Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Malakka langstaartparkiet  (Psittacula longicauda)

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Malakka langstaartparkiet

Ondersoorten

Bij de langstaartparkieten worden vijf ondersoorten onderscheiden, te weten:

  • Malakka langstaartparkiet     -           Psittacula longicauda longicauda
  • Roodkop langstaartparkiet        -           Psittacula longicauda modesta
  • Nicobar langstaartparkiet          -           Psittacula longicauda nicobarica
  • Andamanen langstaartparkiet    -           Psittacula longicauda tytleri
  • Natuna langstaartparkiet           -           Psittacula longicauda defontainei
Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 
 
 

Psittacula longicauda longicauda (Malakka langstaartparkiet)

Formaat: Man 42 cm, Pop 37 cm

Ringmaat: 6 mm

Geslachtsonderscheid: Beide geslachten zijn uiterlijk goed van elkaar te onderscheiden. De pop heeft een donkergroene kin en schedel. Het donkerroze op de wangen is minder intensief van kleur en loopt minder ver door als bij de man. De staartpennen zijn bij de pop duidelijk korter als bij de man en verder is de pop in het bezit van een zwarte boven- en ondersnavel.

Man: De algehele lichaamskleur is groen. De kop is diep roze. De schedel is donkergroen en de nek licht geelgroen. Op het voorhoofd bevindt zich een blauwzwarte voorhoofdsband. De ogen zijn zwart met een bleke iris. De bevedering van de keel is zwart. De kleur van de kop en de nek is strak afgescheiden. De hals- en de borstbevedering is lichtgroen. De bevedering van de buik is groen met een gele waas. De mantel en het rugdek zijn licht geelgroen met een iets blauwe waas. De stuit is egaal lichtgroen. De hand- en armpennen zijn groen met zwartgrijze toppen. De buitenvlag is groen en de binnenvlag zwartgrijs. De kleur van de vleugeldekveren is diep groen met een geelgroene waas. De middelste staartpennen zijn violet. De overige staartpennen zijn diep blauw met een groene buitenvlag. De onderstaartdekveren zijn geelgroen en de bovenstaartdekveren lichtgroen. De bovensnavel is rood met een iets lichtere punt. De ondersnavel is zwart. De poten zijn lichtgrijs met grijze nagels.

Pop: De pop lijkt erg veel op de man maar heeft een donkergroene kin en schedel. Het donkerroze op de wangen is bij haar minder intensief van kleur en loopt minder ver door als bij de man. De staartpennen zijn bij de pop duidelijk korter als bij de man en verder is de pop in het bezit van een zwarte boven- en ondersnavel.

Psittacula longicauda modesta (Roodkop langstaart parkiet)

Formaat: Man 48 cm. – Pop 43 cm.

P. l. modesta lijkt op de nominaatvorm maar zowel man als pop zijn groter. Vooral het lichaam zelf is veel forser. De gehele kop is diep rozerood van kleur inclusief de schedel met op het voorhoofd een groene waas en een duidelijke teugelstreep. De wangen zijn diep rood en de achterkop is roodbruin met een groene waas. De staart is bij deze ondersoort wel veel korter.

Het verschil tussen de pop van P. l. modesta en de nominaatvorm zit voornamelijk in het formaat en in de kopkleur. P. l. modesta heeft een roodbruine achterkop met groene waas. P. l. modesta komt niet in Europa voor.

Psittacula longicauda nicobarica (Nicobar langstaart parkiet)

Formaat: 48 cm.

P. l. nicobarica lijkt op de nominaatvorm maar zowel man als pop zijn groter. Bij de man neemt de staart de helft van de totale lengte in beslag. De kop van P. l. nicobarica heeft diep rode wangen en een groengele achterkop en nek. De kopbevedering toont een blauwe waas. De bevedering van de onderrug is groenachtig van kleur. Poppen verschillen met de nominaatvorm door hun diep rood gekleurde wangen. P. l. nicobarica komt niet in Europa voor.

Psittacula longicauda tytleri (Andamen langstaart parkiet)

Formaat: 44 cm.

P. l. tytleri verschilt vooral in grootte en kopkleur van de nominaatvorm. Het achterhoofd, de wangen en het rugdek zijn geelgroen met een grijze waas. De bevedering van de keel, de borst en de buik zijn blauw bewaasd. Poppen hebben een dof oranjerode wangtekening. P. l. tytleri komt niet in Europa voor.

Psittacula longicauda defontainei (Natuna langstaart parkiet)

Formaat: 42 cm.

P. l. defontainei lijkt erg veel op de nominaatvorm, het formaat is ook gelijk aan dat van P. l. longicauda. De geringe verschillen zitten in de kleur van de wangen en de kopbevedering. De wangen zijn bij P. l. defontainei  iets dieper van kleur en laten daarbij een oranjerode waas zien. De kopbevedering is iets geler. De poppen van P. l. defontainei  hebben eveneens een iets diepere rode wangkleur dan die van de nominaatvorm. P. l. defontainei  komt niet in Europa voor.

Herkomst en leefwijze van langstaartparkieten

Psittacula l. longicauda heeft zijn verspreidingsgebied in Borneo ,Sumatra ,Maleisie ,Singapore en Malakka. P. l. modesta komt voor op het eiland Enggano in Indonesië. P. l. nicobarica komt voor op de Nicobar eilandengroep en P. l. tytleri op de Andamanen eilanden. P. l. defontainei  heeft zijn verspreidingsgebied op Natuna, Riau, Bintan, Belitung en Karimata. Het leefgebied van langstaartparkieten omvat droge, dorre landschappen, bosranden, moeras- en mangrovebossen, uitlopers van regenwouden en gebieden met houtkap. Verder worden ze ook gezien in plantagegebieden. Ze trekken zowel in kleine als grote groepen rond in hun leefgebied. Het zijn bijzonder actieve vogels die de gehele dag door al klauterend en schreeuwend van boom naar boom vliegen. Het voedsel bestaat in hoofdzaak uit zaden, vruchten, bessen, noten, nectar, bloesems en blad- en bloemknoppen. De broedperiode valt, al naar gelang het woongebied, in februari tot juli. De vogels maken hun broedholten in dode bomen en loofbomen.

De voeding van edelparkieten

Als basisvoeding kan aan langstaartparkieten een goede zaadmengeling voor grote parkieten gegeven worden. Om tot een volwaardige voeding te komen kan aan het zaadmengsel een ‘krachtvoermengsel’ van geweekt kiemzaad en eivoer/universeelvoer (1:1) toegevoegd worden. De verhouding tussen het zaad en het krachtvoermengsel moet ongeveer één op één zijn. Zolang er geen opgroeiende jongen zijn kan hier twee keer per week, ondanks dat de vogels er ook vrij over moeten kunnen beschikken, scherpe maagkiezel en oesterschelpengrit aan toegevoegd worden (1 afgestreken theelepel per 2 vogels). Verder dienen dagelijks afwisselend vruch­ten, bessen (rozenbottels, vuurdoorn, bramen, bosbessen e.d.) en groenten te worden verstrekt. In de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Het eiwitpercentage van het krachtvoer moet dan ongeveer op 20% liggen. Omdat de meeste commerciële eivoeders dit eiwitgehalte niet halen is het verstandig dit aan te vullen. Eén van de mogelijkheden hiervoor is een eetlepel volle melkpoeder te mengen met een kilo eivoer/universeelvoer. Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. Om aan hun knaaglust te voldoen is het raadzaam regelmatig verse berken-, wilgen- en of fruitboomtakken te verstrekken.

Huisvesting van edelparkieten

De meeste edelparkieten zijn als winterhard te beschouwen, dit geldt echter niet voor langstaartparkieten. Het zijn warmtebehoeftige vogels en hier dient bij de huisvesting rekening mee gehouden te worden. De buitenvolière  dient een lengte van 4 á 5 meter te hebben en ± 1 meter breed te zijn. Een goede afmeting voor het nachtverblijf is 1,5 meter lang, 1 meter breed en 2 meter hoog. Gezien hun vechtlust, met name in het broedseizoen, is het noodzakelijk dat de vogels paarsgewijs in aparte rennen gehouden worden. Gezien de knaaglust van de vogels kan de buitenvolière het beste gemaakt worden van metaal, bijvoorbeeld aluminium. Vergeet niet een portaal of sluis aan te brengen in de volière. Langstaartparkieten zijn vliegensvlug en een portaal of sluis zorgt ervoor dat de vogels er in een onbewaakt moment niet van door gaan. Als volièregaas kan gekozen worden voor gaas met een afmeting van 19,0 x 19, 0 x 1,45 mm. Indien sprake is van meerdere buitenvolières dienen deze onderling van elkaar gescheiden te zijn met dubbel gaas tenzij er ondoorzichtige tussenwanden tussen de volières geplaatst zijn die onderling contact onmogelijk maken. Dubbelgaas en ondoorzichtige wanden tussen de buitenvolières voorkomt dat de vogels elkaar door het gaas kunnen verwonden. Wat dat betreft komt verlies van nagels en tenen vrij vaak voor bij edelparkieten! De vliegopening die toegang geeft tot het nachtverblijf dient een afmeting te hebben van ongeveer 20 cm. Zorg ervoor dat deze opening af te sluiten is d.m.v. een schuifluikje. Het is het gemakkelijkst als dit schuifluikje te bedienen is aan de voorzijde van de volière. Het is verstandig om de buitenvolières voor de helft te overdekken, bijvoorbeeld met golfplaten. De vogels hebben op deze manier altijd een droge plaats in de buitenvolière. Het biedt u tevens de mogelijkheid om in de buitenvolière broedblokken op te hangen. Het niet beschutte deel van de buitenvolière geeft de vogels de mogelijkheid om bij regenval een douche te nemen.

Kweken met langstaartparkieten in de volière

Nestblok: Als nestgelegenheid kan een nestblok verstrekt worden met een afmeting van 60 cm hoog, een bodemoppervlak van 25 x 25 cm. en een invlieggat van Æ 7 cm. Om de vogels te helpen bij het in en uit gaan van het nestblok is het aan te raden de binnenzijde van het blok onder het invlieggat te voorzien van een strookje gaas en of krammen. Verder is het handig om een inspectieluikje aan te brengen op ongeveer 15 cm. van de bodem. Het nestblok dient het gehele jaar door opgehangen te blijven (in het nachtverblijf) omdat de vogels er gewoonlijk ook in slapen.

Nestmateriaal: Als nestmateriaal dient een mengsel van boshumus cq. (onbemeste) potgrond en houtspaanders in het blok te worden aangebracht (laagdikte ca. 8 cm.). Ook kunnen stukken vermolmd hout gegeven worden. Deze worden dan door de vogels geheel stuk geknaagd waardoor een prima bodembedekking in het nestblok ontstaat.

Kweek: De broedperiode in Europa ligt niet echt vast. Er zijn legsels gemeld uit een periode die liggen tussen april en november. Eén van de moeilijkste aspecten bij deze soort is het samenstellen van een goed harmoniërend koppel. Omdat er weinig vogels beschikbaar zijn is het ruilen van vogels erg moeilijk. Er zijn weinig kweekverslagen bekend met deze vogels. Bekend is dat zich vaak storingen voordoen tijdens het broedproces. Hoge sterfte onder de jongen komt veel voor. Waarschijnlijk komt dit door te lage temperaturen in het nestblok waardoor de jongen te snel afkoelen en niet meer bedelen om voer. Sommige kwekers melden dat de vogels zeer gevoelig zijn voor temperatuurveranderingen en dat de temperatuur in het nestblok constant zo rond de 30 °C dient te liggen. De pop legt gemiddeld 2 tot 4 eieren die om de dag worden gelegd. Na een broedduur van ca. 24 dagen worden de jongen geboren. De jongen blijven zeven tot acht weken in het nestblok alvorens ze uitvliegen. Hierna worden ze nog twee weken door de oudervogels (bij)gevoerd alvorens ze zelfstandig zijn.

Bijzonderheden

De vogels dienen paarsgewijs gehouden te worden in een buitenvolière van ca. 3 x 1 x 2 m. (lxbxh) met een te verwarmen binnenverblijf. De vogels zijn warmtebehoeftig en moeten zich tijdens de koude wintermaanden kunnen terugtrekken in een verwarmd binnenverblijf (ca. 15 °C). Langstaartparkieten blijken behoorlijk stressgevoelig te zijn. Rust in de onmiddellijke omgeving van de vogels is daarom een vereiste!

A. van Kooten

 

 

Disclaimer

HOME

Vertel een vriend over deze site

 

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten