Deze website wordt
u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras-
en grote parkieten bij de NBvV
|
Home |
Koolhydraten in de voeding
van vogels |
|
|
MONOSACCHARIDEN
Monosacchariden zijn enkelvoudige suikers. Ze hebben kleine moleculen,
die zo in het bloed kunnen worden opgenomen.
Tot de monosacchariden behoren:
- glucose
Glucose komt onder andere voor in vruchten en honing.
- fructose
Fructose wordt ook wel fruitsuiker of vruchtensuiker genoemd. Het komt
voor in vruchten, bladeren en wortels.
- galactose
Galactose maakt samen met glucose deel uit van lactose. In de natuur
komt het alleen in gebonden vorm voor.
DISACCHARIDEN
Deze koolhydraten zijn opgebouwd uit twee monosacchariden, vandaar de
naam. Het zijn dus tweevoudige suikers.
De moleculen van de disacchariden kunnen, vanwege hun grootte, niet
rechtstreeks via de darmwand aan het bloed worden doorgegeven. Ze
moeten in het vogellichaam, onder invloed van enzymen, eerst gesplitst
worden in twee monosacchariden. Deze kunnen immers wel zo in het bloed
worden opgenomen.
Tot de disacchariden behoren:
- saccharose (riet- en bietsuiker)
Saccharose wordt bereid uit suikerbieten of suikerriet en gezuiverd in
de handel gebracht als kristalsuiker, basterdsuiker en poedersuiker.
In het darmkanaal wordt saccharase gesplitst in glucose en fructose.
- lactose (melksuiker)
Lactose is één van de weinige koolhydraten, die in dierlijke
levensmiddelen voorkomen en wel in melk, karnemelk en overige melkprodukten. Lactose wordt door een enzym (lactase) gesplitst in
glucose en galactose.
- maltose (moutsuiker)
Maltose komt in belangrijke hoeveelheden voor in gekiemde gerst.
In de darmwand wordt maltose onder invloed van het enzym maltase
gesplitst in twee moleculen glucose.
POLYSACCHARIDEN
Polysacchariden zijn opgebouwd uit vele monosacchariden. Ook voor deze
moleculen geldt dat ze te groot zijn om rechtstreeks
door het bloed te kunnen worden opgenomen. Ze worden door enzymen
gesplitst in verschillende monosacchariden.
Tot de polysacchariden behoren:
- zetmeel
Zetmeel is een zeer belangrijke voedingsstof omdat het de grootste
leverancier van energie is in de voeding. Over de gehele wereld worden
zetmeelrijke voedingsmiddelen als basisvoedsel gebruikt. Ze zijn
namelijk het gemakkelijkst te produceren en vrij goedkoop.
Zetmeel komt in grote hoeveelheden voor in aardappelen, graanprodukten
(o.a. brood), mais, rijst en peulvruchten.
Zetmeel wordt gesplitst in maltose, dat op zijn beurt weer verder
wordt afgebroken tot glucose.
- glycogeen
Glycogeen komt in het lichaam van de grasparkiet voor en vooral in de
lever en de spieren. Het is het zogenaamde reservekoolhydraat. Indien
nodig wordt glycogeen tot glucose omgezet en in de bloedbaan
opgenomen. Evenals zetmeel is glycogeen opgebouwd uit
glucosemoleculen.
- cellulose
Cellulose is een stevige , samenhangende stof, die het steunweefsel
vormt van de plant. Cellulose is, hoewel onverteerbaar, toch onmisbaar
in een goede voeding. De funktie van de niet-verteerde ruwe celstof
is, om in de vorm van ballaststof, voor een betere doordringing van
maagsappen en enzymen door de voedselbrij te zorgen. Verder bevordert
het de goede werking van de darmen waardoor de ontlasting beter zal
verlopen.
Het spreekt vanzelf dat een vogel een voldoende hoeveelheid aan
koolhydraten moet krijgen. Zaden, vruchten, en groenvoer, zo hebben we
gezien, bevatten er voldoende van. Voorbeelden van percentages
koolhydraten in zaden zijn:
milletzaad 60,4%, witzaad 50,8%, lijnzaad 17,5%, negerzaad 17%,
hennepzaad 15,8% en raapzaad 10,4% koolhydraten.
Toch dient het volgende nog opgemerkt te worden.
Vogels hebben het vermogen om een teveel aan koolhydraten om te zetten
in vet. Indien een vogel meer koolhydraten opneemt dan noodzakelijk
is, zal dit teveel als vet in z'n lichaam worden opgeslagen. Zo zal
bijvoorbeeld het voeren van een hoog percentage haver aan een vogel in
relatie met onvoldoende lichaamsbeweging (bijvoorbeeld gedurende een
lange tijd (bijvoorbeeld 1 maand)), aanleiding kunnen geven tot
vervetting van de vogel. In zo'n geval moet u dus de voeding aanpassen
aan de levensomstandigheden van de vogel.
A. van Kooten
|
|