephila acuticauda)

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Spitsstaartamadine

Verspreiding:

Australië

Grootte:

Spitsstaartamadines hebben een grootte die ligt tussen de 15 en 17 cm.

Geslachtsonderscheid:

In het algemeen is de zwarte bef bij de mannetjes groter dan die van de popjes. Ook hebben de mannen over het algemeen een langere staart. De meest betrouwbare aanwijzing is echter de balts en de zang van het mannetje.

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 

 

 

 

Karakter:

Spitsstaartamadines kunnen prima met andere vogelsoorten samenleven. Het is echter af te raden om meer dan één paartje in een voliere te houden. Tegenover elkaar kunnen ze namelijk erg agressief zijn. Ook is het af te raden om ze samen te houden met verwante soorten zoals de gordelgrasvink en maskeramadine en of samen te houden met soorten die kleiner zijn.

Omgevingstemperatuur:

Kunnen in een volière met een vorst- en tochtvrij nachtverblijf overwinteren. Onder normale winterse omstandigheden is bijverwarming niet noodzakelijk.

Voeding:

Als voeding dient een goede zaadmengeling voor tropische vogels en of volièrevogels, een goed samengesteld eivoer/krachtvoer en bij voorkeur kiemzaad verstrekt te worden. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding tegemoet te komen kan het beste een insecten-/universeelvoer toegevoegd worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer). Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Extra dierlijke eiwitten kunnen, naast het verstrekken van een goed samengesteld eivoer/universeelvoer, verstrekt worden in de vorm van bijvoorbeeld meelwormen, miereneieren, buffalowormpjes. Wees bij de verstrekking van dierlijke eiwitten wel voorzichtig omdat de vogels bij het verstrekken van teveel dierlijke eiwitten vaak de jongen in de steek laten en al weer met een volgend legsel beginnen. Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. Voor meer informatie over de voeding klik hier.

Kweek:

Als nestgelegenheid kunnen we de vogels nestkastjes met een afmeting van 15x15x15 cm. geven. De nestopening dient een doorsnede te hebben van 3 cm. In het nestkastje kunnen we zelf een voorgevormd nestje aanbrengen door wat droog gras en of kokosvezel samen te drukken. Als het popje eenmaal begint met leggen gaat ze meestal na het leggen van het 4e eitje over tot broeden. Overdag wordt er afwisselend door het popje en het mannetje gebroed. 's Nachts wordt er door één van beide vogels gebroed, terwijl de ander dicht in de buurt aanwezig blijft. In veel boeken kun je lezen dat de vogels nestcontrole toestaan. Zelf heb ik daar slechte ervaringen mee. Toen ik namelijk eens probeerde de eitjes te schouwen en het mannetje voorzichtig op zij probeerde te schuiven vloog hij van het nest af om er vervolgens niet meer op terug te keren. Ook het popje ging niet weer terug op het nest zodat de 5 bevruchte eitjes nooit zijn uitgekomen. Ervaringen bij andere kwekers daarentegen kunnen heel anders zijn. Hoe het ook zij wees er in ieder geval voorzichtig mee en wacht liever tot beide vogels even van het nest af zijn!
Zoals reeds eerder vermeldt komen de eitjes na ca. 12 dagen uit. Doordat de vogels pas bij het 4e eitje beginnen te broeden komen de eitjes veelal binnen 2 dagen allemaal uit.  De jongen zijn vleeskleurig en kaal.  Twee dagen na het uitkomen van de eitjes zijn de bedelgeluiden van de jongen duidelijk hoorbaar. Na ongeveer 24 dagen vliegen de jongen uit. De eerste nachten keren ze nog terug naar het nest. Na 2 dagen beginnen ze al zelf mee te eten en na ca. 14 dagen eten ze zelfstandig. De laatste dagen worden ze uitsluitend nog door het mannetje gevoerd omdat het popje dan veelal al weer begonnen is aan een nieuw broedsel. De jongen kunnen, als ze zelfstandig zijn uitgevangen worden omdat de man ze dan meestal niet meer in de buurt van het nest duld.
De jonge vogels beginnen meestal zo na 8 - 10 weken met de jeugdrui welke na 6 - 8 weken voltooid is.

Mutaties:

Naast de gewone roodsnavel is er ook een geelsnavel spitsstaartamadine. Deze heeft een gele snavel en zijn verenkleed is veelal iets lichter van kleur. Verder kennen we nog de mutaties: isabel, bruin, crème-ino, bleeksnavel en grijs.

A. van Kooten

Verwante links

Gordelgrasvink
Zebravink
 

 

Disclaimer

HOME

Vertel een vriend over deze site

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten