Geslachtsonderscheid:
Er is een duidelijk verschil
tussen beide geslachten. De mannen hebben een prachtige rozerode borst
en buik. De poppen zijn minder kleurrijk. Zij zijn egaal mat bruin van
kleur met een grijze waas op de borst en de buik.
Karakter:
De goudvink is een zeer
geliefde vogel onder vogelliefhebbers. Over het algemeen kunnen ze het
goed vinden met andere vogelsoorten, zoals bijvoorbeeld groenlingen en
sijzen. Wel is het belangrijk dat de vogels in paartjes gehouden worden.
Ook het houden van meerdere paartjes behoort tot de mogelijkheden.
Omgevingstemperatuur:
Goudvinken komen in geheel
Europa voor, dus de temperatuur hier in Nederland zal geen problemen
opleveren. Wel is het belangrijk dat de vogels kunnen beschikken over
een droog en tochtvrij nachthok.
Voeding:
Goudvinken zijn zaadeters.
Als basis dient daarom een zaadmengsel voor goudvinken te worden
verstrekt. Daarnaast dienen allerlei onkruidzaden, graszaden,
paardebloemknoppen, knoppen van vruchtbomen, bessen, groenvoer, eivoer
en gekiemd zaad te worden verstrekt. Natuurlijk dienen ook
maagkiezel en grit vrij ter beschikking te staan. Indien er jongen zijn
zal de voeding moeten worden aangepast. Met name is er dan behoefte aan
allerhande insecten en hun larven. Een zeer succesvol opfokvoer dat ik
in de literatuur tegenkwam was dat van F. Herens. De samenstelling van
zijn eivoer bestond uit:
-
150 gram beschuitmeel
-
2 hard gekookte eieren
-
1 soeplepel 7 granen
-
1 soeplepel tarwekiemen
-
1 theelepeltje profitar
( is voor kinderen van 0 tot een half jaar)
-
1 liga
-
1 mespuntje megabaktin
-
1 mespuntje commetavis
-
1 schepje aves opfok in
de zomer
-
1 schepje aves kracht in
de winter.
-
1½ hand pinkies**
-
½ hand negerzaad
-
½ hand gebroken haver
** Als er jongen zijn
Kweek:
De beste broedresultaten met
goudvinken worden behaald in broedkooien en vluchtjes van 2x1x2 (hxbxd).
Eind april kunnen de vogels bij elkaar geplaatst worden in broedkooi of
vluchtje. Hang in een beschut deel van de kooi of vlucht een half open
nestkastje op. Verder dient nestmateriaal verstrekt te worden in de vorm
van kokosvezel, grasstengels, veertjes e.d. Al gauw zal de pop een
nest gaan bouwen. De man helpt niet mee maar blijft wel steeds met
nestmateriaal in zijn bek rond het popje draaien. Als het nest klaar is
mag na enkele dagen het eerste eitje verwacht worden. Gemiddeld legt het
popje 4 tot 5 eitjes die lichtblauw tot lichtgroen van kleur zijn met
donkere vlekjes. Allen het popje bebroed de eieren. Na ongeveer 12 tot
14 dagen komen de jongen uit het nest en nog eens 2 weken later vliegen
ze uit. De voeding voor de jongen staat bij het onderdeel ' Voeding' op
deze webpagina reeds beschreven. Ingavl u geen gebruik maakt van
bovenstaand recept is het noodzakelijk naast het verstrekken van eivoer
ook levend voer zoals buffalowormpjes en fruitvliegjes te verstrekken
Dit dient meerdere keren per dag te worden verstrekt.
Coccidiose:
Goudvinken zijn erg gevoelig
voor coccidiose. Wanneer een vogel dik gaat zitten zal direct ingegrepen
moeten worden. Vang de vogel uit en bekijk de buik. Is het buikje rood
dan heeft de vogel coccidiose en moet hij/zij behandeld worden.
Beter is het om de vogels om
de vier tot vijf weken preventief te kuren met EsB3-30%. Los 1 gram EsB3
op in één liter water en geef dit
gedurende 5 dagen aan de vogel(s). Geef daarna gedurende 2 dagen een
multivitamine/mineralen preparaat, bijvoorbeeld Aminofital (= voor
duiven).
Mutaties:
Bij de goudvink kennen we
inmiddels al een behoorlijk aantal mutaties zoals, bruin, pastel, ino,
bruinpastel en bleekvleugel. De ino-factor vererft recessief. De overige
mutaties vererven geslachtsgebonden.
A. van Kooten