Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Lachduif (Streptopelia roseogrisea domestica)

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads

Lachduif (Streptopelia roseogrisea domestica)

 

De lachduif is een gedomesticeerde vogel en stamt af van de Afrikaanse tortel, Streptopelia roseogrisea. De tamme lachduif draagt dezelfde wetenschappelijke naam, maar met een toevoeging die verwijst naar de domesticatie. Officieel heet de tamme lachduif dus Streptopelia roseogrisea domestica. In de praktijk wordt echter vaak de toevoeging risoria, wat lachen betekent, gebruikt. Hoewel de lachduif in de meeste literatuur kortweg aangeduid wordt met Streptopelia risoria is dit dus feitelijk onjuist.

 

Formaat

23 cm. 

 

Ringmaat

6.0 mm.

 

Beschrijving

Zie foto’s

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 

 

 

Geslachtsonderscheid

Tussen doffer (man) en duivin (pop) is uiterlijk geen geslachtsverschil. Hoewel gezegd wordt dat de doffer vaak iets forser van postuur is en een grotere kop bezit biedt dit lang niet in alle gevallen zekerheid. Beter is het de vogels tijdens de kweekperiode te observeren. De doffer laat dan baltsgedrag zien, de duivin niet.

 

Verspreiding en leefgebied

Komt in de vrije natuur niet voor.

 

Karakter

Lachduiven kunnen goed met andere vogelsoorten in een volière gehouden worden, echter niet met soortgenoten. De lachduif is namelijk een sterke territoriumvogel hetgeen betekent dat elk paartje een bepaald gebied voor zichzelf opeist en verdedigt. Soortgenoten worden dan niet geduld. Vooral tijdens de broedperiode komt dit territoriumgedrag sterk naar voren. Elke andere duif wordt dan met geweld geweerd uit hun territorium. Het is daarom verstandig slechts één paartje lachduiven per volière te houden.

 

Omgevingstemperatuur: 

Kunnen in een volière met een vorst- en tochtvrij nachtverblijf overwinteren.

 

Voeding: 

De voeding dient te bestaan uit een zaadmengsel voor tortelduiven. Alles wat ze nodig hebben zit hierin. Belangrijk is dat de vogels wel elke dag alles opeten omdat ze anders niet alle voedingsstoffen binnen krijgen. Dit betekent dat er niet meer gevoerd moet worden dan de vogels per dag op kunnen.

Enige tijd voordat het broedseizoen begint moet de voeding van de duiven worden aangepast omdat er dan een verhoogde eiwitbehoefte ontstaat. Het gewone tortelduivenvoer is dan niet meer voldoende voor de dieren. Om te voldoen aan de extra eiwitbehoefte van de duiven is het dan verstandig eivoer en universeelvoer bij te voeren. Vooral voor leggende duivinnen is dit onontbeerlijk.

Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken.

 

Kweek

Als nestgelegenheid kan een duivenmand of een bakje van 20 xj 20 centimeter met een opstaande rand van ongeveer 7 centimeter gegeven worden. Het nest kan het beste op een wat hoge beschutte plaats in de volière worden gehangen. De duivin legt 2 eieren die na 14 dagen uitkomen. De jongen worden door de ouders met kropmelk gevoerd. De jongen groeien zeer snel en zitten na twee weken al volledig in de veren. Dit is ook het tijdstip waarop ze het nest verlaten. Een week later zijn ze al zelfstandig. Om te voorkomen dat ze het broedproces van een volgend nest verstoren kunnen ze dan het beste bij de oudervogels weggehaald worden. Dit kan trouwens ook noodzakelijk zijn omdat de doffer nogal eens agressief kan worden richting de jongen.

 

Bijzonderheden

Lachduiven zijn prima pleegouders voor andere duivensoorten. Ze worden dan ook nog veel ingezet als voedsterduif voor andere soorten duiven.

De lachduif komt in een flink aantal kleurmutaties voor. De eerste kleurmutaties, pastel en crème-ino, waren al in de 16e eeuw bekend.

 

A. van Kooten

 

Disclaimer

HOME

Vertel een vriend over deze site

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten