Op al deze treeën liggen erfelijke codes (=genen)
opgeslagen. Deze erfelijke codes regelen de produktie van de
verschillende eiwitten waaruit het lichaam van de grasparkiet wordt
opgebouwd. Dit komt er dus op neer dat alles
wat we aan de grasparkiet kunnen onderscheiden, zoals bijvoorbeeld
de kleur van de veren, de kleur van de ogen, de grootte, de lengte,
de kopvorm, de vleugeldracht enz., enz., wordt geregeld door deze
erfelijke codes. Je zou het kunnen
vergelijken met een computerprogramma, die in staat is de opdracht
-"Maak een grasparkiet"- uit te voeren. Wanneer we nog even weer de
wenteltrap als voorbeeld nemen dan zouden we elke tree van de
wenteltrap ook afzonderlijk kunnen bekijken, net als de woorden van
een zin. Elke tree van de wenteltrap bevat een erfelijke code, ofwel
een gen (meervoud genen). Hoeveel genen
(=erfelijke codes) zich op ieder chromosoom bevinden, is tot nu toe
onbekend maar het zullen er al gauw duizenden zijn. U zult begrijpen
dat het vooral de genen, of wel de erfelijke codes zijn, waar wij
bij de kweek van de grasparkiet mee te maken hebben. Denk in dit
verband aan hetgeen in het hoofdstuk over lijnenteelt is geschreven.
We pasten de lijnenteelt immers toe om bepaalde goede (erfelijke)
eigenschappen in de grasparkiet te kweken of, als deze er al waren,
om ze te behouden cq. te versterken?Tellingen
van chromosomen bij planten en dieren hebben uitgewezen dat elke
soort er een bepaald aantal van heeft. Zo
heeft de muis bijvoorbeeld 40 chromosomen, de mens 46 en de
grasparkiet 26 chromosomen. Chromosomen, zo is uit onderzoek komen
vast te staan, blijken in de celkernen in paren voor te komen.
Dit betekent dus dat de celkernen van de grasparkiet 13 paren (26 :
2) chromosomen bevatten. In de verervingsleer wordt daarom ook
altijd van paren chromosomen gesproken.
Paarsgewijs zijn deze chromosomen precies gelijk aan
elkaar, ze hebben dezelfde vorm en dezelfde inhoud. De "moeilijke"
benaming voor deze chromosomen, die dus precies gelijk aan elkaar
zijn, luidt: homologen chromosomen (zie afbeelding hier onder).
Onderling blijken de paren chromosomen (=homologen chromosomen)
echter wel van elkaar af te wijken.