Rosella's zijn alle felgekleurde,
langstaartige vogels uit Australië die, afhankelijk van de soort, in
lichaamslengte variëren van 27 tot 40 cm.
Rosella's behoren tot de zogenaamde platstaartparkieten. Deze platte
staart vinden we terug in een deel van hun wetenschappelijke naam,
Platycercus. Platys betekent "plat" en cercos is
"staart". De Rosella's hebben als groep een aantal specifieke
uiterlijke overeenkomsten. Zo bezitten alle vogels bijvoorbeeld
kenmerkende gekleurde wangvlekken, die bij intimidatiegedrag dieper
van kleur lijken te worden. Een ander kenmerk die we bij Rosella's
zien is de gevlekte (geschubde) rug en gevlekte vleugels, waardoor
ze ondanks hun felle kleuren toch weinig opvallen in hun natuurlijk
leefgebied. Als laatste in de rij van specifieke kenmerken valt op
te merken dat de uiteinden van de vleugels en de lange staart bij
alle soorten blauw van kleur is.
GESCHIEDENIS
Met betrekking tot de naam Rosella leven er twee theorieën.
De eerste gaat er vanuit dat de naam Rosella is afgeleid van
Rosehill, een buitenwijk van Sydney, waar ze voor het eerst werden
waargenomen. Hierdoor kreeg de vogel de naam van Rosehill-papegaai.
In de loop van de tijd werd deze naam door de Australiërs verkort
tot Rosehiller en uiteindelijk verbasterde de naam tot Rosella.
De tweede theorie veronderstelt dat de naam Rosella op een
schrijffout berust. Oorspronkelijk, zo wordt vermoed, zijn deze
parkieten naar Rosetta, de echtgenote van een bekend pionier in de
geschiedenis van Zuid-Australië, genoemd. Doordat in deze tijd
alleen nog maar met de hand geschreven werd, kon het gebeuren dat in
het handschrift tt werd aangezien voor ll.
In plaats van Rosetta werd de vogel daardoor dus met de (verkeerde)
naam Rosella opgescheept.
De naam Rosella wordt nu als groepsnaam gebruikt omdat er, zoals we
nu weten, veel verwante soorten bestaan.
Voor wat betreft het in gevangenschap houden van deze vogels is
bekend dat reeds de Engelse gedeporteerden al Rosella's in "kooien"
en "voliéres" hielden. Gelukkig weten we nu dat Rosella's totaal
ongeschikt zijn als kooivogel en dat ze in ruime voliéres dienen te
worden gehouden.
Eén van de Rosella's, de Brown Rosella, is genoemd naar de botanist
Robert Brown, die hem in 1820 ontdekte en beschreef.
Omstreeks achttienhonderd moet het de Geelbuik Rosella zijn geweest,
die als één van de eerste Rosella's werd ingevoerd in Europa.
De Pennant Rosella werd zo rond 1861 in Europa ingevoerd, de Stanley
Rosella in 1864 en de Brown Rosella in 1899.
Al deze vogels werden ingevoerd in Engeland en ondergebracht in de
Londense dierentuin.
De eerste broedresultaten in Europa worden beschreven van de Pennant
Rosella, die voor het eerst in 1874 werd gekweekt in Frankrijk bij
een kweker met de naam Vaselle.
In Nederland werden de eerste kweekresultaten behaald in 1885. Ik
veronderstel dat het ook hier kweekresultaten met de Pennant Rosella
betrof.
In vergelijking met de grasparkiet, waarvan we aannemen dat die rond
1850 in nederland is ingevoerd, mogen we veronderstellen dat de
Rosella een tiental jaren later in Nederland moet zijn ingevoerd.
DE VERSCHILLENDE SOORTEN
In de wetenschappelijke literatuur is geen éénstemmigheid omtrent
het aantal te onderscheiden soorten. Zo gaat de ene ornitholoog uit
van 6 soorten, terwijl weer anderen uitgaan van meerdere soorten. In
dit artikel ben ik uitgegaan van 6 soorten. Bij de soorten waar
verschil van mening bestaat zal ik dit aangegeven.
Bij de Rosella's worden de volgende soorten en de daarbij behorende
rassen onderscheiden:
1. Platycercus eximius
Van het geslacht Platycercus eximius worden 3 rassen
beschreven, te weten:
A. Platycercus eximius eximius (= "Gewone" Rosella)
B. Platycercus eximius cecilae (= Prachtrosella)
C. Platycercus eximius diemensis (= Tasmanische Rosella).
2. Platycercus elegans
Van de Platycercus elegans worden maar liefst 7 rassen
beschreven, het zijn:
A. Platycercus elegans elegans (= 'Gewone' Pennant Rosella
B. Platycercus elegans nigrescens (= Noordelijke Pennant Rosella
C. Platycercus elegans melanoptera (= "Donkere"* Pennant
Rosella)
D. Platycercus elegans fleurieuensis (= Fleurieuse* Pennant
Rosella)
E. Platycercus elegans adelaide (= Adelaide Rosella)
F. Platycercus elegans subadelaide (= Noordelijke Adelaide
Rosella)
G. Platycercus elegans flaveolus (= Strogele Rosella)
* Voor deze rassen kon ik geen nederlandse benaming vinden. Omdat
Pl. elegans melanoptera, met zijn vrijwel zwarte dekveren, de meest
donkere is van de 3 Pennanten heb ik gemeend hem in dit artikel als
"Donkere" Pennant Rosella te moeten aanduiden. Pl. elegans
fleurieuensis heb ik genoemd naar het schiereiland Fleurieu in
Zuidwest Australië waar dit ras alleen maar voorkomt.
Vooral over de Adelaide Rosella hebben de deskundigen (ornithologen)
lang van mening verschilt. Verschillende ornithologen en auteurs van
wetenschappelijke werken beschouw(d)en de Adelaide Rosella als een
onderras van de Pennant Rosella. Anderen beschouw(d)en de Adelaide
Rosella als een zelfstandige soort en koppel(d)en daar direct de
Subadelaide Rosella als onderras aan vast.
In z'n algemeenheid wordt nu echter aangenomen dat de Adelaide
Rosella een kruisingsprodukt is van Pennant Rosella x Strogele
Rosella. Deze stelling wordt bevestigd doordat blijkt dat uit
kruisingen tussen Pennant Rosella x Strogele Rosella's direct
Adelaide's worden geboren. Ook uit de nakweek van deze vogels
blijken steeds weer Adelaiden geboren te worden.
3. Platycercus icterotis
Bij de Platycercus icterotis worden 2 rassen onderscheiden, te weten:
A. Platycercus icterotis icterotis (="Westelijke" Stanley
Rosella)
B. Platycercus icterotis xanthogenus (= "Oostelijke" Stanley
Rosella).
4. Platycercus adscitus
Bij de Platycercus adscitus worden de volgende twee rassen
onderscheiden:
A. Platycercus adscitus adcitus (= Bleekkop Rosella)
B. Platycercus adscitus amathusiae (= Blauwwang Bleekkop
Rosella).
Ook met betrekking tot deze soort gelden verschillende opvattingen.
In de meeste literatuur, die mij ter beschikking stond, wordt
bovenstaande indeling gemaakt.
F. Robiller en T. Arndt geven echter respectievelijk in hun boek "Lexikon
der Vogelhaltung" en "Lexicon der Papageien (Band 2)" de Blauwwang
Bleekkop Rosella de latijnse naam Platycercus eximius adscitus en de
Bleekkop Rosella de naam van Platycercus eximius palliceps. Verder
schrijft F. Robiller dat de Blauwwang Bleekkop Rosella door veel
deskundigen als een aparte soort wordt beschouwd. T.Arndt
daarentegen schrijft over de Bleekkop Rosella en de Blauwwang
Bleekkop Rosella dat ze in hun natuurlijke omgeving zo algemeen
paren met de Gewone Rosella (Platycercus eximus) en de
Pennantrosella (Platycercus elegans) dat er vrijwel geen raszuivere
Blauwwang Bleekkop Rosella's meer voor komen.
5. Platycercus caledonicus (= Geelbuik
Rosella)
Van deze soort worden geen verdere onderrassen beschreven.
6. Platycercus venustus (= Brown
Rosella)
Ook de Brown Rosella kent geen andere onderrassen.
UITERLIJKE KENMERKEN VAN DE SOORTEN
Hoewel ik me realiseer dat een beschrijving van de uiterlijke
kenmerken van de vogels nooit zo boeiend en duidelijk kan zijn als
een (kleuren)afbeelding heb ik toch gemeend, vanwege de volledigheid
van dit artikel, de uiterlijke kenmerken van de verschillende
soort(en) te moeten beschrijven.
1A. Rosella (Pl. eximius eximius)
De kleur van man en pop zijn als volgt:
Bij beide geslachten zijn de borst, schouder en kop helder rood van
kleur. De vogels bezitten een witte wangvlek. De buik is geel van
kleur met een zichtbare groene glans. De rug is eveneens geel met
groenzwarte veerzomen. Door de gezoomde veren wordt het geschubde
effekt verkregen, dat voor alle Rosella's zo kenmerkend is. De stuit
is groengeel, terwijl de grote slagpennen van de vleugels blauw van
kleur zijn. De staartveren zijn blauw en wit gebandeerd. De
middelste staartveren zijn groen, en de onderstaartveren rood
gekleurd.
De ogen zijn bruin, de snavel grijswit en de poten zwartbruin van
kleur.
De Rosella is 30 - 32 cm. groot.
Geslachtsonderscheid:
De pop is minder fel rood en heeft een kleinere snavel. Ook is de
kop van de pop in het algemeen kleiner. Verder zijn de wangvlekken
bij de pop minder wit (meer grijswit) dan bij de man.
Rosella poppen kunnen echter het best worden onderscheiden door de
kleine grijsachtig bruin gekleurde veertjes rond het oog, die bij de
man ontbreken.
1B. Prachtrosella (Pl. eximius cecilae)
De kleuren van de Prachtrosella komen in grote lijnen
overeen met die van de 'Gewone' Rosella.
Ik volsta hier daarom met het aangeven van de (kleur)verschillen.
Bij de Prachtrosella zijn alle zwarte veren op rug met brede
diepgele randen omzoomd (bij de Rosella zijn deze veel meer
groenachtig geel). Vooral bij zonnig weer geeft deze diepgele
omzoming een prachtige goudkleurig effekt, reden waarom de
Prachtrosella onder kwekers ook wel wordt aangeduid met "goudmantel".
In z'n algemeenheid geldt dat de Prachtrosella intenser van kleur is
dan de 'Gewone' Rosella. De onderstaartdekveren zijn bij de
Prachtrosella diep blauwgroen van kleur.
De Prachtrosella is 30 - 32 cm. groot.
Geslachtsonderscheid:
Zie bij Rosella.
1C. Tasmanische Rosella (Pl. eximius diemensis)
De kleuren van de Tasmanische Rosella komen net als bij de
Prachtrosella in grote lijnen overeen met die van de 'Gewone'
Rosella.
Bij de Tasmanische Rosella is het rood in de veren wat donkerder van
tint dan bij de twee andere soorten.
Een ander verschil zijn de witte wangvlekken die bij de Tasmanische
Rosella groter van omvang zijn. Verder zijn de stuitveren bij dit
ras lichtblauw gekleurd.
De Tasmanische Rosella is 30 - 32 cm. groot.
Geslachtsonderscheid:
Zie bij Rosella.
2A. 'Gewone' Pennant Rosella (Pl.
elegans elegans)
De kleur van man en pop zijn overwegend karmijn rood.
De keel, de wangvlekken, vleugeldekveren en de staart zijn blauw
gekleurd. De vleugelslagpennen zijn overwegend donkerblauw met een
paarsblauwe gloed. De rugdekveren zijn zwart gekleurd en rood
omzoomd.
De ogen van de Pennant Rosella's zijn donkerbruin van kleur, terwijl
de snavel donker hoornkleurig en de poten grijsbruin van kleur zijn.
De jongen van dit ras zijn in het nest olijfgroen van kleur.
Men veronderstelt dat de groene kleur als camouflage dient en de
jongen beschermt tegen roofdieren. Opvallend is verder dat de jongen
groepjes vormen als ze uitvliegen. Ook dit zou een
beschermingsmechanisme zijn tegen natuurlijke vijanden.
Belangrijk om te weten is dat ingeval van voedingstekorten (dierlijke
eiwitten) - met name in de eerste 2 weken - de jongen een rode kleur
zullen ontwikkelen i.p.v. een groene.
Worden zowel groene als rode jongen in het nest gevonden dan is er
waarschijnlijk sprake van een kruising van twee verschillende
soorten, namelijk de 'Gewone' Pennant Rosella (Pl. elegans elegans)
x de Noordelijke Pennant Rosella (Pl. elegans nigrescens).
De 'Gewone' Pennant Rosella is 36 - 38 cm. groot.
Geslachtsonderscheid:
De man heeft in het algemeen een forsere kop en grotere snavel dan
de pop.
Verder zijn de middelste staartveren van de pop groen, terwijl die
van de man diep blauw zijn.
2B. Noordelijke Pennant Rosella (Pl.
elegans nigrescens)
De kleur van de Noordelijke Pennant komt vrijwel overeen met
die van de 'Gewone' Pennant. Vrijwel, want het rood is bij deze
soort wat dieper van kleur, terwijl er ook meer zwart op de rug
voorkomt.
In tegenstelling tot de 'Gewone' Pennant Rosella hebben de jongen
bij dit ras een roodkleurige bevedering bij het verlaten van het
nest.
De Noordelijke Pennant Rosella is beduidend kleiner dan de 'Gewone'
Pennant Rosella namelijk ca. 32 cm.
Geslachtsonderscheid:
Als bij de 'Gewone' Pennant Rosella.
2C. 'Donkere' Pennant Rosella (PL.
elegans melanoptera)
Bij deze Pennant, zo valt in de literatuur te lezen, is de
lichaamskleur dieprood van kleur, terwijl er meer zwart op de rug
voorkomt dan bij het voorgaande ras.
De 'Donkere' Pennant Rosella is ongeveer 34 cm. groot.
Geslachtsonderscheid:
Als bij de 'Gewone' Pennant Rosella.
2D. Fleurieuse Pennant Rosella (Pl.
elegans fleurieuensis)
Dit ras is minder intensief (bleker) van kleur dan de drie
voorgaande Pennanten.
Geslachtsonderscheid:
Als bij de 'Gewone' Pennant Rosella.
2E. Adelaide Rosella (Pl. elegans
adelaide)
Een definitieve kleurbeschrijving van de Adelaide Rosella is
erg moeilijk te geven omdat er, zoals bij elke tussenvorm, veel
variatie in kleur en tekening voorkomt.
Er zijn veel Adelaiden die door hun intensieve rode kleuren op de
Pennant lijken, terwijl anderen zoveel geel in hun veren hebben dat
ze meer neigen naar de Strogele Rosella.
Een aantal aanwijzingen betreffende de kleur zijn er echter wel te
geven. De hoofdtint van de Adelaide Rosella is rood. De wangen en de
keel zijn blauw. De rug is roserood met zwarte veren die geelrood
zijn omzoomd. De schouders zijn overwegend zwart, de grote
vleugelslagpennen blauw en de stuit rood. De staart is blauw van
kleur, waarbij de middelste staartveren een groene weerschijn
vertonen.
De ogen van de Adelaide Rosella's zijn donkerbruin van kleur, de
snavel donkerblauwachtig grijs en de poten grijsbruin.
De jongen van dit ras zijn in het nest veelal grauwgroen van kleur
en pas na 12 maanden volledig op kleur.
De grote van de Adelaide Rosella varieërt van 30 - 35 cm.
Geslachtsonderscheid:
Over het algemeen heeft de man een forsere kop en grotere snavel dan
de pop.
2F. Noordelijke Adelaide Rosella (Pl.
elegans subadelaide)
Bij de Noordelijke Adelaide schemert bij beide geslachten
nog slechts heel weinig rood in de borst.
De zwarte rugveren zijn heldergeel omzoomd. Bij dit ras waar vrijwel
al het rood is verdwenen is de buik dan ook zuiver geel van kleur.
De Noordelijke Adelaide Rosella is 30 - 35 cm. groot.
Geslachtsonderscheid:
Als bij Adelaide Rosella.
2G. Strogele Rosella (Pl. elegans
flaveolus)
De kleur van de Strogele Rosella is bij beide geslachten
gelijk.
De lichaamskleur is hoofdzakelijk geel. Dit komt trouwens ook tot
uitting in zijn wetenschappelijke naam. Flaveolus betekent namelijk
geelachtig. De gele kop is voorzien van een rode voorhoofdsband.
De wangvlekken zijn blauw, evenals de vleugelranden en buitenste
staartpennen.
De schouders zijn zwart. De onderzijde van de staart is groenachtig
geel. De zwarte nek- en rugveren zijn geel omzoomd.
De ogen zijn bruin, de snavel grijsgeel en de poten grijsbruin van
kleur.
Jonge Strogele Rosella's zijn witachtig geel van kleur.
De Strogele Rosella variërt in grootte van 32 - 36 cm.
Geslachtsonderscheid:
In sommige gevallen is de pop iets valer/matter van kleur dan de
man. Wanneer dit niet het geval is zal de afmeting van de kop en de
snavel het verschil in seksen moeten aangeven.
3A. Westelijke Stanley Rosella (Pl.
icterotis icterotis)
Bij beide geslachten zijn de schedel, hals, borst en buik
helderrood van kleur. De flanken zijn vaak iets lichter rood van
kleur, terwijl ze tevens gele veren bezitten. De wangen zijn diep
geel. De zwarte veren van vleugels en rug zijn groen omzoomd.
De ogen zijn bruin, de snavel hoornkleurig grijs en de poten
grijsbruin van kleur.
De Westelijke Stanley Rosella is ongeveer 27 cm groot.
Geslachtsonderscheid:
De pop is duidelijk minder scherp van kleur en in het algemeen
kleiner dan de mannelijke exemplaren. Bij de poppen komen vaak in de
buikveren en op de kop groene veertjes voor. De kop en het
onderlichaam van de pop is daarom veel meer groen dan bij de man.
Daarnaast hebben de poppen veelal ook een kleinere wangvlek.
3B. Oostelijke Stanley Rosella (Pl.
icterotis xanthogenus)
Qua kleur wijkt de Oostelijke Stanley Rosella niet zoveel af
van de Westelijke. De wangen zijn bij dit ras minder uitgesproken
geel. De rug en vleugels zijn met rood omzoomd, bij de pop minder
dan bij de man. Het onderlichaam is rood en geel.
De Oostelijke Stanley Rosella is met zijn 28 - 30 cm. iets groter
dan de Westelijke Stanley Rosella.
Geslachtsonderscheid:
De pop is in het algemeen kleiner dan de man en duidelijk matter van
kleur.
4A. Bleekkop Rosella (Pl. adscitus
adscitus)
De kleur van man en pop is gelijk. De kop van de vogels is
geelwit. De keel, borst en buik zijn hemelsblauw gekleurd, evenals
de staart en de slagpennen van de vleugels.
De veren op de rug zijn zwart en geel omzoomd.
Beide seksen hebben een zwarte schoudervlek, die bij de man veelal
iets groter schijnt te zijn dan bij de pop. Verder hebben de vogels
witte wangvlekken, die aan de onderzijde blauw omzoomd zijn. De
stuit is grasgroen en vaag zwart gestreept, terwijl de
onderstaartveren rood gekleurd zijn.
De vogels worden 30 - 33 cm. groot.
Geslachtsonderscheid:
Mannen en poppen zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Zoals reeds eerder opgemerkt hebben mannen veelal een iets grotere
zwarte schoudervlek. Evenals bij de meeste soorten heeft de man een
wat grotere en meer afgeplatte kop. Verder wordt ook wel
verondersteld dat de man een bredere nek en grotere ogen heeft dan
de pop.
4B. Blauwwangbleekkop Rosella (Pl.
adscitus amathusiae)
Voor de kleurbeschrijving verwijs ik naar de Bleekkop
Rosella.
Ik volsta hier weer met het aangeven van de verschillen.
De Blauwwangbleekkop Rosella heeft, zo doet de naam al vermoeden,
blauwe wangvlekken. Een ander verschil is de ietwat gele vlek op de
borst, die bij de voorgaande soort ontbreekt.
De Blauwwangbleekkop Rosella is kleiner van stuk dan de Bleekkop
Rosella.
De vogels zijn ca. 28 - 32 cm. groot.
Geslachtsonderscheid:
De mannen hebben overwegend een grotere en meer afgeplatte kop dan
de poppen.
5. Geelbuik Rosella (Pl. caledonicus)
De algemene lichaamskleur van de Geelbuik is goudgeel.
Beide seksen hebben een gele kop die enigzins bruin beschaduwd is.
De vogels bezitten blauwe wangvlekken, een rode voorhoofdsband en
blauwe vleugelranden. Ook de onderzijde van de staart is blauw
gekleurd. De rugveren zijn overwegend zwart met een enigzins groene
omzoming. De stuit is olijfgroen van kleur.
De ogen zijn bruin, de snavel geelgrijs en de poten grijsbruin.
De vogels zijn ongeveer 38 tot 40 cm. groot.
Van de Geelbuik zijn een paar belangrijke zaken op te merken. Zo is
hij de grootste van alle Rosella's en heeft hij een minder opvallend
gevlekte rug dan de overige soorten. Verder blijkt het gedrag van de
Geelbuik af te wijken van de overige soorten.
De wetenschappers vermoeden dan ook dat de Geelbuik Rosella de
primitiefste soort onder de Rosella's is en nog het dichtst staat
bij de papegaai, de soort waar de Rosella's van afstammen.
Bij een oppervlakkige beschouwing doet de Geelbuik Rosella denken
aan de Strogele Rosella. Er zijn echter een paar belangrijke
verschillen, te weten:
- de Geelbuik Rosella is groter van formaat dan de Strogele.
- de Geelbuik Rosella is overwegend geelgroen en warmer van kleur
dan de Strogele.
- de rug- en vleugeltekening is bij de Geelbuik Rosella beduidend
minder opvallend.
- de nek en rugveren zijn bij de Geelbuik Rosella enigzins groen
omzoomd, terwijl deze bij de Strogele Rosella geel omzoomd zijn.
- beide soorten hebben een ander leefgebied.
Geslachtsonderscheid:
De kop van de man is aanzienlijk breder en forser van bouw dan bij
de pop. Hetzelfde geldt voor de snavel.
6. Brown Rosella (Pl. venustus)
De schedel en achterkop zijn bruinzwart tot zwart. De wangen
zijn wit en op de keel afgezet met een blauwe brede rand. De veren
op de hals en de rug zijn zwart en geel omzoomd. De schouderveren
zijn zwart. Buik en stuit zijn geel. De grote vleugeldekveren zijn
lichtblauw met zwart. De staart is blauwbruin met donkerblauwe
randen die op hun beurt weer met wit zijn omzoomd. De onderste
buikveren zijn rood, de binnenzijde van de staart blauw. De ogen
zijn zwart, snavel lichtgrijs en de poten zwartbruin. De vogels zijn
ongeveer 28 cm. groot.
Geslachtsonderscheid:
Het geslacht blijkt bij de Brown Rosella erg moeilijk te
onderscheiden. Ook wat kop- en snavelgrootte betreft is er meestal
nauwelijks enig verschil tussen beide geslachten waar te nemen.
Zekerheid kan worden verkregen door de vogels te laten sexen bij een
dierenarts.
Opmerking
Het is erg opvallend dat verschillende auteurs, wat betreft de
grootte van de vogels, verschillende maten opgeven. Zo vermeldt de
ene auteur bijvoorbeeld bij de Geelbuik Rosella een grootte van 30
cm.,terwijl de andere een grootte van 32-36 cm. opgeeft.
Ik vermoed dat de verklaring ligt in het feit dat bepaalde soorten
een zeer groot verspreidingsgebied hebben. Bergman stelt namelijk
dat geografische rassen van een soort kleiner zijn naar mate het in
de gebieden waar ze zich ophouden warmer is.
Tot zover het eerste deel over rosella's. In het tweede deel wordt
o.a. ingegaan op het verspreidingsgebied van de verschillende
soorten, het leefgebied, de voeding, de huisvesting en het
broedproces.
A. van Kooten
Op zoek
naar een goed en betaalbaar boekje over Rosella´s ? |

Bestellen? Klik
op de afbeelding. |
De rosella is een
Australische platstaartparkiet. Waar komt zijn naam vandaan?
Wanneer is deze vogel voor het eerst ontdekt door biologen? Waar
kunt u het best informatie opvragen over rosella’s en waar kunt
u ze kopen? De antwoorden op al deze vragen staan in dit boek.
Praktische tips en adviezen over huisvesting en het bouwen van
een volière en gedegen informatie over waar u op moet letten bij
aanschaf, maar ook over de voeding en de verzorging kunt u
terugvinden in ‘de Rosella’s”. Heel interessant om te lezen zijn
de onderwerpen ‘gedrag’ en ‘rosella’s in de vrije natuur’. Voor
mensen die deze kleurrijke vogels willen kweken is dit boek een
echte aanrader. Op heldere en duidelijke wijze wordt uitleg
gegeven over het broedproces van de verschillende soorten en de
voorkomende kleurmutaties.
Prijs: €
7,95 (Excl. verzendkosten)
|
Op zoek
naar een goed en betaalbaar boek over parkieten en papegaaien? |

(39,90 euro +
2,60 verzendkosten)
Bestellen? Klik
op de afbeelding. |
Het boek, Papegaaien en
parkieten, Handboek en naslag-werk
beschrijft vrijwel alle in de avicultuur voorkomende soorten en
ondersoorten van de leden van de subfamilie der Psittacinae,
kort gezegd kromsnavels of wel papegaaien en parkieten. Dit boek
is samengesteld op basis van de allernieuwste inzichten van de
taxonomie en kent daardoor enkele zeer verassende elementen:
wist u bijvoorbeeld dat de Cacatua goffini niet meer
wetenschappelijk erkend wordt en nu Cacatua goffiniana
heet?
Dankzij de medewerking van
vele experts en liefhebbers
uit binnen- en buitenland hebben de samenstellers een
standaardwerk kunnen maken met uitmuntende foto-grafie. Dit boek
slaat tevens een brug tussen weten-schappelijke ornithologie
(bestuderen en beschrijven van vogels in de vrije wildbaan) en
avicultuur (houden van vogels in gevangenschap). De geheel
vernieuwde indeling, beschrijvingen van herkomst en leefgebied
in combinatie met alle informatie over het verantwoord houden
van deze vogels maakt dit boek onmisbaar
voor elke vogelliefhebber.
Beschrijvingen van:
232 soorten
242 ondersoorten |
Foto's van:
302 soorten en ondersoorten
35 mutaties
779 foto's in totaal |
|
Naar deel 2 rosella's
Terug naar
startpagina
|
|