Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Kraagparkiet  (Deroptyus accipitrinus)

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Kraagparkiet

Soorten:

De kraagparkiet kent 2 ondersoorten, te weten:

  1. Kraagparkiet - deroptyus accipitrinus accipitrinus

  2. Bruinvoorhoofdkraagparkiet - deroptyus accipitrinus fuscifrons

Verspreiding:

De kraagparkiet heeft zijn verspreidingsgebied ten noorden van de Amazone van Amapá (Noord Brazilië) westwaarts over de Guyana's en Zuid Venezuela tot Zuidoost Colombia, Oost -Ecuador en Noordoost-Peru.

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 

 

 

De bruinvoorhoofdkraagparkiet heeft zijn verspreidingsgebied in Noord-Brazilië ten zuiden van de Amazone vanaf Oost Pará tot aan de Tapajosrivier, verder is deze soort te vinden in Noord-Bolivia. De bruinvoorhoofdkraagparkiet lijkt op de nominaatvorm maar heeft de schedel is bruin met smalle witachtige streeptekening. Verder zijn de teugels en de wangstreep bij deze soort donkerder bruin. Op de secundaire staartpennen ontbreekt de kastanjebruine vlek, die de nominaatvorm wel aanwezig is.

Grootte:

De kraagparkiet is 35 cm. groot.

Geslachtsonderscheid:

Tussen man en pop is uiterlijk vrijwel geen waarneembaar verschil. Volwassen mannen hebben een iets lichtere iris dan de poppen en ook wordt wel beweerd dat kraagveren van de man langer en breder zijn dan die van de pop. Om echter zekerheid te verkrijgen over het geslacht van de vogels is endoscopisch- en of DNA (veer)onderzoek aan te raden.

Karakter:

Kraagparkieten zijn vrij agressieve vogels, vooral ook tijdens de broedtijd. Ze kunnen dan ook beslist niet met andere vogels in één volière gehouden worden. Het zijn lawaaiige vogels waarvan het stemgeluid door merg en been gaat. Verder is het belangrijk te weten dat het echte knagers zijn. Een volière van hout is over het algemeen geen lang leven beschoren. Zorg er daarom voor dat ze steeds over voldoende verse (knaag)takken kunnen beschikken.

Zorg er verder voor dat de vogels het gehele jaar door over een nestkast kunnen beschikken omdat ze hier in slapen.

Omgevingstemperatuur:

Kraagparkieten kunnen, mits geacclimatiseerd, ’s winters in een buitenvlucht gehouden worden. Wel dienen ze ‘s winters steeds de beschikking te hebben over een verwarmd (binnen)verblijf (minimaal 15 °C). Ook is het voor het welzijn van deze vogels van belang dat de volière op een beschutte plaats staat, waar wind en regen weinig invloed hebben.

Voeding:

Als voeding kan een zaadmengsel voor grote parkieten verstrekt worden. Zorg er hierbij wel voor dat het zaadmengsel niet teveel vette zaden bevat. Het zaadmengsel dient aangevuld te worden met een mengsel van geweekt kiemzaad en eivoer/universeelvoer (één op één). De verhouding tussen het zaad en het geweekte kiemzaad/eivoer/universeelvoermengsel is één op één. Daarnaast is het noodzakelijk dat ze over voldoende fruit, zoals appel, druiven, banaan, peer, sinaasappel e.d. kunnen beschikken. Verder dienen de vogels de beschikking te hebben over scherpe maagkiezel en oesterschelpen grit. Dit kan eventueel vermengd worden met het kiemzaadmengsel. Verstrek daarnaast dagelijks groenvoer en levend voer, zoals bijvoorbeeld enkele meelwormen.

Ingeval er jongen zijn is het aan te bevelen wat lorivoer te verstrekken en de dierlijke eiwitten op te voeren.

Kweek:

De vogels dienen minimaal de beschikking te hebben over een buitenvolière van 4 x 1 x 2 m. (lxbxh). Zoals reeds eerder opgemerkt is een verwarm binnenverblijf (minimaal 15 °C) noodzakelijk. Het binnenverblijf dient ruim van opzet te zijn, bijvoorbeeld 2 x1,5 x 2 m. Broeden (en slapen) doen ze in een broedblok die een afmeting dient te hebben van 1.00 tot 1.80 cm hoog en een bodemoppervlak van 30x30 cm. Het invlieggat dient een diameter te hebben van ca. 9 cm. Om de vogels te helpen bij het in- en uit gaan van het blok is het aan te raden de binnenzijde van het blok onder het invlieggat te voorzien van een strookje gaas en of krammen. Als nestmateriaal kan een mengsel van (vochtig) onbemeste potgrond en houtkrullen worden gegeven  (ca. 4 – 5 cm dik).  De pop legt gewoonlijk 2 tot 4 eieren. Na een broedduur van ca. 25 dagen worden de jongen geboren. De jongen dienen op een leeftijd van 10- 14 dagen te worden geringd met ringmaat 7 mm. De jongen blijven ongeveer 7 tot 8 weken in het nest, alvorens ze uitvliegen. Vier tot vijf  weken na het uitvliegen zijn ze zelfstandig.

Mutaties:

Tot op heden zijn er nog geen mutaties bij de kraagparkiet opgetreden.

A. van Kooten

 

 

Disclaimer

HOME

Vertel een vriend over deze site

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten